2003-2-1 Eigenaren en bewoners van boerderij De Oude Hooft (3)

Eigenaren en bewoners van boerderij De Oude Hooft 1596-1987 (deel 3)
Gerard Pommer en Arie van den Heuvel

Matthijs Thomasz van den Hoven
Thijs Thomasz werd na de dood van zijn vader in 1789 de pachter van De Oude Hooft. De achternaam Van den Hoven werd voor het eerst vermeld toen zijn oudere zus Maria in 1791 te Hoogland trouwde met Peel van Moorselaar. De bewoners van de naburige boerderij De Nieuwe Hooft noemden zich al vanaf 1662 zo en vanaf nu deden die van De Oude Hooft dat ook. Een dag na het huwe­lijk vroeg Maria met succes haar erfdeel van f200 op bij notaris mr Daniël Sas te Amersfoort. Hij was ongetwijfeld familie van de eigenaar van De Oude Hooft; hij trouwde in 1795 (geref.) als weduwnaar met Brigitta Johanna Staal, maar meer gegevens waren niet te vinden. Een ander familielid was Francina Sas, die in 1780 en 1786 te Amersfoort trouwde met Dirk Schumer en Rutgerus Bakhuizen.

In 1803 werd Thijs van den Hoven bovendien ook eigenaar van De Oude Hooft. Op die dag verkochten de zusters Francisca en Geertruida Sas, het echtpaar A.D. Engert en juffrouw Susanne Sas (kinderen van Daniël Sas?) aan Matthijs Thomasz van den Hoven, wonend op De Oude Hooft ‘de gerechte helfte van een zekere boerehuys, hof en hofstede, met het heerehuys of optrek en verdere getimmerte daarop staande, alsmede landerijen, koeyen, plaggenvelden, alle bomen en hout­gewassen, genaamd Den Ouden Hooff, gelegen onder den gerechte van ‘t Hoogland en Emiclaer’. De koop bedroeg f5500 Hollands geld, dus voor guldens en 20 stuivers het stuk [= per gulden].

Matthijs’ broers bleven niet allen op De Oude Hooft. Jan bijvoorbeeld trouwde in 1802 met Marritje Gijsberts van den Hoven, een dochter van Gijsbert Breunisz van den Hoven en Beatrix Willems (van Bosserdijk), die op De Nieuwe Hooft boerden en dus geen familie waren. jan en Marritje kregen geen kinderen en zij overleed al in 1811 in Hoogland. Een maand later vond een boedelscheiding plaats en een taxatie van roerende en onroerende goederen. Daaruit blijkt dat Jan het beheer van De Nieuwe Hooft waarnam voor zijn schoonmoeder, de weduwe Bietje Willems, en daar inwoonde. In 1812 hertrouwde Jan met Arnolda Johanna van de Wolfshaar. Zij kregen één kind, Rijkje (1812). Jan overleed in 1831 en Arnolda in 1836, beiden op De Nieuwe Hooft.

Thijs was intussen in 1819 overleden, 55 jaar oud. Een dag voor zijn dood liet hij als meerderjarige jongeman (vrijgezel) op de plaats of hofstede genaamd Den Ouden Hoven zijn testament opmaken. Hierin lezen we onder meer het volgende: ‘zijnde hij Thijs Thomassen van den Hoven, ziek van lichaam, op een stoel bij de haard zittende, doch zijn verstand, memorie van oordeel en zinnen volkomen

magtig, als enige erfgenamen mijn gezamenlijke broers en zusters, ieder voor een gelijk gedeelte. Voorts en bespreek aan mijn broer Willem Thomassen van den Hoven het regt en keuze tegen een inbreng van ene som van f13.500 in mijn nala­tenschap en in zijn erfpositie aan en over te nemen mijn hofstede Den Ouden Hoven, groot 40 mergen, niet onder begrepen het te veld staande koren, noch enige roerende goederen, dan alleen de mest op de plaats en landerijen gevonden worden.’ Tenslotte lezen we in het testament: ‘Ik legateer een som van f500 aan de armen van de Roomsch Catholieque gemeente op ‘t Hoogland. Getekent in tegenwoordigheid van: Jan van den Coterlet, Peter de Ruiter, Hendrik Penterman en Harmen Wolteers.’

