Een vechtpartij in oorlogstijd
GIJS HILHORST
We lezen tegenwoordig met afschuw over mensen die een mes bij zich hebben, maar in de 17e eeuw was dat heel gewoon. En ook toen hielden boerenknechten al van een potje knokken. Lees maar eens waar dat toen toe kon leiden.
In het Rampjaar 1672 neemt een Frans leger Amersfoort voor een aantal maanden in. De Fransen brengen de katholieke eredienst terug in de stad, maar verder bezorgen de soldaten grote overlast. Ze willen eten en slaapplaatsen en hebben zo hun eigen manier om dat te regelen. Als ze er een maand zijn trekt Hendrik Woutersz uit voorzorg met de koeien van zijn vader rond in Hoogland. Gosen Heymansz doet dat met de beesten van Jan Teunisz, wonend op Den Ham. Hij woont op het boerderijtje De Nieuwe Tolick, gelegen op de hoek Coelhorsterweg-Hamseweg (voorheen bakker Van den Hoven). Dat is een doorgaande weg, dus extra kwetsbaar door de rondreizende soldaten. Als de avond valt brengen de mannen de koeien onder in de schaapskooi van boerderij Kattenbroek, die is gepacht door Hendriks vader.
De vechtpartij
Als ze daar mee bezig zijn komen de gebroeders Gijsbert en Teunis Jacobsz aanlopen. Zij wonen vlakbij, op boerderij Schoonoord, waar hun vader Jacob Evertsz boer is. Zij hebben met Gosen nog een appeltje te schillen. Hij had Gijsbert bij een ruzie voor de voeten geworpen: ‘Dan sal u schelm de duyvel haelen’. Maar Gosen wil zijn woorden niet terugnemen. Gijsbert begint met zijn stok te slaan, waarop Gosen valt. Hendrik Woutersz loopt om het schapenhok heen om de vechtersbazen te scheiden, maar nu slaat Gosen Gijsbert neer. Als die weer opstaat houdt Hendrik hem vast. Nu slaat broer Teunis Jacobsz Gosen met de steel van een schapenschup (een schop voor schapenmest). Gosen valt weer en beweegt lange tijd niet, zodat iedereen denkt dat hij dood is.
Hendrik en Gijsbert helpen hem tenslotte weer overeind. Als Gosen weer goed op zijn benen staat gaat hij zonder iets te zeggen naar huis. Hij is al een klootscheut (60 m) verwijderd, maar dan loopt Gijsbert hem na. Gosen keert zich om, maar krijgt zó’n klap dat hij op zijn ene knie valt. Om zich te verdedigen geeft Gosen Gijsbert een slag op zijn hoofd. Dat loopt niet goed af. De omstanders brengen Gijsbert haastig naar zijn huis terug, circa 150 roeden (600 m) verder. De volgende ochtend wordt het slachtoffer naar Amersfoort gebracht, waar hij na een week overlijdt.
Afloop
Hendrik Woutersz legt hierover twee jaar later een getuigenis af voor de notaris. Hij merkt nog op dat Gijsbert zó hard aanviel dat Gosen hem nauwelijks kon afweren; hij bedoelt dus dat hier sprake was van noodweer. Kennelijk is dat na al die tijd nog nodig; het duidt erop dat Gosen niet is gearresteerd, maar hij vindt het wel nodig dat het voorval nog eens wordt vastgelegd. Met Hendrik loopt het ook goed af. Hij trouwt op 24 september 1676 met Heiltje Jacobs, de zus van het slachtoffer!
Bronnen
Archief Eemland, Notariële archieven AT015a002 folio
14, notaris Van Brinckensteyn, getuigenverklaring 16-05-1674 (oude stijl) DTB Hoogland