Een priester tussen de oude en de nieuwe tijd
Nellie van Vulpen
In het voorjaar van 2004 moest de Amersfoortse Commissie Straatnaamgeving een passende naam bedenken voor de nieuwbouw tussen de Hoog en Wellerlaan, Brenninkmeijerlaan, Van Beeklaan en de Postloperlaan. De Commissie koos voor Johannes Maria Goes, ter herinnering aan één van de laatste pastoors van Hooglanderveen. Wat heeft Jan Goes voor Hooglanderveen betekend? En waarom wilde men juist deze pastoor in herinnering houden?
Voorgeschiedenis
Goes werd op 14 februari 1910 te Kamerik geboren als boerenzoon. Hij doorliep in Apeldoorn het kleinseminarie en in Driebergen-Rijsenburg het grootseminarie. In 1938 werd hij in Utrecht tot priester gewijd. Hij was achtereenvolgens kapelaan in Herveld (1938), Kamerik (1942), Utrecht (1946) en Arnhem (1952). In 1956 werd hij bouwpastoor van de nieuwe H. Geestparochie in Amersfoort. In 1970 werd hij benoemd tot pastoor van Hooglanderveen. Zijn voorganger pastoor A.G.L. Golbach was met emeritaat gegaan en was in Deventer gaan wonen.
In het hart gesloten
Toen pastoor Goes zich in Hooglanderveen vestigde, kreeg hij te maken met de gevolgen van de roerige jaren zestig, die ook de kerkgemeenschap van Hooglanderveen niet onberoerd hadden gelaten. Pastoor Golbach had het er in de ogen van veel Hooglanderveners niet echt goed van afgebracht. Hij was een dominante, eigenwijze figuur geweest. Bovendien had hij op kosten van de parochiekas grote uitgaven gedaan die niet ieders instemming hebben gehad. Alhoewel de nieuwe kerkbanken volgens Geurt Hilhorst toch wel een heel stuk beter zaten dan de oude. De nieuwe pastoor slaagde er in weer rust te brengen in de parochie.
Tussen de jeugd en de kerk was in de voorgaande jaren een verwijdering ontstaan. Maar met pastoor Goes werd het contact weer hersteld. Toen hij nog maar net in Hooglanderveen was, werd hij benaderd door de afdeling Hooglanderveen van de Katholieke Plattelands Jongeren. In die jaren organiseerden verschillende KPJ-afdelingen jaarlijks een musical. De afdeling Hooglanderveen had de musicalproductie Ben ik mijn broeders hoeder? op het programma staan. Dit bijbelse verhaal werd in een modern jasje gestoken en gebaseerd op het thema van de Amerikaanse musical West Side Story. De spelers hadden hiervoor de stem van God nodig, maar ze wisten niet goed hoe ze dat voor elkaar konden krijgen. Zij besloten daarop gewapend met een bandrecorder naar de pastorie te gaan en de pastoor te vragen de desbetreffende tekst in te spreken. Eén en ander verliep in zo’n prettige sfeer dat daarna het ijs voorgoed gebroken was. En de musical werd een daverend succes.
Aan pastoor Goes bewaren de parochianen in Hooglanderveen goede herinneringen. Het feit dat hijzelf van boerenafkomst was zal er wellicht ook toe hebben bijgedragen dat de nieuwe pastoor en zijn parochianen elkaar goed verstonden. Hij hield van een sigaartje en van lekker eten en dronk op zijn tijd graag een borrel. Volgens zijn huishoudster Bep Delpeut was haar werkgever een beetje een kamergeleerde, die veel zat te lezen. Zij kende hem al vóór 1960, toen zij huishoudster was bij de jongere broer van Goes die ook pastoor was. Zijn vakanties bracht Jan Goes bij deze broer en zijn huishoudster door. Bep is in totaal veertien jaar lang bij Jan in dienst geweest. Zij werd zijn steun en toeverlaat genoemd en zij is tot het einde van zijn leven bij hem in dienst geweest.
