Wat is de juiste naam van het beeld?
ADRIËNNE NI]SSEN
Op de ledenvergadering van januari overhandigde Toos Dobma-Keizer een fotoboek over de opening van de gymzaal aan de Historische Kring Hoogland in 1964. Eén van de foto’s stond model voor het bijbehorende beeld dat twee jaar later onthuld werd. Het staat er nog steeds, op de hoek van de Zevenhuizerstraat en de Sportlaan. Maar waarom heet het in de volksmond Kaasdragertjes?
Het bronzen beeldje laat twee jongetjes zien, die met de ruggen naar elkaar gekeerd staan en de armen ineengeslagen hebben. De ene jongen buigt voorover, waardoor de ander de lucht in wordt getild.
Wout Maters
Het beeld werd in 1966 gemaakt door de beeldhouwer Wout Maters. Hij werd in 1931 geboren in Ijmuiden en kreeg zijn opleiding aan de Vrije Academie Artibus in Utrecht. Aansluitend volgde hij de beeldhouwklas van de Internationale Sommerakademie für Bildende Kunst in Salzburg. In 1964 won Maters de Wiegersmaprijs, die sinds 1953 wordt uitgereikt door het Genootschap Kunstliefde uit Utrecht. Een wisselprijs voor het beste werk van de leden. Daarna begon zijn carrière pas goed.
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig maakte Maters een hele reeks plastieken op de thema’s ontkieming en groei. Hij werkt namelijk het liefst abstract, maar voor een opdracht is hij ook bereid om terug te gaan naar nul, zoals hij het zelf noemt. Vooral als dat bij de omgeving past, zoals het Hooglandse beeldje. Kunstwerken van Maters zijn ook te vinden in onder andere Tilburg, Utrecht, Velsen en IJmuiden.
‘Beeldhouwen is schrijven in de ruimte’, vindt Maters. Hij vertelde dit vooral aan zijn leerlingen op Artibus, de academie waar hij ooit zelf student was. Hij vestigde zich er ook en woont er nog steeds. Maters nam alleen opdrachten aan die hem bevielen. Misschien is hij daarom nooit bekend geworden bij een groot internationaal publiek. Toch exposeert Maters geregeld: vorig jaar nog in het Stedelijk Museum in Vianen. Daarnaast is hij een vaste kunstenaar van Galerie en Beeldentuin De Verbeelding in Baarle Nassau. Daar is altijd werk van hem tentoongesteld.
Fotoboek
Het kleine fotoalbum komt uit de nalatenschap van de ouders van Toos’ partner. Het bevat een serie foto’s over de opening van de gymzaal op 14 november 1964, gemaakt door Nelleke Boon (toen 16 jaar). Toos vertelt: ‘Nelleke was de dochter van eierhandelaar Boon en maakte de foto’s in opdracht van haar vader voor de heer A. Zwartkruis, het hoofd van de school.
Gert Kreijne neemt een andere jongen op de rug; de fanfare speelt bij de onthulling.
Zowel meneer Boon als meneer Zwartkruis deden veel voor het dorp. Een gymzaal was destijds spectaculair. Sporten deed men altijd buiten; als het slecht weer was, dan werd er niet gesport.’ Ze bladert het boekje door en wijst de foto aan van de jongens die rond die tijd model stonden voor het beeld. ‘Ik ben lid van de Historische Kring Hoogland en heb wat mensen gebeld voor de namen van die jongens, maar dat wist helaas niemand.’ Ook levert het doorbladeren geen naam van het beeldje op. Er wordt alleen gesproken over ‘het kunstwerkje van Wout Maters’.
Vier namen
Het beeld is bij Hooglanders bekend als Kaasdragertjes, maar Toos meende dat het Pompen moest zijn. Op www.archiefeemland.nl staan twee foto’s met de naam Botertje wegen. Tijd dus om het telefoonnummer van de kunstenaar te achterhalen en hem de vraag voor te leggen. Maters is inmiddels bijna tachtig en vindt het fantastisch om na ruim 45 jaar nog een vraag over het beeld te krijgen. ‘Ik herinner mij die jongens niet meer, maar wel de dag van de opening. Ik heb het kunstwerk Kaasje dragen genoemd, een kinderspelletje; ik denk dat ze het nog wel doen. Dat die naam in de loop der tijd verbasterd is tot Kaasdragertjes kan ik me best voorstellen.’
Dit is een bewerking van twee artikelen in Amersfoort Nu van 1 en 22 december 2010.