Wilhelmus Thomasz van den Hoven
Matthijs’ broer Willem werd in 1819 de nieuwe eigenaar. Vier maanden na de dood van Thijs leenden de broers en zusters Van den Hoven f6000 met als onder­pand huis, hof, hofstede met berg en schuur en schaaphok en ongeveer 40 mor­gen land, genaamd Den Ouden Hoven.

Willem was rond 1797 getrouwd met Stijntje Cornelis Schothorst. Zij was in 1766 geboren te Stoutenburg als dochter van Cornelis Schothorst en Arisje Voskuyl. Zij kregen zes kinderen die allen te Hoogland geboren zijn: Rijkje (1797), Adriana (1799), Cornelis (1802), Jan (1804), Thijs (1806) en Cornelia (1808). Vader Willem overleed te Hoogland in 1828, maar zijn weduwe Stijntje zette het bedrijf voort.

De Oude Hooft in mei 1987 enkele dagen voor de sloop (collectie Peter Kok)

Geleidelijk verlieten de kinderen intussen het ouderlijk huis. In 1822 trouwde Rijkje met Reijer Cornelisz van den Hoef, landbouwer. Zij kregen drie kinderen. Jaantje (ook wel Ernsje) trouwde in 1827 met Zegerius van ‘t Klooster, brood­bakker en kastelein in de nog steeds bestaande tapperij De Kolkrijst. (In 1856 werd daar bijvoorbeeld een openbare verkoping gehouden van de hofstede De Oude Lodijk, waarvan de helft toebehoorde aan Jaantjes zus Rijkje.) Jaantje kreeg zeven kinderen. Jan trouwde in 1836 met Johanna Hopman; zij kregen zes kinderen. Jan was landbouwer en overleed in 1873 te Amersfoort. Cornelis trouwde in 1839 met Engeltje Koenen; zij gin­gen wonen op de hofste­de De Vurige Wagen te Isselt (Soest). Zij kregen vier kinderen en Engeltje Koenen hertrouwde na Cornelis’ dood in met Wouter van Oostrum, land­bouwer.

Stijntje Cornelis Schothorst.
Stijntje werd zoals gemeld in 1828 de nieuwe eigenaresse van De Oude Hooft. Zij liet een maand vóór haar overlijden in 1836 een testament opmaken. Daarin lega­teerde zij onder meer aan haar drie zonen Cornelis, Jan en Thijs ieder een bed met toebehoren en aan ieder (ook aan dochter Jaantje) f500 in contanten.

Na Stijntjes dood vond er een inventarisatie van de goederen plaats. Uitslag: geschatte waarde f4.818,75. Het totaal aan schulden echter bedroeg fI4.704,39. Het is niet duidelijk waar dat hoge bedrag door was ontstaan. Verder waren er nog inschulden voor f1.180,15. Een greep uit de inschulden: de weduwe Van den Hoef moet nog f20 betalen voor de jaarlijkse huur van een kamer in de hofstede tot november 1835. Thijs van Stralen moet nog f24 betalen wegens een verkocht koebeest. Hendrik Cornelisz Schothorst (broer van Stijntje) moet nog f47 kost­geld betalen; van de fl00 kostgeld per jaar had hij pas f53 betaald. Uitstaande schulden zijn er onder meer aan knecht Teunis van den Hoef (f42 loon) en aan knecht Jacob (f83 loon). Gelet op de grote schulden werd op verzoek van Cornelis, Jan en Thijs van den Hoven, Zegerius van ‘t Klooster (als gemachtigde van zijn huisvrouw Jaantje van den Hoven) en Reijer van den Hoef (als gemachtigde van zijn huisvrouw Rijkje van den Hoven) in 1836 in het logement de Stads Doelen (nu De Observant te Amersfoort) overgegaan tot publieke ver­koop van Den Ouden Hoof, bestaande uit hofstede, bouw- en weiland, veen en plaggenvelden, alsmede het tiendrecht.

