2010-3-1 De Middenstand in Hooglanderveen, 1950-1975

Een denkbeeldige wandeling
CEES VAN DEN HEUVEL

Het is nu moeilijk voor te stellen dat er zo’n veertig jaar geleden wel 25 winkels in het dorp waren. Een denkbeeldige wandeling geeft een indruk van het gevarieerde aanbod.

Begin 20e eeuw nam het aantal inwoners van Hooglanderveen gestaag toe. Dat kwam door ontwikkelingen als de opening van een halte aan de spoorlijn (1898), de bouw van de coöperatie (1915), de katholieke Sint-Josephkerk (1918) en de Boerenleenbank (1921). In 1930 waren er 360 inwoners. De eer­ste winkeliers vestigden zich aan de Van Tuyllstraat en de Heideweg. Het dorp was voor een groot deel zelfvoorzienend. Men was minder snel geneigd voor boodschappen naar Hoevelaken of Nijkerk te reizen dan bijvoorbeeld de inwo­ners van Hoogland naar Amersfoort. Concurrentie was er ook; er waren meer­dere bakkers, aannemers en kruideniers.

Hard werken
Na de oorlog nam het inwoneraantal verder toe. In 1947 was het al verdubbeld tot 753 inwoners. Daardoor was er ook meer behoefte aan uitbreiding van het winkelassortiment. De mensen die in het dorp een winkel oprichtten, waren niet allemaal afkomstig uit Hooglanderveen zelf. De familie Altena kwam oor­spronkelijk uit Hoevelaken, Mulder en Van de Mast kwamen uit Nijkerk en een aantal kwam uit Hoogland.

Het was toen al hard werken voor deze mensen. Menigeen moest veel omzetten om het hoofd boven water te houden. Er werd vaak gedacht dat een winkel welvaart betekende, maar dit was echt niet zo. Er waren ondernemers die ook elders een baan hadden. De openingstijden waren toen anders dan tegenwoor­dig. Nadat de gezinnen zondags uit de kerk kwamen, gingen de mannen naar Het Houteveen voor een borreltje en gingen de vrouwen nog even boodschap­pen doen.

Opening van de winkel van De Ridder, mei 1962

De kruidenierswinkels waren allemaal met bediening en werkten veel met uit­breng. De eigenaar of medewerker van de winkel ging dan de ene dag van de week boekjes met daarin de bestellingen ophalen bij de klant (soms tot in Hoevelaken of Hoogland) en de andere dag werden deze thuis bezorgd. Ook was er concurrentie van buitenaf. Bakkers uit omliggende dorpen kwamen hier hun brood aan de man brengen, vaak nog goedkoper. Er kwam zelfs iemand vanuit Barneveld.

Wandeling
We komen van de Nijkerkerstraat de bebouwde kom binnen. De Van Tuyllstraat is genoemd naar Henri Charles baron Van Tuyll van Serooskerken, van 1915 tot 1930 burgemeester van Hoogland. Aan de rechterkant stond de Bovag-autorijschool van Anton Mulder. Aanvankelijk verzorgde hij taxiritten voor broer Eef en van 1970 tot zijn pensionering in 1998 heeft hij als zelfstan­dig ondernemer veel inwoners begeleid bij het verkrijgen van een rijbewijs. Theorielessen werden achter in de garage gegeven.

Iets verder aan de linkerkant komen we bij drukkerij Van Beek. Oprichter Cees van Beek was destijds werkzaam bij de coöperatie. Hij schreef toen al teksten en maakte eenvoudige boekjes. Toen deze activiteiten zich verder uitbreidden startte hij in 1974 een eigen bedrijf op de hoek van de Van Beeklaan.

Buurman was bloemist/hovenier Gradus van de Brug, met daarachter de kassen waar hij zelf bloemen en planten kweekte voor de verkoop. Daarnaast het gara­gebedrijf van Mulder. Eef Mulder exploiteerde ook een tankstation met het merk Avia, verleende taxidiensten en verhuurde auto’s.

Buurvrouw Door Schut nam van haar vader de manufacturenzaak over. Zij ver­kocht ook tabakswaren en religieuze artikelen, zoals kruisbeelden, rozenkran­sen en zangboekjes. Sinterklaas was hier een trouwe bezoeker. Haar man Willem de Ridder werkte als tuinman bij hovenier Gradus van de Brug. Hij ver­zorgde tevens de tuin bij dokter Verbeek in Hoogland.

Daarnaast schoenmaker G. Vianen, wiens vader ook zadels en touw verkocht. Voor nieuwe schoenen ging men door de winkeldeur aan de voorzijde naar binnen, reparaties konden ook via de zijdeur. Tegenover Mulder en Vianen was het transportbedrijf van veerijder Wulf Traa, die het bedrijf van zijn oom Dorus Traa had overgenomen.

