1996-3-2 Boerderij De Geer

door GIJS HILHORST, PAUL JANSEN EN HANS DEN BOER

Aan De Stelp, in de nieuwbouwwijk Kattenbroek, ligt de eeuwenoude boerderij De Geer. Een voor buitenstaanders misschien wat vreemde naam voor een boerderij, maar wie de kaart van de omgeving bekijkt ziet dat de akkers gelegen zijn in de afsluiting van een ontginningsgebied, waardoor de percelen land schuin, dus géérend, aansluiten aan een ander gebied. Een naburige boerderij die inmiddels is afgebroken had dezelfde naam. De Geer die wij hier willen beschrijven wordt al enkele generaties bewoond door de familie Van Zuilen. De huidige bewoners zijn broer en zus Hendrikus en Trijntje vanZuilen. Wij willen ons verhaal opdelen in de geschiedenis van de boerderij en een bezoek aan de huidige bewoners.

Boerderij De Geer 1996 (Foto Hans den Boer)

Boerderij De Geer 1926 (foto Hans den Boer)

Geschiedenis
De boerderij is eeuwenlang in bezit geweest van de bewoners en niet wisselend eigendom van grootgrondbezitters, zoals zo vele andere boerderijen in deze omgeving. Hoewel de boerderij zeker veel langer bestaat is Elbert Willemsz (Westerveld of Stomp) de eerste boer/gebruiker die wij kunnen terugvinden. Hij wordt in 1692 tot schepen van de heerlijkheid Emiclaer gekozen. Elbert Willemsz was in 1689 getrouwd met Geertje Jans. Na hun overlijden erven de twee kinderen, Aaltje en Jannetje, de boerderij. Het gerechtboek van Emiclaer vermeldt dat zij, bijgestaan door hun respectievelijke echtgenoten, op 8 maart 1735 de boerderij verkopen aan Jan Geurtsen, wonende in De Duist en Zevenhuizen. Ook wordt nog vermeld dat De Geer gelegen is westwaarts van Gerrit van de Coedijk (eigenaar van de andere Geer) en oostwaarts van de vrouwe van Emiclaer, en wel strekkende van De Nieuwe Brand aan de Heisteeg tot aan de erven en kinderen van Aart Gijssen aan de Calveenseweg.

Gronden behorende bij De Geer omstreeks 1830

Jan Geurtsen is getrouwd met Aaltje Wouters en na haar overlijden hertrouwd met Evertje Jans. Hij is ook schepen van Emiclaer. In 1746 overlijdt Jan Geurtsen. Evertje Jans trouwt een jaar later met Evert Jansen. Deze wordt hiermee de nieuwe boer op De Geer. De boerderij blijft echter onverdeeld eigendom van zijn vrouw en haar twee kinderen. Dit zijn Marritje, uit het eerste huwelijk en getrouwd met Albertus Lankhaar en Aaltje uit het tweede huwelijk, getrouwd met Hendrik Helmerse.

Gronden bij De Geer rond 1830

In 1776 overlijdt Evertje Jans. De dochters betalen de 20e en 40e penning als successierecht aan de schout van Hoogland. De boerderij bestaat dan uit 18 morgen bouw- en weiland en nog 5 morgen land ten oosten van de Duisterweg(1 morgen is 6/7 ofwel 0.86 ha). Op 14 mei 1789 wordt bij notaris Ter Horst te Amersfoort de boerderij De Geer verkocht door Hendrik Helmerse. Koper is dan Hendrik Albertsz van Brinkenstijn. In de acte wordt het verkochte omschreven als “het erf en goed De Geer met huizinge en verder getimmerte daarop staande, groot 18 morgen zo bouw- als weiland, gelegen ten oosten van de Duisterweg en de heer Justus Hoofd van Huisduinen en ten westen van de vrouwe van Emiclaer en Jan Dirkse Botterblom en strekkende van de Heysteeg tot aan Wouter Theunisse [van de Burgwal op Amedijk].” Naast de 5 morgen land aan de oostzijde van de Duisterweg wordt nog melding gemaakt van een erfpachtje bij De Brand, gelegen op de Eng, groot ongeveer 100 roeden (1 roede is ongeveer 15 ca). Dit was omschreven in de erfpachtbrief van 6 december 1735 voor notaris Wisselingh te Amersfoort. De koopprijs voor het geheel is f 3000.- te betalen binnen 5 weken.De nieuwe bewoner Hendrik van Brinkenstijn is geboren op 11 februari 1735 op de boerderij Brinkenstein te Leusden. Hij woonde in De Kooy te Bunschoten (nu het café op de kruising Zevenhuizerstraat-Nijkerkerweg). Van Brinkenstijn was als weduwnaar van Aaltje Jacobs op 18 januari 1785 hertrouwd met Reijertje Jans Krol, geboren 28 juni 1754 op De Klapmuts te Hoogland. Zij hebben twee kinderen, Maria (1785) en Johannes (1787), maar op De Geer komen daar nog Geurtje (1790), Aaltje (1792) en Aalbert (1794, als kind overleden) bij. Geurtje van Brinkenstijn trouwt later met Hessel van Valkenhoef en woont daarna te Amersfoort. Aaltje blijft na haar huwelijk met Aart Kuijer vlak bij het ouderlijk huis, in een woning aan de Hoveniersweg.