De Oude Hooft werd met zes percelen grond voor een bedrag van fl1.800 gekocht door Herbertus Gerardus van den Bergh, grondeigenaar te Amersfoort. Hij was daar in 1798 geboren als zoon van de rooms-katholieke rentenier Joannes Franciscus Xaverius van den Bergh (sr). en diens tweede echtgenote Mechteld Wijnanda de Wijs, die van huis uit oud-katholiek was. Joannes (1760-1832) over­leed in de Utrechtsestraat op het toenmalige huisnummer 106, mogelijk hetzelfde pand Utrechtsestraat A 88 waar Herbertus in 1877 zelf overleed. Deze was getrouwd met vrouwe Catharina Engelberta van Westerloo (1808-1890). Behalve hun twee kinderen en dienstbode woonde er rond 1855 nog een neefje in. Zoon Joannes Franciscus Xaverius (jr) was in 1837 geboren en ging in 1857 naar Utrecht, mogelijk voor zijn studie. Dochter Henrietta (1846), deed in 1867 een sociale sprong door haar huwelijk met jhr Hendrikus J.L. Sasse van IJsselt, rech­ter-plaatsvervanger te Amersfoort.

Maar er waren in 1836 ook nog andere kopers. Vier kampen hooiland groot ruim 6 bunder gelegen in de polder Neerzeldert, werden gekocht door jhr Everard van Weede, landheer van Luttike Weede, ambachtsheer van Dikveld en Roderij, grif­fier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, wonend te Amsterdam, en wel voor een bedrag van f2.150. Twee kampen wei- en hooiland groot ruim 3 bunder gele­gen in de polder De Haar werden gekocht door Jacob Jansz Tolboom, landbou­wer te Leusden, voor een bedrag van f900. Het tiendrecht over ruim 7 bunder werd gekocht door Arie Steenbeek; het had gemiddeld f28 over tien jaar opge­bracht.

De verkoop van roerende goederen vond ook publiek plaats op dezelfde dag en wel om 7 uur ‘s avonds op Den Ouden Hoof, op verzoek van Hendrik Cornelisz Schothorst. De totale opbrengst bedroeg f2.414,43. Verkocht werden onder meer: een zwarte ruin (gecastreerde hengst) voor f32, twee merries voor f71 en f153, een bruine bles (paard met witte vlek op het hoofd) voor f152 en verder nog negen koeien, elf vaarzen (jonge koeien) en drie kalveren. Stijntjes zoon Thijs van den Hoven heeft nog het aanbod gekregen De Oude Hooft te pachten tot na Kerstmis 1839, maar hij is daarop niet ingegaan.

Evert Willem Kaas
In 1839 en opnieuw in 1846 verhuurde Herbertus van den Bergh, de nieuwe eige­naar, De Oude Hoof aan Evert Willem Kaas. Buiten de huur vielen de beide kamers annex huis en de tuin groot ca 4 roeden (totale huur f750 en f150 per jaar).

Een Evert Willem is in andere bronnen niet te vinden, wel Evert Kaas (geb. Soest 1793), katholiek landbouwer, gehuwd met Rijkje Hartman (Hoogland 1795). Zij kregen in 1824-1837 acht kinderen die geboren werden in Barneveld, Leusden en vanaf 1833 te Hoogland, maar blijkens het bevolkingsregister van 1850-1860 woonden ook nog enkele anderen in.

Evert woonde niet op De Oude Hooft; bij de volkstelling van 1849 wordt hij ver­meld op Langenoord. In 1854 blijkt hij op Schoonoord te wonen, toen hij in één maand tijd tweemaal het overlijden van een kind moest aangeven. Hij pachtte immers alleen het land van De Oude Hooft en wat opstallen van de boerderij; tot wanneer dat is gebeurd hebben we niet kunnen achterhalen.