Houteveen
We komen nu bij de Brenninkmeijerlaan, genoemd naar Stefan Joseph Brenninkmeijer, die de eerste pastoor van de Sint-Josephparochie was (1916­1930). Op de hoek staat café ‘t Houteveen van de familie Tomassen. De geschiedenis van deze voormalige boerderij gaat eeuwen terug. In 1647 word al gesproken van een keuterstede Hateveen (zie verder mijn artikel bij bronnen).

Rijwielhandel Mossink, mei 1962

Daarnaast de rijwielhandel annex Total-tankstation van Bertus Mossink. Zijn vader Gerrit was in een gedeelte van ‘t Houteveen begonnen met de verkoop en het onderhoud van fietsen. In 1956 is een nieuwe winkel met bijbehorende werkplaats gebouwd.

Aan de overkant passeren we de kerk en het consultatiebureau van het Wit­Gele Kruis. Daarnaast slagerij Buinink. Buinink had de slagerij overgenomen van Piet Renkers en had als zetbaas ene Burbach aangenomen. Hier achter lag het Sint-Josephgesticht, dat in 1967 werd vervangen door nieuwbouw die bejaardentehuis Sint Jozef ging heten.

Daarna zijn ook de panden van het Wit-­Gele Kruis en de slager afgebroken. Piet Buinink heeft toen aan het eind van de Van Tuyllstraat een nieuwe winkel gebouwd en het Wit-Gele Kruis kreeg een nieuw onderkomen aan de Alphons Mulderlaan.

Buurman was bakker Van de Kletersteeg. Willem van de Kletersteeg startte hier in 1926 een bakkerij, die later door zijn zoon Jan werd overgenomen. De ver­nieuwde winkel werd op 9 oktober 1964 heropend door burgemeester Laumans (zie foto omslag). De winkel wordt tegenwoordig voortgezet door de derde generatie.

Aan de linkerkant van de Van Tuyllstraat stond de katholieke Sint-Josephschool onder leiding van meester Smeets. Daarnaast de winkel van Jan van Hengstum en Co van de Pol. Zij verkochten voornamelijk manufacturen, maar later ook woninginrichting, zoals meubilair. Gerrit van de Pol, vader van Co, was hier ooit een aannemersbedrijf begonnen, waar later de winkel uit is ontstaan. In de oude werkplaats werden rond 1950 nog kookcursussen gegeven.

Zijn buurman was Heijmeskamp, de schilder. Heijmeskamp heeft later de zaak overgedaan aan zijn overbuurman Blom, die de verfwinkel en het schildersbe­drijf voortzette aan de overkant van de straat. Naast Blom zat kapper Teus van de Brug, later als kapsalon annex drogisterij voortgezet door dochter Truus met echtgenoot Jos Helmich. Daarnaast Jan Tijrnense, de groenteman. Op de gevel van dit pand staat nog de tekst De Vlijt. De Vlijt was de naam van een coöpe­ratieve bakkerij die in 1921 is ingezegend door pastoor Brenninkmeijer. Toen de eigenaar stopte zette bedrijfsleider Jan Brundel de bakkerij voort.

Rechts van de Van Tuyllstraat komen we bij de Kwekersweg (nu Bombiezen). Hieraan lag het tuindersbedrijf van de familie Verheul. Theo en An Verheul brachten niet alleen hun producten naar de veiling, maar verkochten de groente ook rechtstreeks uit de kassen. Voordat de bedrijfswoning aan de Kwekersweg gebouwd was, verkocht de vader van Theo en Michiel Verheul groenten vanuit zijn woning aan de Van Tuyllstraat (tegenwoordig garage P. Ebing).

Spar
Links van de Van Tuyllstraat begint de Van Zuijlenlaan, genoemd naar de familie Van Zuilen (zonder j) die boerderij ‘t Zandhuisje schonk en zo de oprichting van het Sint-Josephgesticht mogelijk maakte. Meteen aan de linker­zijde was de garage van de plaatselijke vrijwillige brandweer gevestigd, tot aan de opheffing.

Aan de rechterzijde stond bouwbedrijf Van Bekkum, naast het ouderlijk huis. Oprichter Jan van Bekkum bouwde hier zijn eigen huis met werkplaats, waarna het hele bedrijf in 1973 verplaatst werd naar een eerder gebouwde loods aan de Heideweg.

Aan de overzijde zat zuivelhandel Job Steenbeek, in het voormalige pand van kruidenier Gradus Tomassen. In de beginperiode kwam Job met de bakfiets met daarop zijn handel langs bij zijn klanten. Melk werd aanvankelijk niet verpakt afgeleverd, maar los in bussen of kannen van de klant.

