1998-4-1 Impressies van twee boerderijbezoekers in Vathorst

door Jan van der Meer

Een oproep in éen der Amersfoortse huis-aan-huisbladen was er de oorzaak van, dat zich een dertigtal mensen verzamelden in éen van de zalen van de Dissel in Hooglanderveen. Er werden “boerderijbezoekers” gevraagd, die in opdracht van de Historische Kring Hoogland zoveel mogelijk boerderijen moesten “inventariseren”, boerderijen die binnen enkele jaren verdwenen zullen zijn door de bouw van de nieuwe wijk Vathorst. We willen nu de kans grijpen vast te leggen wat er nog is en wat men nog weet.

Na de verwelkoming door Rob Goedvolk volgde de bekende kop koffie waarna een lezing met diapresentatie door een wetenschapper over de soorten boerderijen, hun indeling en de diverse bouwwijzen. Zo kregen we wat handvaten voor onze komende taak. Ook ontvingen we professionele inventarisatieformulieren opgesteld door de werkgroep, zowel net als klad.
Vervolgens werd getracht teams te vormen van tenminste twee personen (man en/of vrouw); dit had nogal wat voeten in de aarde, vooral ook omdat veel aanwezigen elkaar niet of nauwelijks kenden en ja met wie ga je dan? Uiteindelijk vond ik een bezoekmaat, te weten Evert Smink. Dit bleek een prima keuze, want ik had al snei door dat Evert vrijwel iedereen in Hooglanderveen en omgeving kende. We spraken af dat Evert de contacten zou leggen en ik zou tekeningen maken en schrijven.

Al snel bleken enkele “boeren” uit de omgeving van het Veen bereid ons te ontvangen. We gingen op de fiets vanwege het milieu en het gemak. Elke fietstocht bracht ons in contact met de prachtige omgeving en het bijzondere karakter van het Veen en uiteindelijk bij het door Evert gebelde bezoekadres. De begroeting was meestal erg hartelijk. Zonder uitzondering werd direct koffie of thee aangeboden -wat een gastvrijheid. Dan volgde vrijwel altijd de vraag of we van de Gemeente kwamen. U weet wel: Amersfoort, of we vast kwamen spioneren of zoiets. wij op onze beurt ontkenden ten stelligste ook maar iets met gemeentepolitiek te maken te hebben en gaven aan wat het door de werkgroep Vathorst beoogde doel van ons bezoek was.

We hadden de beschikking over een werkelijk prachtige informatiekaart met een imponerend kopje “Historische Kring Hoogland”. Ik vulde ter plekke een kladexemplaar in, maakte later thuis het nette. Door middel van deze kaart kregen we dan uiteindelijk van iedere boerderij een goed en compleet beeld van vroeger en nu. Er werd een tekening gemaakt van het erf en vervolgens vroegen we werkelijk “het hemd van het gat,” van zeer algemene tot bijna privevragen: wat voor soort boerderii is dit, hoe oud, wie woonden er vroeger en nu, is het nog een boerderij, wat is er over van het oorspronkelijke gebouw, hoe ziet het erf er uit en de opstallen, zou dit in de toekomst allemaal moeten verdwijnen of gedeeltelijk, hoeveel vee, nu en vroeger?

Maar oh. wat een persoonlijke tragedies kwamen we tegen. Als we hoorden van de moeite, die men zich vaak had getroost om het boerderijtje te renoveren ten koste van veel tijd en geld. En zeer veel tien-jarenplannen; plannen, die waarschijniijk al snel door de graafmachines wreed zullen worden verstoord! Wat een “plaatjes” van boerderijtjes kwamen we tegen!
– En wat denkt u van een boer, die gedurende lange tijd zijn doodzieke vrouw juist in deze boerderij verpleegde tot haar einde toe: “Mijn vrouw is hier in deze kamer gestorven en nu moet ik hier weg?”
– En het gezin waarvan een vierjarig kind ernstig ziek werd en overleed juist in deze boerderij? Er werd een foto getoond van het overleden kind -toen nog levend-juist vóór de boerderij. Moet dit nu allemaal weg, dit huis, deze boerderij, al die herinneringen?
– Of “We zijn nooit met vacantie geweest, a1 ons verdiende geld ging in de boerderij of in de bijgebouwen, soms gebouwd met eigen handen, met behulp van familie of vrienden. En kijk ‘s hoe leuk en mooi het er bijstaat. Die prachtige tuin, … die oude hoogstamfruitboom, waar oma nog onder zat te breien, moet dit nu allemaal weg?”
– “Ik ben nu 69. Ik heb nog een paar schapen, … nog twee melkkoetjes, wat konijnen en sierduiven… Weet U, wat moet ik, straks naar St. Jozef? Misschien wordt dat mijn dood. Wat moet ik daar de hele dag doen?”