Willem van Hamersveld
Hoe was het zo gekomen dat Evert de boerderij zelf niet kon bewonen? Daarvoor moeten we teruggaan naar het testament van Thijs van den Hoven uit 1819. Er stond namelijk nog iets in: ‘Aan mijn zuster Aaltje Thomassen van den Hoven het vruchtgebruik van de kamer annex mijn hofstede, thans bewoond door Willem van Hamersveld, en nog 25 roeden land uit mijn bogaard om tot een tuintje te gebruiken en dit haar leven lang’. Kennelijk woonde die Willem van Hamersveld dus ook op De Oude Hooft. Hij was rond 1793 geboren als zoon van Teunis Cornelisz van Hamersveld en Heintje Willems Boerse en in 1817 getrouwd met Hendrica (Heintje of Rijkje), een dochter van Thijs’ zus Grietje van den Hoven die in 1793 in Amersfoort was geboren. Willem en Heintje werden na hun huwelijk bijbewoners op De Oude Hooft en kregen zeker veertien kinderen. Veel Hooglanders die de naam Van Hamersveld dragen zijn nakomelingen van dit echt­paar.

Ook Heintjes ouders Grietje en Arie (Aart) Jansz Steenbeek hebben er vermoede­lijk hun oude dag gesleten, want zij woonden er toen Arie op de dag van de open­bare verkoop in 1836 zijn laatste wilsbeschikking liet opstellen. Van die ouders is nog wel meer bekend. Zij hadden een boerderij te Amersfoort en nog vier andere kinderen. In 1827 huurden Arie en Grietje van Joannes Franciscus Xaverius van den Bergh (sr) voor zes jaar ‘2 bunders en 12 roeden tabaksland, met een huis en schuur, genaamd Het Gein, met spijlen, planken, tabaksgereedschappen, gelegen te Hoogland, tabakskisten met 32 luiken, 1 bunder en 27 roeden bouwland genaamd Potjesmorgen, ca 1 bunder bouwland genaamd het Halfzesje.’ In 1836 kocht Arie het tiendrecht van De Oude Hooft. In 1837 leende het echtpaar nog f1000 met als zekerheidsstelling 3 bunder en 20 ellen land en huis genaamd De Buizerd (diezelfde maand zegde de familie Van den Hoven deze hypotheek weer op). Arie overleed in 1840 in Hoogland en Grietje in 1848. Vlak vóór zijn over­lijden droeg Arie nog een schuld van f500 die Hendrik Penterman aan hem had over aan zijn kleinzoon Jan van Hamersveld.

Omdat Evert Kaas niet op De Oude Hooft woonde was er nu weer wat ruimte vrij. Bij de volkstelling van 1849 blijkt er dan ook nog een daglonersgezin op Den Hoof te wonen: Lammert Dijkhuizen (30) met zijn vrouw Hendje van den Brink (26) en eenjarig kind Geertje.

In het testament dat Willem van Hamersveld kort voor zijn dood in 1868 liet opmaken is te lezen dat hij nog steeds in het huis op De Oude Hooft woonde, met onder meer zijn zonen Jan (1822) en Theodorus (1840). Heintje was al overleden in 1862. Het is denkbaar dat Willem intussen in staat was de landerijen van de hoeve zelf te pachten, zoals zijn zoon na hem deed.

Theodorus van Hamersveld
Vanaf 1868 was de ongehuwde Theodorus van Hamersveld hoofdbewoner van De Oude Hooft. Deze werd in 1877 geërfd door Joannes Franciscus Xaverius van den Bergh (jr), inmiddels een vermogend koopman te Den Haag. Hij was lid van de Malen van Hoogland sinds 1863 en gaf in 1898 een groot deel van het archief uit als bronnen publicatie. In 1891 werd op zijn verzoek in Het Valkje te Amersfoort een openbare verkoping gehouden van De Oude Hoof, gelegen aan of nabij de Kockboersteeg, de Zielhorsterlaan, de Oude Molensteeg en de hofstede Emiclaer. Het geheel was bijna 28 ha groot en werd in zes percelen verkocht als volgt:
no.1.: De boerenhofstede De Oude Hoof, bestaande in: woonhuis met achterhuis, bakhuis, wagenschuur en loods, drie hooibergen, wei-en bouwland, boomgaard en tuin, samen groot bijna 8 ha. Koper was Willem Kok voor de prijs van f 4.800.
no.2.: Wei-en hooiland genaamd De Groote Maat, Het Dammet, De Middelste en Voorste Maat, samen groot bijna 7 ha. Kopers waren Evert van den Bos en Roelof Lockhorst voor de prijs van f 4.800.
no.3.: Bouwland genaamd De Doornkamp, groot bijna 2 ha. Koper was Arie van Dijk voor de prijs van f 1.240.
no.4.: Bouwland genaamd De Eerste Middelste en Derde Hooge Kamp, groot bijna 5 ha. Koper was Toon van ‘t Klooster voor de prijs van f 3.500 .
no.5.: England (bouwland) aan de Zielhorsterlaan, groot bijna 5 ha. Koper was Wouter van de Burgwal voor de prijs van f 2.100 .
no.6.: Weiland thans bouwland genaamd De Heijen, groot bijna 2 ha. Koper was verkoper J.F.X. van den Bergh zelf voor de prijs van f 1.500.

