2009-2-7 Van studentenkamer naar vier gezinnen onder één dak

Boerderij Groot Liendert van Van ‘t Klooster
GUIDO DE WIJS

Joke Rijneveen, studente aan de kunstacademie, zat op donderdag 4 mei 1972 op het terras van een boerderij. Samen met vriendin Gerda Teuns ontbeet ze in de zon aan een achtergelaten tafeltje. Zojuist had Joke een huurcontract ondertekend en een kamer toegewezen gekregen door Joost Willemsen van de Stichting BAHA (Bureau Alternatieve Huisvesting Amersfoort). Ze ging 70 gulden per maand betalen. Een shovel van slopersbedrijf Van Kouwen-Van de Neut stond dreigend op het erf. Dit bedrijf was bezig met het afbreken van de varkensschuur. Joke kon het bijna niet bevatten dat ze een studentenkamer kon gaan huren in een boerderij.

Boerderij Groot Liendert, Liendertsedreef 92, oktober 1972 (alle foto’s collectie auteur)

Een mooie kamer
Een verlaten boerderij. Met een lege koeienstal en een uitpuilende hooischuur, een kelder met pekelbakken en daarboven de opkamer. Met een mooie kamer waar de glas-in-loodramen glinsterden in de zon en een door de houtworm aangetaste voordeur, die potdicht zat. De gierkelders waren overvol. Wiebelige telefoon- en elektriciteitsbovenleidingen liepen via hoge houten palen naar het pand. Er was geen aardgas en geen riolering. De boerderij lag naast de spoorlijn, vlakbij twee onbewaakte spoorwegovergangen in de Liendertsedreef en de Zwarte Steeg, doorgaans het Zwarte Weggetje genoemd. Ach ja, het Zwarte Weggetje, die heerlijke fietsroute tussen de eeuwig ruisende en wuivende populieren naar Hoogland.



Vuurrood

Joke bleef niet lang de enige nieuwe bewoner. Ook Wim van der Kant en Rita Klomp, eveneens studenten van de kunstacademie, namen hun intrek. Daarna volgden nog meer jongeren. Met veel poezen. Totdat alle kamers en schuurtjes gevuld waren. Weldra kwamen er konijnen, geiten en paarden. Later ook kippen en schapen. In de tuin ontstonden groenteveldjes en bloemperken. De fruitbomen rond het huis schonken peertjes om te stoven en appels om te moezen.

In september reikten vier meter hoge zonnebloemen naar de hemel. Het keukenraam werd vuurrood geverfd. De treinen raasden onverminderd langs maar meestal hing er een serene stilte, zo nu en dan geaccentueerd door het vriendelijk beierende klokje in de toren van de Hooglandse dorpskerk. Tijdens huisfeestjes liep er wel eens een dronken gast de beerput in, elke winter bevroor de wc op de deel, de bliksem sloeg regelmatig in de telefoon- en elektriciteitspalen en alle kamers waren voorzien van levensgevaarlijke oliekachels en oliereservoirs, maar de
boerderij was een waar paradijs binnen het koninkrijk Hoogland.

 

 

 

 

Daarna volgden nog meer jongeren, maart 1975.
V.l.n.r. Joke Rijneveen met poes Roosje. Dirk Kuiper, Conny van de Bijl, Joke Kramer en Jan Gramberg. Het keukenraam was vuurrood geverfd.

Keistad-strategen
Dat schone Hoogland werd op 1 januari 1974 geënterd en geannexeerd door de gulzige piraat Amersfoort. De woningnood werd een ware plaag en de grote stad wilde bouwen. Waar moesten al die huizen komen? De Keistad-strategen hadden het snel gezien. Ten noorden van de spoorlijn was nog ruimte. Landje-pik dus. Eerst werd de gemeente Hoogland opgeheven en het grondgebied aan Amersfoort toegevoegd. Daarna noemden ze de weilanden aldaar De Hoef en Schothorst-Noord. Verderop ging het vrije veld Zielhorst en Kattenbroek heten. Later kwam Nieuwland. Een visionaire ambtenaar in het stadhuis mompelde al voorzichtig Vathorst, maar hij werd niet serieus genomen.

Het bouwrijp maken van Schothorst kon in 1982 van start gaan. Heien en graven maar! De gele bulldozers en graafmachines van de gebroeders Smink B.V. Grondwerken uit Hoogland rukten op, vermorzelden de klaprozen en de rest van de natuur, en de rode zandvrachtwagens voerden het zand af. Plotseling lagen overal rioolbuizen van Martens beton en werden er grachten gegraven. Op 20 september verscheen er een blauwe circustent met partytafels in het platgewalste land vlak achter de boerderij. Naast de tent verrees een houten podium en katheder waarop stond De Heraut.