En zo zou je verder kunnen gaan. Veel verhalen over reeds lang overleden voorouders, familieleden die vele jaren geleden zo’n boerderijtje waren gestart, proberend hun brood er mee te verdienen, veelal met veel en hard werken. Vaak een hard en karig bestaan! Veel van de boerderijen waren geheel verbouwd, zodat er van het oorspronkelijke gebouw weinig of niets meer over was. Sommige waren geheel verdwenen en vervangen door een nieuw woonhuis. We troffen eigenlijk maar één boerderij aan die althans uitwendig nog bijna geheel in de oude staat verkeerde. Er waren ook nog maar zeer weinig “echte complete boeren”; meestal betrof het een bijbaan of bijverdienste annex hobby. We ontdekten ook nog een motorenhandel… dat had dus al helemaal niets meer met het agrarisch bedrijf van doen.

Sommigen hadden reeds vergaande plannen voor verplaatsing, dus behoud van hun bedrijf elders. Dat betrof dan meestal de wat jongere bewoners. Velen verkeerden echter in ernstige onzekerheid over de toekomst, met veel financiëie zorgen. Er werd verhaald van veel oneerlijk met betrekking tot de grondprijzen die Gemeente en projectontwikkelaars boden Vaak hoorden wij: moeten we nog elders opnieuw een veehouderij starten of stoppen we er helemaal mee? Ook veel onzekerheid en spanning met betrekking tot de eventuele nieuwe woonplaats; waar zullen we terechtkomen: Hoogland, Amersfoort, Vathorst of toch maar Hooglanderveen? Zullen we nog de gelegenheid krijgen iets van onze hobby, werken met dieren of wat tuinen, uit te oefenen? Ook had men veel kritiek op de voorlichting van de gemeente Amersfoort en de toch wat afstandelijke benadering van de problemen door de betreffende ambtenaren.

En zo zijn we boerderij na boerderij afgegaan, gegevens inzamelend, tekeningen makend, pratend en koffiedrinkend. Veel hebben we geleerd, vele soorten stallen gezien – ik had er nog nooit van gehoord – vele soorten koeien gezien, veel meer dan ik kende. Veel gehoord over ruilverkaveling, grondbehandeling, tuinen, over kunstmatige inseminatie, het fokken van dieren, over het renoveren van leuke boerderijtjes, over moestuinen, over fruitteelt, over boer worden of blijven of juist niet; over melkquota’s, mestproblemen, over geen opvolgers hebben etc. etc. En niet te vergeten, veel gehoord over de Kerk die vroeger veel gronden bezat, de Kerk die een belangrijk ontmoetingspunt was, een plaats waar veel levens van boeren begonnen (doop) en ook veel levens eindigden (begrafenis). In veel boerderijen hing dan ook nog een kruisbeeld.

Net als in Hoogland za1 ook in Hooglanderveen veel van de oude agrarische cultuur verdwijnen, veel van de oorspronkelijke bewoners geboortig in ‘t Veen zullen wegtrekken dan wel “intern” verhuizen. Landerijen met “kerkepaadjes” zullen moeten wijken voor beton en asfalt. We zagen nog een oude foto uit 1960 bij een van de door ons bezochte boeren. De man met wie we spraken was op deze foto te zien, zittend op een slee beladen met kisten aardappelen en een paard ervoor, ploegend door de sneeuw ergens langs de Veenweg. Je moet er niet aan denken dat, wanneer je de foto straks weer zou maken op dezelfde plaats, er een flatgebouw zou staan met een projectontwikkelaar ervoor! Ik weet wel waar ik liever naar kijk! Met veel plezier en interesse hebben we deze visitaties volbracht.

We leverden onze papieren in bij Rob, namen afscheid van elkaar, een indrukwekkende ervaring rijker. We hopen dat onze inspanningen er toe leiden dat men zich later door middel van de door ons verzamelde gegevens een goed beeld kan vormen van Hooglanderveen zoals het was en van de mensen die daar leefden en werkten. Met dank aan Evert.