1999-2-1 Naamgevers van straten in De Biezen (1)

Naamgevers van straten in de Hooglandse wijk De Biezen (deel 1)
Nellie van Vulpen
Met dit artikel lossen wij een belofte in aan de Vereniging Dorpsbelangen Hoogland. Ons lid Geert de Groot was in de nieuwsbrief van deze vereniging begonnen aan een serie over de naamgevers van De Biezen. De VDH had immers in 1993 voorstellen aan de Gemeente gedaan voor de straatnamen. Door Geerts ziekte en overlijden bleef het bij drie artikelen.Nar de personen in dit eerste deel zijn de Jonkvrouw Foeytweg, het Van Loenerf, het Segerserf, de Burgemeester Smittweg, de Wittert van Hooglandlaan en het Burgemeester De Wijserf genoemd. De bijdragen over Van Loen en Segers zijn gebaseerd op korte biografieën die Gerard Pommer voor de VDH-voorstellen had geschreven. In het tweede deel komen personen aan de orde waarvoor nog aanvullend onderzoek wordt gedaan. Het gaat om Jan Grashuis, Wulf van de Grootevheen, Leonard Rooke, Wilhelmus Gudde, Bart Sandbrink, Willem Verbeek en Andreas Wellensiek. Wie over informatie beschikt kan contact opnemen met der auteur, telefoon 472 79 03.
Maria Foeyt
Jonkvrouw Maria Foeyt werd op 19 januari 1674 in Amersfoort gedoopt. Zij was de oudste dochter van Floris Foeyt, heer van Emiclaer. Omdat haar vader geen zonen had, erfde Maria Foeyt de heerlijkheid Emiclaer na zijn overlijden in 1678. Maria was toen pas vier jaar oud; daarom trad haar moeder Gijsbertha van der Borch op als vrouwe van Emiclaer.
In 1696 steunde de vrouwe van Emiclaer de stichting van een eigen katholieke kerk voor Hoogland. Het is mede dank zij de invloed van de katholieke familie Foeyt dat Hoogland door de eeuwen heen katholiek is gebleven. Nu is het niet aannemelijk dat Maria de stichtster is geweest van de kerk van Hoogland. Daarvoor was zij toen nog te jong. Pas na de dood van haar moeder in 1711 werd Maria vrouwe van Emiclaer. Zij was toen 37 jaar oud en ongehuwd. Maria zou nooit trouwen en woonde samen met haar zuster Agatha, beurtelings op Emiclaer en in Utrecht.Maria Foeyt bemoeide zich met diverse zaken op Hoogland en Emiclaer, zowel op kerkelijk als op bestuurlijk gebied. Weliswaar was de kerk gebouwd, maar nog niet alles was goed geregeld. Zij liet vastleggen dat de grond waarop de kerk was gebouwd in erfpacht aan de kerk werd gegeven. Maria bepaalde tevens dat na de dood van haar en haar zuster de erfpacht zou vervallen. In ruil daarvoor zou de kerk elk jaar vier memoriediensten voor de heer en vrouwe van Emiclaer lezen.
Toen de Staten van Utrecht in 1714 de heerlijkheid Hoogland verkochten aan mr Jan Frederik Teeckman vreesde Maria verlies van haar rechten als vrouwe van Emiclaer. Teeckmans broer werd immers schout van Hoogland én Emiclaer. Maria besefte dat zij nu niet veel meer te vertellen had, maar bij de Staten kreeg zij geen gehoor. In 1723 verkreeg de heer van Hoogland zelfs het erfrecht op de benoeming van de schout van het verenigde gerecht. Maria kreeg wel een financiële genoegdoening.In 1738 verkocht Maria Foeyt de heerlijke rechten aan de nieuwe heer van Hoogland, mr Adriaan Wittert. Maar in feite was dat weinig meer dan de bevestiging van een al jarenlang bestaande situatie. De bestuurlijke rol van de heren en vrouwen van Emiclaer was definitief uitgespeeld. Maria overleed op 2 september 1746 op het landgoed Emiclaer.
Cornelis van Loen
Kees van Loen werd op 4 februari 1909 te Hoogland geboren. Hij stamde uit een rasecht boerengeslacht, maar voelde zich meer aangetrokken tot de techniek. Na de lagere school ging hij dan ook naar de ambachtsschool aan de Leusderweg in Amersfoort. Vervolgens ging hij werken bij smederij Kalleveen aan de Breestraat. Daar leerde hij het beroep van kachelsmid. Met de oude Kalleveen betrad Van Loen vele malen de Onze-Lieve-Vrouwetoren voor onderhoud aan het carillon en het torenuurwerk.Het ondernemerschap zat Van Loen in het bloed.
Op 23-jarige leeftijd kocht hij een stuk grond op de hoek van de Zevenhuizerstraat en de Heideweg (nu Ds Posthumus Meijesweg). Daarop zette hij een woonhuis met eigen winkel en werkplaats. Van Loen bouwde in de loop der jaren een goede relatie op met de boeren van Hoogland en omstreken.
Menige boer kwam bij hem om advies over mechanisatieplannen. Van Loen heeft daarmee een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de agrarische bedrijven in Hoogland.Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een chronisch gebrek aan onderdelen. Door Van Loens kennis en vakmanschap bleven de machines echter draaien. Ook bouwde hij clandestiene radioapparatuur.
Cornelis van Loen was niet alleen ondernemer. Gedurende meer dan veertig jaar leverde hij ook een aanzienlijke bijdrage aan de ontwikkeling en bloei van de Hooglandse gemeenschap. Hij was actief in de plaatselijke afdeling van de Katholieke Volkspartij, zat in de raad van toezicht van de Rabobank en had bemoeienis met de plaatselijke afdeling van Veilig Verkeer Nederland. In 1974 trok Van Loen zich terug uit de zaak en liet de leiding over aan zijn drie zonen. Het bedrijf bloeit nog steeds en is sinds vorig jaar gevestigd in industriegebied Calveen. Cornelis overleed in Amersfoort op 21 mei 1976.