De witte vlag van Lunetten Utrecht bv Ontwikkelingsmaatschappij wapperde fier. Wethouder Everard Verweij kroop in de cabine van een heikraan van Vroom Heiwerken b.v. en ramde de eerste paal de grond in. Twee boze buren klauterden op een zandhoop en hielden een spandoek omhoog: HÈ HÈ EINDELIJK INSPRAAK? VERGEET ‘T MAAR! De bouwbobo’s in donkere maatkostuums vóór de tentingang keken beschaamd de andere kant op en hielden hun glimmende schoenen smetteloos door op een houten vlonder te blijven staan. Je handen vuilmaken aan iets, dat kan nog wel, maar je gaat niet met je voeten in de modder staan.

De kit
In augustus 1977 ging ik in de boerderij samenwonen met Joke Rijneveen. We betaalden samen 70 gulden huur per maand. Inmiddels was Simone Simonis al ingetrokken; zij ging wonen op de kit, de boerenknechtenkamer boven de deel.

Enkele jaren later ging ook Ruud Vriends, de vriend van Simone, een kamer huren in het woonhuis. Inmiddels hadden bijna alle oorspronkelijke bewoners de boerderij verlaten, na het voltooien van hun opleiding. Wim en Rita van der Kant bleven in de boerderij wonen en kregen twee kinderen: Karin en Martijn. Joke en ik kregen twee zonen: Jasper en Bram. Ook Simone en Ruud kregen twee zonen: Sander en Bart. In 1987 kwam het gezin van Jos en Jettie van der Maas in de boerderij wonen. Zij namen hun drie zonen mee: Mark, Roland en Stefan. We ontdekten dat alle kinderen van de boerderij de letter a in hun naam droegen; het was een toevallige code.

Fons Asselbergs op bezoek
Op 15 mei 1979 kwam het bericht van opheffing van de Stichting Jongerenhuisvesting Amersfoort (SJA, die de in 1975 failliet verklaarde Stichting BAHA opvolgde). Directeur Nauta van het Grondbedrijf van de gemeente Amersfoort zou verder als huurbaas optreden. Op 18 juni vertelde een buurvrouw dat er een zwarte limousine met chauffeur was gestopt voor onze boerderij en dat zij wethouder voor huisvesting Fons Asselbergs zag uitstappen. Hij wilde met ons komen praten over de overdracht van het beheer van de boerderij van de SJH naar het Grondbedrijf, maar helaas, er was niemand thuis.

Geëlektrocuteerd
We kregen op 13 mei 1980 ruzie met Ad Kooyman van de gemeente, die de huur fors wilde verhogen maar geen achterstallig onderhoud wilde laten doen. Door een storm in november 1977 waren boven de schuur wel vijftig dakpannen weggerukt. Er was daardoor een groot gat ontstaan en wind en regenwater hadden vrij spel. De schuurdeuren rotten weg en de stenen vielen met cement en al spontaan uit de muren. Ook onze kelder in het woongedeelte liep na elke plensbui onder water. De koelkast stond daar en we hadden die uit voorzorg al op een bierkrat gezet. Toch dreigden we geëlektrocuteerd te worden als we met laarzen aan door het water waadden om een fles melk uit de koelkast te plukken. Verder stond de centrale schoorsteen op instorten. Om de zoveel tijd vielen de elektriciteit en de telefoonverbinding uit tijdens een windvlaag. We belden geregeld naar de gemeente, we stuurden vele steeds wanhopiger wordende brieven, maar niets hielp. De boerderij was blijkbaar opgegeven; we moesten maar zien hoe we ons redden.

Opgesloten
De spoorwegovergangen in de Liendertsedreef gingen op 4 mei 1987 plotseling dicht voor de aanleg van de Zielhorsterweg (in eerste instantie het spoorweg-tracé genoemd) en ook het nieuwe station Schothorst langs de spoorlijn Amersfoort-Zwolle. En dát terwijl het raadsbesluit over de afsluiting van de overgangen pas een maand later voor iedereen ter inzage zou liggen. Eerst waren er nog plannen voor een fietsviaduct onder de spoorwegen door, maar dat werd allemaal veel te duur. Amersfoort zal nooit een fietsstad worden. De bewoners van de huidige Jerolimodreef en wij op de Liendertsedreef-Noord zaten ineens opgesloten en konden niet meer via de Liendertsedreef naar de stad. Daar moest een oplossing voor komen, een ontsluitingsroute. Iemand op het stadhuis bedacht toen dat die weg het beste dwars door onze tuin en over ons erf zou kunnen lopen, richting Sara Burgerhartsingel naar Station Schothorst. Een rampenplan voor ons. Na veel omslachtig democratisch inspraakgedoe ging de aanleg van deze doorgangsroute gelukkig niet door. Er werd gekozen voor een ontsluiting via de Zwarte Steeg naar de Batostraat.