Willem Kok was dus koper van de boerderij met bijna 8 ha grond. Willem (1845-1917) was geboren als zoon van Peter Kok en Geert je van Dijk. Hij trouwde in 1873 Hendrica (Heintje) van de Hoef (1851-1905), dochter van de overleden Teunis van de Hoef en Gijsberta Vos kuilen (1814-1912). Willem nam nu het beheer van de boerderij in De Hoef over van zijn schoonmoeder. Zij kregen twee kinderen: Peter (1875) en Teunis (1877), die later de boerderij van zijn ouders over­nam. Hoewel Peter nog maar zestien jaar oud was dacht vader Willem aan de toekomst en kocht hij reeds een boerderij voor hem. nipsel over de veiling

Bij de aankoop kwam de grond direct in gebruik bij de familie Kok, maar dit gold niet voor De Oude Hooft. Theodorus van Hamersveld bleef blijkens het bevol­kingsregister nog op de boerderij wonen tot 1901. Ook pachtte hij tot Kerst 1892 de zes percelen land van De Oude Hooft die we al eerder zijn tegengekomen voor [700 per jaar. Hij is uiteindelijk in 1913 overleden; zijn broer Jan was hem al in 1889 even ongehuwd voorgegaan.

Peter Kok
In 1901, tien jaar nadat Willem Kok de Oude Hooft had gekocht voor zijn zoon, trouwde Peter Kok te Hamersveld met Hendrika (Hentje) van den Hengel. Zij was in 1873 geboren te Stoutenburg als dochter van Jan van den Hengel en Catharina Aarts van de Zuidwind. Peter en Hentje Kok kregen in 1902-1916 dertien kinde­ren, waarvan acht zonen en twee dochters de volwassen leeftijd haalden. In de loop der jaren kocht Peter bijna al de grond die tot 1891 bij De Oude Hooft behoorde weer terug. Hij vergrootte de boerderij ook met andere aankopen. Peter heeft in het bestuur van tal van organisaties gezeten. Hij was onder andere raads­lid van de gemeente Hoogland, voorzitter van de Boerenbond en voorzitter van de raad van toezicht van de Boerenleenbank. Op Goede Vrijdag 14 april 1911 brand­de De Oude Hooft af, maar werd herbouwd.
De Oude Hooft kreeg grote landelijke bekendheid nadat Jan Kok, de zoon van Peter, op de boerderij proefvelden liet aanleggen. Veel jonge, maar ook oudere boeren zijn hier in de jaren 1930 op excursie geweest en hebben het belang van rasveredeling en kunstmest waar genomen. Op De Oude Hooft was reeds vóór de Tweede Wereldoorlog een landbouwtrekker aanwezig. Hendrica overleed in 1946, Peter Kok in 1955.

Karel Kok
Hoewel Karel (1912) vijf oudere broers had nam hij De Oude Hooft over. Hij trouwde in 1949 met Elisabeth Abelen. Op hun 38e huwelijksdag in 1987 werden de laatste muren van De Oude Hooft gesloopt en werd het puin afgevoerd. En daarmee eindigde na meer dan 1000 jaar de geschiedenis van De Oude Hooft …
Met dank aan Gijs Hilhorst en Gerard Raven voor hun commentaar en aanvul­lingen.

