Een jeugdherinnering
Jaap Voorburg
In 1973 was er een grote oliecrisis. Ik werkte toen bij het ministerie van Landbouw en deed daar onderzoek naar de mogelijkheden van energiewinning uit mest. We wisten dat in Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog energie was gewonnen uit mest, in de vorm van gas. Voldoende reden om daar bij het onderzoek aandacht aan te besteden.
We lieten zelfs een kleine installatie bouwen ongeveer ter grootte van een melkbus. Die was niet bedoeld om er onderzoek mee te doen, maar het was een blikvanger op beurzen en tentoonstellingen. Het ging dus om biogas en dat betekent dat je de installatie ‘tot leven’ moest brengen en in periodes tussen de tentoonstellingen ‘aan de praat’ houden. Dat lukte allemaal redelijk goed, maar er was toch nog een probleempje. De gasproductie was wat kleiner dan verwacht en daardoor was het vlammetje erg klein. Bovendien was deze vlam bijna kleurloos. Het was dus geen goede blikvanger.
Een herinnering aan mijn jeugd bracht uitkomst. Het feest van Kerstmis werd altijd sober gevierd. De versiering bestond uit een eenvoudige kerststal met daarbij een paar kaarsjes. Het meest bijzondere in mijn ogen was een kandelaar. Deze had een zodanige constructie dat er boven de kaars een propeller hing, die in een horizontaal vlak kon draaien. Aan de uiteinden hiervan hingen koperen engeltjes met een bazuin. Door de warmte van de kaarsvlam gingen deze vrolijk hun rondjes draaien. Een zus had deze kandelaar bewaard en het lukte om deze constructie boven de gasvlam te monteren en … ook nu draaiden de engeltjes hun rondjes. We hebben ze toch maar vervangen door varkentjes. Op de vakbeurs was het zó’n succes dat ze even in het TV journaal te zien waren.
Bij het vervoer naar een volgende beurs ging het echter mis. Eén van de leidingen brak en terwijl de deskundigen zich over de ‘patiënt’ bogen, barstte deze met een zachte plof uit elkaar. Een collega werd rijkelijk besproeid met de inhoud. Hij stopte zijn kleren in een grote plastic zak en bracht deze naar een stomerij, gekleed in een overall van het bedrijf. Daar trok de juffrouw een vies gezicht toen zij de zak opende en zei: ‘Dit moet echt chemisch gereinigd worden!’ Maar zij kreeg als antwoord: ‘Dat hoeft helemaal niet, want het is maar varkensmest’.