2013-1-3 Salomon Klein, de moord op een Joodse onderduiker in 1945

door RUUD HOPSTER

Veel oude Hooglanders hebben wel eens van Sam Klein gehoord,
maar weinigen weten de details. Waar kwam hij vandaan en
waar zat hij dan ondergedoken? Hoe zat dat met het verraad en
is de dader gestraft? En waar bleef zijn gezin?

Sam Klein werd geboren op 28 januari 1906 te Amersfoort. Zijn ouders waren
Joseph Klein en Sara Rosenboom. Vader was koopman in tweedehands goederen.
Op 5 september 1914 verhuisde het gezin van Krankeledenstraat 24 naar
Muurhuizen 2 en enige jaren later ging Sam aan het werk in de zaak van zijn
vader. Sam trouwde met Jet van der Horst (geboren 19 Juni 1919 in Wolvega)
en ging wonen in de Scherbierstraat 15, waar hij ook bedrijfsruimte had. Het
echtpaar had twee kinderen: Joseph (geboren 13 augustus 1939) en Max (22
augustus 1942).

Hooglanderveen
De familie Klein had in de loop van de oorlog een onderduikplaats gevonden in
het boerderijtje waar Evert van Dasselaar (geboren 1882) alleen woonde sinds
het overlijden van zijn broer Willem en zijn schoonzuster Aaltje Walet. Dat boerderijtje
was toen al eigendom van buurman Bokkers. Het lag aan de Roevoeterstraat,
vlak bij de Laak, tussen de boerderijtjes van Arie Traa (nr. 7) en Bokkers
(nr. 9). Evert was veekoopman en wellicht kende hij Sam Klein van de markt. De
vader van Sam stond bijvoorbeeld op de markt in Putten met oud ijzer.


De Roevoeterstraat liep van de Veenweg naar de Laak; op dit bonneblad van 1931 net onder het woord Buurtsdijk (Universiteitsbibliotheek Utrecht).
Nr. 1 Familie Bokkers, nr. 2 Evert van Dasselaar, nr. 3 Familie Traa, nr. 4 Familie Schüsser.

Tegen het einde van de oorlog was Hooglanderveen frontgebied. De eerste
Canadese verkenningseenheden werden gesignaleerd. Tegelijkertijd waren
Duitse troepen en eenheden landwachters actief. Een Frontsicherungsbataillon
had de opdracht het gebied van ‘terroristen’ te zuiveren. Geregeld werden evacués
en onderduikers in dat gebied gewaarschuwd en dan trokken die verder de
Achterhoek in.

Arrestatie
Op 18 april 1945 was het weer zover. Velen hadden gehoor gegeven aan een
waarschuwing zich elders in veiligheid te brengen. Ook Sam vertrok met zijn
gezin, maar hij kwam later op de dag toch terug. Er waren al zo vaak waarschuwingen
geweest en Sam placht te zeggen dat ze hem toch niets konden maken.

Maar nu ging het mis. Een eenheid landwachters kwam vanuit de richting
Nijkerk en vroeg bij Schùssler (die tegenover Dasselaar woonde) of er Joden waren.

Een oom van Teus Schùssler liep klappen op toen hij zei van niets te
weten. Daarna gingen de landwachters rechtstreeks naar het boerderijtje waar
Sam Klein zich had verborgen. Zij waren vermoedelijk door verraad op de
hoogte van de aanwezigheid van onderduikers.
Sam werd uit huis gehaald, meegenomen naar de andere kant van de boerderij
en daar doodgeschoten door landwachter Sije Enne Koopmans. Daarna werd
het boerderijtje in brand gestoken. Omstanders wilden de brand blussen, maar
Bokkers wist hen daarvan af te houden. De landwachters waren nog maar net
de Laak over en hadden gedreigd: ‘Als jullie gaan blussen, gaat alles er aan!’

Hoe het afliep
Evert van Dasselaar was radeloos en is met mevrouw Klein en de kinderen over
de Veenweg naar pastoor Hendriks gelopen. De pastoor heeft Teunis van
Zijtveld van de politie op de hoogte gebracht van de gebeurtenissen. Die zorgde
ervoor dat het stoffelijk overschot per schuifkar naar Nijkerk werd gebracht.
Daar is Sam Klein aanvankelijk begraven op het Joodse kerkhof aan de
Amersfoortseweg.
Mevrouw Klein is met haar twee kinderen ’s nachts naar Putten gelopen, waar ze
opgevangen werd door de bevrijders. Na de oorlog verhuisde ze naar Amsterdam.
In 1948 werd Sije Enne Koopmans in een proces voor het Bijzonder Gerechtshof
te Leeuwarden ter dood veroordeeld. Dat was voor de moord op Salomon Klein,
maar ook voor medeplichtigheid aan de moord op de rechter baron Harinxma
thoe Slooten te Leeuwarden op 13 februari 1945. In november 1948 werd de
doodstraf omgezet in levenslange gevangenisstraf.

Monument
In de jaren ’90 werden de bouwplannen voor Vathorst ontwikkeld. Toen heeft
Corrie Bokkers-Kleinveld een gedenkteken in de vorm van een houten kruis
geplaatst op de plek waar Sam Klein is doodgeschoten. Hierop staat de tekst:
‘Stille getuige uit vervlogen tijd. Eind april 1945 is hier een Jood vermoord’.
‘Misschien had het geen kruis moeten wezen’, zegt Corrie, ‘maar ik kon het
niet verdragen dat die plek niet meer terug te vinden zou zijn’.

Met dank aan Jan Penterman


Het herdenkingskruis (foto Corrie Bokkers-Kleinveld).

Bronnen
– Gesprekken met Jan Prins en Arie Bos (door Jan Penterman), met Corrie Bokkers-Kleinveld, Teus Schüssler en Arie Bos (door Ruud Hopster)
– Archief Eemland, bevolkingsregister Hoogland 1920-1939
– Heerenveensche Koerier 7 april 1948
– Leeuwarder Courant 7 april en 30 november 1948
– Nieuwsblad van het Noorden 20 april 1948
– J.L. Bloemhof, Amersfoort ’40-’45 (Amersfoort 20052)
– Arie van den Heuvel, Gerard Raven en Nellie van Vulpen (red.), Een wereld van verschil.
Hooglanderveen ontmoet Vathorst (Hoogland 2003)
– Kees Ribbens, ‘Zullen wij nog terugkeeren…’ De Jodenvervolging in Amersfoort tijdens de Tweede
Wereldoorlog (Amersfoort 2002)
– www.joodsmonument.nl