Nieuw boek
HEIN VISSER
In 1890 verscheen de eerste ijsbaan in Hoogland en twee jaar later kwam er een andere baan vlakbij. Het resultaat was ‘n ijselijke concurrentie. Die concurrentie beslaat bijna de helft van mijn boek 750 jaar ijs in Amersfoort, dat onlangs is verschenen. Er staan dertig krantenartikeltjes in, waaruit ik deze totaal vergeten historie kon reconstrueren. En hoe ging het daarna?
In 1890 stichtten enkele Amersfoorters de IJsclub Voorwaarts. Zij legden hun baan aan ten zuiden van de Schans, hoewel dat terrein destijds nog behoorde bij de gemeente Hoogland. De gemeentegrens liep over de dijk van de Grebbelinie. Destijds stroomde daar nog de Oude Eem, de voorloper van de ons bekende rivier. Een restant daarvan is nu nog steeds te zien langs het stukje voormalige Grebbeliniedijk, tussen de Hooglandseweg en het Valleikanaal.
Vóórdat dit kanaal in 1937 werd gegraven, stroomde het riviertje verder rond de Schans en over het terrein waar het nieuwe ziekenhuis zal worden gebouwd. Het waterde uit in de Nieuwe Eem, precies op de plek waar nu de provinciale weg naar Bunschoten loopt over de Driesluizenbrug (genoemd naar het waterschapje De Drie Sluizen, dat hier oorspronkelijk een waterwerk van drie kleine klepsluisjes beheerde). De polder heet hier De Maat. Een maat is een weiland langs de rivier dat kan overlopen.
Vóórdat het kanaal werd gegraven stroomde de Oude Eem inderdaad bijna elke winter over. De rivier inundeerde dan vijf hectaren weiland tussen de Liniedijk en de Hooglandseweg. Daar opende Voorwaarts in december 1890 haar ijsbaan, hoewel dit gebied destijds helemaal niet bij Amersfoort behoorde. Het viel nog onder de zelfstandige gemeente Hoogland. Hooglandse boeren protesteerden heftig tegen die Amersfoortse indringers, want zij hadden daar altijd gratis geschaatst en moesten plotseling entree gaan betalen. Niettemin kon Voorwaarts daar de baan twee winters lang met succes exploiteren. Met zóveel succes dat men besloot om de pachter van die weilanden een soort huur te gaan betalen. Die pachter was Jan Schoonderbeek op Groot Weede. Toen die bemerkte dat er geld verdiend kon worden aan de schaatsers, besloot hij om zijn eigen ijsbaan aan te leggen. Ook aan de Oude Eem, maar precies aan de andere kant van de Schans. Daar kwam ijsbaan De Maat; nog geen vierhonderd meter van Voorwaarts!
Op Tweede Kerstdag van 1892 gingen beide banen tegelijk open en ontstond er een felle concurrentie. Een in het boek afgebeelde krantenartikeltje uit januari 1893 toont dat er geen middel onbeproefd werd gelaten: Schoonderbeek stuurde de veldwachter van Hoogland naar Voorwaarts om de naleving der drankwetten te laten controleren en de Amersfoorters plaatsten boze brieven in de krant. Maar zij verloren de strijd en gingen in 1895 failliet.
In 1938 werd Groot Weede gekocht door Willem Kok, de vader van Herman die er nu nog steeds boert. Die zette de ijsbaan voort tot hij het land in 1955 verkocht aan de landmacht voor de bouw van het mobilisatiecomplex. Kok verplaatste z’n baan honderd meter naar het oosten. Toen daar de Maatweg werd aangelegd, schoof hij nóg een stukje op. Op deze Nieuwe Maat is nog geschaatst tot 1971.
In mijn boek staan nog veel meer saillante details over de manier waarop de Hooglanders hun keistedelijke concurrenten een hak zetten. Lees het in 750 jaar ijs in Amersfoort (Amersfoort: Amersfoortse IJsvereniging 2009), 85 pp, €10.
Op 6 januari 1893 won Willem Hooft (ca 1870-1946) deze zilveren medaille op De Maat. Destijds was er alleen kunstrijden, nog geen hardrijden. Hoofts ouderlijk gezin woonde op boerderij De Kooi helemaal achter in Zevenhuizen op de grens met Bunschoten, maar men kerkte in de Sint-Martinuskerk (collectie kleinzoon Wim Keizer).