Slopen
Verder kwamen burgemeester en wethouders van Amersfoort op 25 april 1985 met de alarmerende mededeling dat ze onze boerderij alsnog gingen slopen. Op het vrijgekomen terrein wilden zij vier vrije-sectorwoningen bouwen. Wij hapten naar adem en lieten het college weten dat we graag in de boerderij wilden blijven wonen. We vonden dat dit pand ongetwijfeld een ‘beeldbepalend element in de wijk’ zou worden. We vroegen voorzichtig of de boerderij eventueel te koop was. De reactie was verrassend. B&W hadden besloten ons in de gelegenheid te stellen de boerderij over te nemen voor 230.000 gulden (kosten koper). Maar dan moesten we wel zorgen voor renovatie en een ‘deugdelijke erfafscheiding’ . Vele gesprekken volgden, maar op 5 maart 1987 was het zo ver. Vier gezinnen kochten gezamenlijk de boerderij, om die vervolgens via een splitsingsakte te verdelen in vier afzonderlijke wooneenheden onder één dak.

De verbouwing kon beginnen. Wij gingen tijdelijk in stacaravans wonen in de tuin en staken de handen ijverig uit de mouwen. De aannemer ontdekte tijdens de renovatie dat de bouwkundige staat van de boerderij slecht was. Als iemand tegen een buitenmuur leunde, viel die krachteloos om. Er is uiteindelijk geen steen op de andere blijven staan. De gehele boerderij is, op de voorgevel na, afgebroken en opnieuw opgebouwd. Maar wel met de oorspronkelijke, door ons fanatiek afgebikte stenen.

De boerderij van Van ‘t Klooster
‘Is dat de boerderij van Van ‘t Klooster?’, werd me vaak gevraagd. Ja, we hoorden van de buren dat dit de boerderij van de familie Van ‘t Klooster was geweest. Wie was die familie? Van een buurvrouw kreeg ik het telefoonnummer van één van de zonen Van ‘t Klooster: Frans. Op 7 januari 2004 maakte ik een afspraak met hem. Hij vertelde mij bereidwillig alles over zijn jeugd en zijn familie op de boerderij en gaf mij ruimhartig foto’s mee. Op vrijdag 4 november 2005 was er een speciale bijeenkomst in Museum Oud-Soest, waar een expositie over de familie Van ‘t Klooster startte. Ik ontmoette daar drie broers: Frans uit Hooglanderveen, Arie uit Vleuten en Wim uit Zuidhorn.

Groot Liendert
De treinen razen nog altijd langs onze boerderij, evenals de auto’s op de Zielhorsterweg. Ons adres veranderde van Liendertsedreef 92 in Robbeknolerf 41a en 41b/Rodderikweg 31 en 33. Er kwam een gracht rond de boerderij. Het klokje van de kerk van Hoogland kunnen we alleen nog horen bij felle noordwestenwind. We moesten de schapen verkopen, maar de kippen zijn gebleven. De oorspronkelijke perenbomen staan nog altijd vóór de oude voorgevel. De glas-in-loodramen glinsteren nog altijd in de zon. En elk jaar komen we wel iemand tegen in Hoogland die constateert: ‘Oh, jullie wonen in Groot Liendert, de boerderij van Van ‘t Klooster!’

Literatuur
Brongers J.A., Historische Encyclopedie van Amersfoort (Amersfoort 1998)
Hekkema Herma, Stadspark Schothorst Amersfoort, een hecht samengaan van geschiedenis, recreatie, landschap, ontwerp en milieu (Amersfoort 1993)
Met dank aan Frans, Arie en Wim van ‘t Klooster, Gijs Hilhorst, Inge Vos en Verena Koperdraat (Amersfoort Nu), Heleen de Bruijn (Amersfoortse Courant), Joke Rijneveen, Simone Simonis en Ruud Vriends, Wim en Rita van der Kant, Marga en Ad Botterblom, Ton en Marianne Hartman-van ‘t Klooster, Henk Tolboom, Steven Hartogsveld, Silvia Hartogsveld en Riëtte van Lint-van ‘t Klooster

In een volgend nummer een apart artikel over de familie Van ‘t Klooster van Groot Liendert.