Op de hoek van de Gerard Schimmellaan zat Spar-kruidenier Altena. Hier wer­den in 1941 al kranten verkocht. De zaak is later voortgezet door schoonzoon Boerserna.

Achter in de Van Zuijlenlaan stond het boerderijtje van Jan van de Brug, waar eieren en melk verkocht werden. Aan het einde van de laan kon men bij een goederenspoorlijn komen. Hier was voor de opkomst van aardgas een kolen­overslag voor de landbouwcoöperatie en kolenhandelaar R. van Veluw.

Postkantoor en bank

Heropening kruideniers­winkel C. van Dijk. november 1961

We komen nu terug bij de hoek van de Van Tuyllstraat. Hier was het postkan­toortje gevestigd, gestart door de familie Bus en later voortgezet door mevrouw Van Hamersveld. Het bestond uit een klein halletje met één loket. Daarnaast de Vivo-kruidenierswinkel van Kees van Dijk, die later door zijn zoon Cees werd voortgezet. Hij besloot tot nieuwbouw op dezelfde locatie. Ten tijde van de ver­bouwing was er een noodwinkel op een perceel tegenover de coöperatie. In 1961 werd de winkel heropend.

Tegenover Van Dijk, op de hoek van de Kwekersweg, stond de Boerenleenbank. Deze was gevestigd in de woning van Daan Brouwer. Hij had er nog geen volle­dige baan aan; zijn hoofdinkomen verdiende hij als boekhouder bij de coöpera­tie. In 1955 verhuisde de bank met kassier Wim van den Heuvel naar een nieuw pand aan de overkant van de Van Tuyllstraat. Door de fusie van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank is de naam in 1972 veranderd in Rabobank.

Tegenover de bank stond het hoveniers bedrijf van Dirk Kok, waar men ook tuinmateriaal aan huis kon kopen. Achter zijn bedrijf bevond zich de boom­kwekerij. De laatste winkel was die van slager Piet Buinink, tevens hekkenslui­ter van deze straat. Hier stond ook de Coöperatieve Landbouwvereniging en Malerij “De Samenwerking”. Deze vervulde een belangrijke rol in het dorp, maar ook daarbuiten. Er hoorden ook een OK-benzinestation en een agrarische winkel bij.

Heideweg
De spoorweghalte was in 1936 al opgeheven. We steken de spoorlijn over naar de Heideweg. Hier vinden we meteen rechts de smederij van Joop Mulder. De vader van Joop, Alphons Mulder, was rijksgediplomeerd dorpssmid en handel­de ook in kachels, landbouwwerktuigen en ijzerwaren. Paarden werden er van nieuw beslag voorzien. Later werden er in de winkel ook huishoudelijke artike­len verkocht.

Iets verder aan dezelfde kant van de straat startte Willem van de Mast met loodgietersactiviteiten. Daarnaast boorde hij bijvoorbeeld waterputten. Zoon Rijk van de Mast zette de zaak later voort, en daarna zoon Wim.

Aan de overzijde had zijn broer Gerard een elektriciteitszaak. Voorheen zat in dit pand de kleinhandelsonderneming Excelsior van de familie Tomassen, afkomstig uit de Van Zuijlenlaan. Er werden daar dranken, rookwaren en pluimveevoeders verkocht.

Iets verder links café Janus Schalkwijk (tegenwoordig Ambiance Houtrust). Jan Schalkwijk verkocht er in de jaren vijftig al klompen. De zaak werd voortgezet door Paul Boersen, die er een snoepwinkeltje bij had.

Daar tegenover olie- en kolenhandel Renger Veluw met een witte pomp. Renger had destijds een oliewagen en een vrachtwagen waarmee hij melkbussen reed.

Daarnaast de protestants-christelijke lagere school, die in 1970 is gesloopt. Hier tegenover had Wim van de Hoven een garagebedrijf annex benzinepomp van het merk OK.

Van de 25 winkels en bedrijven die er in 1981 nog waren zijn er niet veel meer over. Dat komt vooral door schaalvergroting, concurrentie en het ontbreken van opvolgers. Toch is in het dorp nog een aantal bedrijven actief, meestal doordat de kinderen het hebben overgenomen. En met de nieuwe woonwijk Vathorst om de hoek zijn er zelfs ondernemers die de uitdaging aangaan een nieuwe winkel of te starten.

Bronnen
Arie van den Heuvel, Gerard Raven en Nellie van Vulpen (red.): Een wereld van verschil. Hooglanderveen ontmoet Vathorst (Hoogland 2003)
Cees van den Heuvel, ‘Het Houteveen 1918-2008’, De Bewaarsman 14 (2008) 57-68
Met dank aan Gerard van de Brug, Diana van Dongen en Jan van de Kletersteeg.

De Boerenleenbank met woning, augustus 1961