Pastoor en parochie naar nieuwe tijden
Het Vaticaans Concilie en het eerste pastoraal concilie in Nederland brachten veel veranderingen teweeg binnen de rooms-katholieke kerk. Het ging ook andere eisen stellen aan de pastorale zorg. Zo moest er veel meer overleg gepleegd worden en in zijn hart was pastoor Goes daar niet onverdeeld gelukkig mee. Voor hem had al dat overleg niet zo gehoeven. Goes was zelf geen man van vernieuwing; hij gaf toe dat hij er moeite mee had. Maar hij stelde zich er wel voor open en had begrip voor de veranderende tijden.
Pastoor Goes was een pastoor die noch modern, noch van de oude stempel was. Hij was een zorgzame vaderfiguur. Als men hem nodig had was hij er, maar verder hield hij zich op de achtergrond. Hij was geen vlotte prater, maar kon met enthousiasme spreken over zijn geliefde bedevaartsoord Kevelaer of over lekker eten. In zijn preken mocht hij graag vertellen over Israël, waar hij een paar maal een rondreis had gemaakt. Eenmaal op dreef, kon hij bijna geen einde aan zijn verhaal maken.
Tijdens de ambtsperiode van pastoor Goes was het kerkbestuur waarvan hij voorzitter was, ook het bestuur van de Sint Josephschool in Hooglanderveen. Deze school was opgericht door datzelfde bestuur. Onder Goes werden beide besturen ontkoppeld. Het nieuwe schoolbestuur heeft toen de nieuwbouw van de school op zich genomen. Hij heeft zelf geen zitting in dat schoolbestuur genomen.
Met emeritaat
Op 31 december 1980 ging pastoor Goes met emeritaat, na een priesterschap van 42 jaar, waarvan tien jaar in Hooglanderveen. Hij werd opgevolgd door M.J.K. (Mek) Batenburg. Het kerkbestuur liet tegenover de kerk een nieuwe woning bouwen en stelde dat Goes ter beschikking. Bij zijn afscheid kreeg hij van zijn parochianen bijna vierduizend gulden cadeau en dat geld besteedde hij aan de aanleg van zijn tuin. Goes was een groot liefhebber van tuinieren en hij kon met deze gift zijn tuin naar eigen inzicht inrichten. Een andere grote hobby van hem was genealogie. Hij slaagde er in een uitgebreide stamboom van zijn familie op te stellen en kon ook daar met groot enthousiasme over vertellen. Daarnaast bleef hij toch nog actief als priester. Hij trad regelmatig op als assistent in Baarn en Leersum en in Amersfoort in de kapel van Birkhoven.
Op 14 augustus 1993 overleed Jan Goes na een ernstige ziekte. Hij was 83 jaar oud en had een paar weken tevoren zijn vijfenvijftigste priesterjubileum gevierd. Inmiddels was zijn opvolger Mek Batenburg al overleden, iets wat Goes bijzonder zwaar gevallen was; hij was toen zelf al ziek. Na Batenburg heeft Hooglanderveen geen eigen pastoor meer gehad. Goes vond zijn laatste rustplaats op het kerkhof van Hooglanderveen, temidden van wat hij noemde ‘Deze eerlijke en oprechte mensen die zich geen knollen voor citroenen laten verkopen’.
Bronnen (aanwezig in de collectie van de Historische Kring Hoogland)
Vraaggesprekken met Bep Delpeut en Niek v.d. Hengel (winter en voorjaar 2005) Hilhorst, G., Pastoor Johannes Maria Goes (typoscript Hooglanderveen 1997) Hilhorst, G. en A. Verheul (typoscript Hooglanderveen 2004) Bidprentje J.M. Goes Goes, A., Predikatie uitvaart pastoor M.J. Goes [foutief gedrukt; moet J.M. Goes zijn] (typoscript 1993) Vernooij, J. In memoriam pastoor Goes (typoscript 1993)