door Gerard Raven
In de Utrechtse biografieën heb ik een artikel gepubliceerd over de Hooglandse burgemeester Andreas Smitt (1797-1884), die overigens ook begraven is in het familiegraf op het kerkhof van Oud-Leusden. Toen het boekje verscheen kreeg ik een tip dat van zijn ouderlijk gezin prachtige silhouetten bestaan. Ik heb hierover een nieuw artikel geschreven, dat vooral over de Amersfoortse activiteiten van de familie Smitt gaat. Maar zij hadden ook Hooglandse connecties. Daarover wil ik het dit keer hebben.
Andreas´ vader Joan Wilhelm (geboren te Amsterdam in 1754) werd in 1823 of 1824 ontvanger der directe belastingen en accijnzen van Hoogland. Naar aanleiding van deze benoeming kwam hij in Amersfoort wonen. De rijksontvanger van Hoogland kon heel goed in Amersfoort wonen, omdat zijn werk bestond uit het zitting houden in het gemeentehuis (nu café De Noot) op tevoren aangewezen dagen. Het werk werd voorbereid door de gemeente-ontvanger, die verder de gemeentebelastingen inde. Bovendien zal Joans werkgebied ook de minigemeente Duist, de Haar en Zevenhuizen hebben omvat, die te klein was voor een aparte ontvanger.
Joans gezin woonde eerst op het huidige adres Langestraat 53, maar blijkens de volkstelling van 1830 was dat inmiddels Breestraat 58 geworden. Ook hier was het gezin Smitt slechts huurder. Het pand was in bezit van Willem Vlug. Deze was Joan Wilhelm Smitts collega: hij was rijksontvanger van de gemeenten Leusden en Stoutenburg. Net als Hoogland behoorden die gemeenten fiscaal gezien tot het arrondissement Amersfoort. In 1825 werd Willem door de heer van Hoogland voorgedragen als burgemeester en gemeente-ontvanger van Hoogland. Pikant is dat zijn tegenkandidaat niemand anders was dan de jonge Andreas Smitt. Omdat de functiecombinatie uitgerekend toen verboden werd kregen beiden er één: Andreas werd burgemeester en Willem ontvanger.
Vader Joan bleef in functie tot hij in 1832 overleed; zijn vrouw was al vijf jaar eerder gestorven. Andreas en zijn zusters gingen nu weer bij elkaar wonen in het ouderlijk huis. Zij waren allen ongehuwd. In 1843 verhuisden zij naar het verwaarloosde landhuis op Schothorst, als een soort oppassers voor de eigenaar. Later vinden wij hen op boerderij De Eng in Liendert, toen ook gemeente Hoogland. Daar stierf zus Magdalena in 1857 aan de cholera. Omdat Andreas in die tijd niet kon werken (iemand anders trad op als ambtenaar van de burgerlijke stand) was hij vermoedelijk ook ziek. Een jaar later keerde hij met drie zussen en een nichtje terug naar Amersfoort. Daar overleden de zussen in de periode 1860-1866 en Andreas in 1884.
In 1905 vinden we opnieuw leden van de familie Smitt in Hoogland. In dat jaar overleed Coenraad, een neefje van Andreas en oud-directeur van het postkantoor te Amersfoort. Zijn weduwe Hermanna Cornelia Johanna Putman Cramer (geboren in 1841) verhuisde nu naar Hoogland. Haar kinderen waren al uitgevlogen; de jongste zoon Coenraad (geboren in 1881) bijvoorbeeld was toen werknemer bij een wijnhandel in Amsterdam.
In 1907 gingen Hermanna en Coenraad wonen op de villa Molenhoek aan de Hamseweg 63 (tegenwoordig Molenweg 2). Coen werd nu zelfstandig wijnhandelaar, zoals blijkt uit de afgebeelde reclamekaart. Hij is niet erg lang gebleven, maar in het bevolkingsregister kunnen we zijn vertrek niet vinden. Toen de gemeente in 1920 met nieuwe boeken begon was hij verdwenen. In 1917-1920 woonde een schoonzus van Hermanna in, maar daarna bleef deze alleen achter tot haar dood in 1930. Een jaar later is de Molenhoek verbouwd tot burgemeesterswoning.
Helaas heb ik geen oude Hooglanders kunnen vinden die zich haar nog kunnen herinneren. Ook zijn er geen familiefoto´s boven water gekomen, maar wie weet gebeurt dat nog eens!
Literatuur
G.J.A. Raven, ´Andreas Smitt (1797-1884), burgemeester,´ in Y.M. van den Akker e.a., Utrechtse biografieën. Het Eemland II (Utrecht 1999) 188-193G.J.A. Raven, ´Silhouetten van de Amersfoortse familie Smitt 1800-1910,´ Flehite. Historisch jaarboek voor Amersfoort en omstreken 3 (2002) 114-128