Het is 5 februari 1825 als Hendrik van Brinkenstijn op de boerderij overlijdt. Reijertje zet samen met haar twee ongehuwde kinderen, Maria en Jan, het bedrijf voort. Maar als op 13 oktober 1836 ook moeder overlijdt wordt het toch wat moeilijker. Na rijp beraad wordt besloten om de boerderij te veilen en erfhuis te houden om een goede scheiding en deling mogelijk te maken. Notaris Van Werkhoven te Amersfoort houdt op 21 januari 1837 een openbare veiling van de boerderij, die door aankopen van gronden in de Eemlandse polder inmiddels ruim 26 ha groot geworden is. Het zijn de erfgenamen-bewoners Jan en Maria van Brinkenstijn die op deze veiling de boerderij met 16,4 ha grond uit de boedel van hun ouders kopen voor de som van f 4105,-. De gronden in de Eemlandsepolder komen na deze veiling in andere handen. Enkele dagen later wordt onder toezicht van de zelfde notaris en onder de gebruikelijke belangstelling de inventaris geveild. Jan en Maria van Brinkenstijn kopen ook op deze veiling veel goederen uit deze inventaris terug. De totale opbrengst van deze veiling is f 2159,05, voor die tijd een aanzienlijk bedrag. Jan en Maria maken op 17 juli 1840 ook bij Van Werkhoven een testament op de langstlevende. Als Jan op 21 oktober 1848 overlijdt is Maria dus alleen eigenaar van De Geer geworden. Zij is inmiddels 63 jaar en vindt het welletjes. Hendrik van de Berg, de knecht, en Elisabeth Jansen, de dienstbode worden ontslagen. Op 5 februari 1849 verkoopt Maria bij Van Werkhoven de boerderij met de nu daarbij behorende 18,83 ha grond en de 2 erfpachtjes (de oorsponkelijke erfpacht was gesplitst) op de Eng aan de Brand.

De nieuwe eigenaars zijn haar zus Aaltje van Brinkenstijn en haar tweede man Jan van Hamersveld. De prijs is f 4.500,10. Jan van Hamersveld is een klompenmaker uit Amersfoort. Dit gezin woont in het huis aan de Hoveniersweg. Zij verhuizen nu naar De Geer. Het geluk is niet met hen. Een cholera-epidemie treft Hoogland in de herfst van 1857 en maakt veel slachtoffers. Jan van Hamersveld en drie van zijn kinderen overlijden. Moeder Aaltje komt dit verlies niet te boven en sterft enkele maanden later, 30 maart 1858. De overgebleven dochter, Toontje van Hamersveld, is juist een jaar eerder getrouwd met Mees van Zuilen, Deze was geboren 2 april 1824 op boerderij Buurtsdijk te Hoogland. Zij worden de nieuwe boer en boerin op De Geer en krijgen er 12 kinderen. Zoon Jan van Zuilen trouwt met Elisabeth Eggenkamp. Zij zijn de ouders van de huidige bewoners, Hendrikus en Trijntje van Zuilen.

Op bezoek bij de bewoners
De plaatselijke aanduiding van De Geer was tot 1950 De Brand B 38, daarna Hoveniersweg 4 en thans in de nieuwbouw De Stelp 37. Door de bouw van de wijk Kattenbroek ligt de boerderij nu ‘ingeklemd’ tussen de huizen en de geluidswal van de Al. Maar bijna was De Geer onder de voet gelopen door de stadsuitbreiding. In de herfst van 1986 organiseerde de gemeente Amersfoort een bijeenkomst in café-restaurant De Faam voor onder meer de bewoners van het gebied De Brand. Ook broer en zus Van Zuilen waren aanwezig. Zij kregen allen te horen dat hun boerderij niet meer paste in het raam van de groeistad Amersfoort, wat in gewoon Nederlands wilde zeggen: er was geen plaats meer voor hen! Medio 1989 zou de zaak plat gaan.

