door Jan Kaas, 1970
Van een ruim 80-jarige dorpsgenoot die aan De Ham woonde hoorde ik het volgende verhaal. Zijn moeder had het hem verschillende malen verteld.Toen de hervormde kerk aan De Ham in 1843 klaar was moest het kruis met de haan nog op de toren gezet worden. ‘s Avonds werd het kruis gebracht en tegen de kerk gezet. Toen de arbeiders de volgende morgen kwamen durfde niemand bij het kruis te komen, omdat een grote slang zich er om geslingerd had. Wat nu te doen?Men besloot om het maar eens aan de pastoor te vragen. Pastoor Van Rooyen (1840-’54) was in die tijd dé vraagbaak voor allerlei zaken. Hij liep enkele malen biddend om het kruis heen. De slang maakte zich los van het kruis en verdween in het houtgeweas. De arbeiders konden hun werk voltooien.