Bronnen Gemeentearchief Amersfoort
Archief Malen 8-1
Archief Waterschap Rivier de Eem 81, kaartboek De Oude Hooft (1596) 1716
Archief gemeente Hoogland 4 (memoriaalboek gerecht Hoogland 1644-1654)
Archief gerecht Hoogland 777, protocolboek 22,1. en 15.10,1700,7.7.1747,11 en 14,7.1750
Notariële archieven 17.5.1791,22.7.1803, 18.7.1811,27,3 en 3.7.1819, 23.7, en 25.12.1836, 22.2.1846, x,1.1837,27.2,1891
Het Utrechts Archief
Archief Staten landsheerlijke tijd 346 (morgengeld ca 1470), 396 en 398 (oudschildgeld ca 1536 en ca 1548) Archief huis Lilaar (Liendert) 1590-1796, invnrs 1-3
].EX. van den Bergh (ed.), Het archief van het zeer oude en voorname Collegiè van de malen op het Hoogland buiten de stad Amersfoort (3 dln, Den Haag 1898)
H. van de Hoef, Het gerecht van Hooglandt, Excerpten van prothocollen 1690-1796 (Amersfoort 2001)
Eemlandse klappers op doop-, trouw- en begraafboeken
C. Dekker, Een zeer oud en voornaam college, Geschiedenis van de malen op het Hoogland buiten Amersfoort
].H.M. Hilhorst, ‘De Oude Hoef of de Tijnshof van de Sint-Paulusabdij te Emiclaer; Flehite 26 (1999) 38-41
].H.M. en ].G.M. Hilhorst, Soest, Hees en De Birkt van de achtste tot de zeventiende eeuw (Hilversum 2001)
G.A. Pommer, Den Nieuwen Hoofd, den Ouden Hoofd en de drie stamreeksen Van den Hoven [Hoogland 1996J
F. Snieder, ‘Schothorsterlaan 31: De Oude Hof,’ Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 1988-1989 25-26

Eigenaren van De Oude Hooft
ca 1000-1581 Sint-Paulusabdij
1581-1700 Staten van Utrecht
1700-1720 Matthijs Klaasz van Bogerijen
1720-1732 wschl. Wouter Matthijsz van Bogerijen
1732-1767 Francina Matthijs van Bogerijen, weduwe van Daniël Sas wschl. Matthias Sas
1767-1792 wschl. Daniël Sas
1792­-1803 Francisca Sas, Geertruida Sas, echtpaar A.D.Engert, Susanne Sas
1803-1819 Matthijs Thomasz van den Hoven
1819-1828 Wilhelmus Thomasz van den Hoven
1828-1836 Stijntje Cornelis Schothorst, weduwe van Wilhelmus van den Hoven
1836-1877 Herbertus van den Bergh
1877-1891 Joannes van den Bergh
1891-1901 Willem Kok
1901-1949 Peter Kok
1949-1987 Karel Kok

De hoofdbewoners van De Oude Hooft * tevens eigenaar
ca 1407-1412 Gijsbert Foyert
1412-ca 1430 Timan Willemsz
1533-1548 Hendrik Petersz Barre
1571 Jan Hendriksz [Borre]
1583 Roelof Petersz
1596-1610 Aart Roelen (Aart Roelof Petersz)
1619-1653 Jan Aartsz Roelen
1657-1670 Aart Jansz Roelen
1675 Willem Aartsz
1701-1728 Hessel Klaasz
1728-1743 Jacob Woutersz (van Rossenberg)
1743-1750 Lambert je Hendriks, weduwe van Jacob (van Rossenberg)
1750-1789 Thomas Thijsz (door huwelijk met Lambert je Hendriks)
1789-1819 *Matthijs Thomasz van den Hoven
1819-1828 *Wilhelmus Thomasz van den Hoven
1828-1836 *Stijntje Cornelis Schothorst, weduwe van Wilhelmus van den Hoven
1839-na 1846 Evert Kaas tot 1868 Willem van Hamersveld (vanaf 1817 bij bewoner)
1868-1901 Theodorus van Hamersveld
1901-1949 *Peter Kok
1949-1987 *Karel Kok