Petrus Hendrikus Segers
Meester Segers werd op 11 maart 1880 te Middelharnis geboren. Hij was van 1920 tot 1941 hoofd van de rooms-katholieke St-Henricusschool te Hoogland. Daarvoor was hij hoofd van een rooms-katholieke school in respectievelijk Vossemeer (1909), Kwintsheul (1910) en Keyenborg (1919). Gedurende zijn Hooglandse periode heeft Segers zich bijzonder verdienstelijk gemaakt voor de Hooglandse boeren. Hij was in 1921 medeoprichter van de fokvereniging Hoogland. Daarna bleef Segers jarenlang bestuurslid en adviseur. Mede door zijn toedoen werd hoogwaardig fokvee aangekocht. De melkproductie ging daarmee aanzienlijk omhoog. Daarnaast was hij adviseur van de Coöperatieve Landbouwvereniging, die de samenstelling van het veevoer wist te verbeteren. Ook gaf hij advies bij de aanleg van landbouwproefvelden voor de teelt van gewassen. Niet alleen leverden deze verbeteringen een grotere opbrengst op, ook de voedingswaarde van de gewassen nam toe. De Hooglandse boeren hebben veel profijt gehad van de introductie van deze nieuwe methoden.
Segers speelde ook een belangrijke rol in de scholing van boeren van Hoogland en omstreken. Zijn landbouwcursussen waren in de wijde omtrek bekend. En tenslotte was hij ook nog actief in allerlei koepelorganisaties. Hij was de promotor van katholieke land- en tuinbouworganisaties boven de Moerdijk. Als voorzitter van de Interdiocesane Bond van het bisdom Haarlem en als voorzitter van de Club Utrecht van de Land- en Tuinbouwonderwijzers speelde hij ook op nationaal niveau een belangrijke rol in de Nederlandse agrarische wereld van die jaren. Hij overleed op 29 juni 1966 te Soest.
Andreas Smitt
Smitt werd op 29 juni 1797 geboren in Amsterdam. In 1825-1881 was hij burgemeester van Hoogland, waarmee hij voor zover bekend Nederlands recordhouder is. In die periode maakte het gemeentebestuur een wezenlijke verandering door; toen is de basis gelegd voor de professionele aanpak die wij gewend zijn. Smitt was daar de geknipte persoon voor. Ook als kerkelijk en waterschapsbestuurder was hij decennialang een rots in de branding. Hij overleed op 15 juli 1884 in Amersfoort. Over Smitt is al geschreven in het januarinummer van De Bewaarsman (pagina’s 15-16). Recent heeft Gerard Raven nieuwe gegevens over Smitt gevonden die in november gepubliceerd worden in de Utrechtse Biografieën (zie de aankondiging in dit nummer).
Bartholomeus Bernardinus de Wijs
In tegenstelling tot Smitt was De Wijs een burgemeester van de oude stempel. Hij was op 20 mei 1755 geboren in Amersfoort en stamde uit een oud-katholiek regentengeslacht. In 1795 behoorde De Wijs opmerkelijk genoeg tot de revolutionaire partij die ook in Hoogland opschudding veroorzaakte. Daarna was hij wijkmeester in Amersfoort en ontvanger van het waterschap van de Eem. In 1813 werd Bartholomeus burgemeester en ontvanger van de gemeente Hoogland, vlak vóór het vertrek van de Fransen. Als een ouderwetse regent haalde hij zijn zakelijke en privéfinanciën door elkaar, maar bleef toch nog met schulden zitten. Hij overleed op 9 mei 1825 thuis, op huis Emiclaer waar ook Maria Foeyt had gewoond. Zijn graf is nog te zien op de hervormde begraafplaats Coelhorst.Ook over De Wijs is geschreven in De Bewaarsman van januari (pag. 14). In dit septembernummer schrijft Gerard Raven over zijn rol in de revolutie van 1795.
Wittert van Hoogland
De familie Wittert van Hoogland is door aankoop heer van Hoogland sinds 1737, maar sinds 1848 is dat een eretitel. Over de familie en haar heerlijke rechten schrijft Gerard Raven elders in dit nummer van De Bewaarsman.
Bronnen G.A.H. de Groot, ‘Nieuwe namen in Nieuwland-Zuid. Barthlomeus Bernardus de Wijs (1755-1825)’, Vereniging Dorpsbelangen Hoogland (december 1995) 8-9[idem], ‘Petrus Hendrikus Segers (11 maart 1880-29 juni 1966)’ Vereniging Dorpsbelangen Hoogland (april 1996) 9-11[idem], ‘Cornelis van Loen (4 februari 1909-21 mei 1976)’, Vereniging Dorpsbelangen Hoogland (december 1996) 4-6 G.G. Hilhorst, G.J.A. Raven en N. van Vulpen, ‘Boer, bestuurder en brandweerman. De gemeente Hoogland 1811-1973’, De Bewaarsman 5 (1999) 1-78G.A. Pommer, biografieën bij het straatnamenvoorstel van de VDH (typoscript, 1993)G.J.A. Raven, ‘Andreas Smitt (1797-1884), burgemeester’, in Y. van den Akker e.a. (red.), Utrechtse biografieën. Het Eemland II (Utrecht 1999, in voorbereiding) N. van Vulpen, ‘Maria Foeyt (1674-1746), vrouwe van Emiclaer’, in Y. van den Akker e.a. (red.), Utrechtse biografieën. Het Eemland I (Utrecht 1998) 67-71