door Gerard Raven
Bovenstaande uitspraak van stadsarcheoloog Timo d’Hollosy in mei jl. betrof een bijzondere opgraving in Nieuwland. De afgelopen vier jaar zijn bij opgravingen in dit nieuwbouwgebied vooral sporen uit de Midden-Steentijd en de Middeleeuwen aangetroffen. Een van de laatste speurtochten in Nieuwland vond plaats op het erf van boerderij De Akker, die al in de jaren zestig was afgebroken. Het betrof een betrekkelijk hoog gelegen terrein; in waterrijk gebied waren dit soort plekken de veiligste woonplaats. De stadsarcheologen hebben hier in mei jl. gegraven. Van de boerderij zelf was niets meer te vinden. In een sloot lag aardewerk uit de 18e en 19e eeuw. Ten zuidoosten van de boerderij werd op een ‘bolle akker’ wel een opmerkelijke vondst gedaan. Men trof er sporen aan van paalgaten van huizen en van graven. Deze stammen uit het einde van de Nieuwe Steentijd (2600-2100 Chr.), een periode waarover tot dusver nauwelijks iets bekend was. Ook werd een klokbeker gevonden. Deze lag door de broze structuur in scherven, maar was wel compleet. Zo’n complete beker duidt meestal op een graf. De doden uit de Klokbekercultuur werden niet verbrand. Ook zijn nog andere bijgiften aangetroffen: vuurstenen werktuigen en een kraal van barnsteen. Op zo’n graf werd een ronde heuvel opgeworpen, maar daarvan werd evenmin iets aangetroffen als van het skelet. Dit gebied is immers al in de Middeleeuwen intensief beploegd en er is ook zand gewonnen. Zo is de beker waarschijnlijk kapotgestoten, net als twee andere exemplaren die daar dichtbij gevonden werden. De klokbekers liggen nu nog in scherven, omdat er eerst wordt gezocht naar voedselresten aan het aardewerk. Na restauratie zullen ze zeker worden tentoongesteld.