Paul Jansen met de bewoners Trijntje en Drikus van Zuilen

In 1987 verschenen artikelen in de Amersfoortse Courant over de boerderij/ boerenhofstede De Geer en het historisch belang ervan. Max Camer van Monumentenzorg Amersfoort wees op het bijzonder kaliber van de boerderij. Hij bepleitte dat deze bewaard zou blijven, omdat het een van de weinige oude boerderijen in dit deel van Hoogland is. In september werd De Geer op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Dit tot grote vreugde van de beide bewoners, die op eigen grond verder hun dagen kunnen slijten. Hendrikus en Trijntje van Zuilen wonen al hun hele leven op De Geer. Het huidige oppervlak van de boerderij met gebouwen en grond bedraagt een halve bunder (1/2 ha, 5000 m2). Vóórdat in 1938 de provinciale weg (de latere Al) werd aangelegd strekte het land zich uit van de Heideweg tot aan de Duisterweg, zoals eerder gemeld. Het bestond voor het grootste gedeelte uit grasland voor het houden van gemiddeld zo’n twaalf melkkoeien en tien stuks kleinvee. Een klein gedeelte, gelegen rondom de boerderij, was bouwland. Hierop werden in de loop van de tijd rogge, tarwe, haver, aardappelen en bieten verbouwd. Het graan werd in de molen De Vriendschap aan de Hamseweg gemalen. Van het brood was een deel bestemd voor eigen gebruik door het gezin Van Zuilen. De aardappelen, bieten en de haver werden aan de varkens, de kippen en het paard gevoerd. Verder werden koeien ge- en verkocht op de veemarkt te Utrecht. In mei 1940 is de familie Van Zuilen, voorzover niet onder de wapenen, geëvacueerd naar de Noord-Hollandse plaats Edam.

Plattegrond van De Geer

Een week later (na de capitulatie) konden mensen en vee weer terugkeren. De boerderij was ongeschonden gebleven. Van de bezetter had men niet veel last. Wel moest een deel van het graan en de melk worden afgedragen. Het werk op de boerderij gebeurde met behulp van het paard en vanaf 1970 ook met de pk’s van de tractor. Vervolgens maken we een rondgang door de boerderij en over het erf. De boerderij behoort tot het langhuistype. Via de poort aan de achterkant komen we in de deel. We gaan door de grote achterdeur die uit vier delen bestaat. Het achterste gedeelte van de deel is in later tijden aangebouwd. Aan de ene zijkant is de ruimte voor het vee afgeschermd door houten palen, reupels. Aan de andere kant was vroeger de stal voor drie paarden; nu staan er twee kalfjes. Boven het vee bevindt zich de hilt en daarboven de zolder van balkenslieten, waar stro wordt opgeslagen. De houten kapconstructie is nog helemaal intact en bestaat uit eiken balken met houten verbindingspennen, wat met name op de ouderdom van de boerderij duidt.

Balkconstructie

Van de deel komen we in de keuken met de geelkoperen waterpomp. Deze haalt het water op vanuit 35 m diepte. Bij het slaan van de pomp moest men eerst door een zandlaag van ongeveer 10 m, daarna door een even dikke kleilaag, dan weer door een zandlaag, waarna men pas bij de grind- en zandlaag met het grondwater kwam. Het voorste gedeelte is het woonhuis. Dit bestaat uit de eet-woonkamer, slaapkamers en de heerd met schouw. Onder de slaapkamer (de opkamer) naast de eet-woonkamer is nog een kelderruimte. De linden aan de voor- en zijkant staan op het zuiden. Zij dienen als windvangers bij zuidwestenwind, maar zijn zeker ook een verfraaiing van de boerderij. Na deze gang door de boerderij gaan we naar buiten en lopen langs het kippenhok en de bijenkorven, welke nog bewoond worden. Bij de varkensschuur zien we een bijzondere hooiberg met vijf houten roeden en rieten kap. De kap wordt met een vijzel met schroefdraad, bijgenaamd het mannetje, in hoogte versteld. Naast deze hooiberg staat een moderner exemplaar met twee betonnen palen en ijzeren kap. Aan deze palen hingen vroeger de electriciteitsdraden. De kap wordt versteld met staalkabels over de palen en een draaimechaniek.

Vroeger stond links van het huis aan de voorkant de oude w.c. Om te voorkomen dat vreemden er ook gebruik van maakten werd soms de zitplank verwijderd. Een gedeelte van de ruimte om de boerderij biedt thans nog de mogelijkheid om gras te maaien, dat dan als hooi aan het vee gevoerd kan worden. Ook is er een moestuin.Terug in de eet-woonkamer praten we nog wat na. We prijzen de familie Van Zuilen en onszelf gelukkig met het feit dat deze boerderij gespaard gebleven is en dat er zich op kleine schaal nog het boerenbedrijf afspeelt. Een verademing binnen al die nieuwbouw.De Geer is onderdeel van een tv-uitzending van Infotainment dit najaar, gewijd aan de beleving van inpassing in een nieuwbouwwijk.