2014-1-2 Plotseling was hij verdwenen…

Louis Blazer, Joods dorpsgenoot 1930-1941
Ruud Hopster

Meer dan tien jaar woonde Louis Blazer op De Ham, maar hij liet geen sporen na in onze herinnering. Hoe kwam hij terecht op Hoogland? Waarom was hij plotseling verdwenen en waar is hij gebleven?

Opgaaf van Joden door gemeente Hoogland, 5 juni 1941. J staat voor joods; GII voor gemengd, twee joodse grootouders. D 135 is het huidige adres Hamseweg 33. E 48 was gelegen aan de Zevenhuizerstraat (nu Oude Zevenhuizerstraat 23/25); het huis heeft plaatsgemaakt voor een dubbele woning. (Archief Eemland, Archief gemeente Hoogland 163, map 18)

Op 3 juni 1941 ontving de gemeente Hoogland een schrijven van de Commissaris der Koningin van Utrecht om ‘opgaaf van Joden’ te doen aan de Sicherheitspolizei op de Maliebaan in Utrecht. Dat was een gevolg van de verordening van 10 januari van dat jaar, waarin werd bepaald dat ‘alle personen van geheel of gedeeltelijk Joodschen bloede’ verplicht waren zich te melden. Op 5 juni gaf de gemeente de gegevens prompt door. Het ging om slechts drie personen. Maar al op 19 juni berichtte men aan de Sicherheitspolizei dat Louis Blazer vertrokken was naar Viandenstraat 19 in Loosduinen (Den Haag). Wat weten we van hem?

Een muzikale familie
De vader van Louis was Samuel Blazer, geboren te Rotterdam in 1870. Hij was de zoon van Mozes Blazer, muzikant, koopman, winkelier en uitdrager, en M. Campignon (Jetje Campion), handelaarster in manufacturen en uitdraagster. Samuel was buitengewoon muzikaal. Reeds op 18-jarige leeftijd werd hij bij het zojuist opgerichte Concertgebouworkest aangesteld als solo-contrabassist en dat bleef hij 38 jaar lang. Ook was hij een verdienstelijk componist. In 1918 speelde het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg de suite voor violoncel en orkest van Samuel Blazer. Hij overleed ini 1926 en werd begraven in Diemen. In een herdenkingsartikel in Voorwaarts werd over Samuel gezegd: ‘Hij was één der meest bekwame meesters op zijn instrument en verwierf zich een groote vermaardheid daarin die ver over de grenzen reikte.’

Drie huwelijken
Samuel trouwde in 1891 te Rotterdam met Naatje Blitz, geboren in 1869. Uit dit huwelijk werd in 1892 dochter Henriëtte geboren, die datzelfde jaar overleed. In 1893 werd zoon Izaak geboren. Hij werd cellist en trouwde in 1916 met Rebecca Rachel Wittkower. In 1929 scheidde hij van haar. Naatje was in 1904 te Amsterdam overleden.
In 1904 trouwde Samuel opnieuw, nu met Henriëtte Blitz, geboren in Rotterdam in 1878. Zij was een nichtje van de eerste vrouw van Samuel, Naatje. Uit dit huwelijk werd Louis Blazer geboren, te Amsterdam op 11 oktober 1906. Henriëtte overleed in 1925 te Amsterdam.
Samuel hertrouwde nu datzelfde jaar te Amsterdam met Lea Raske, geboren in 1885. In 1926 werd Elisabeth Blazer geboren. Dat jaar overleed Samuel, daarmee een weduwe en een baby achterlatend. Louis was toen 19 jaar oud en woonde aan Mauvestraat 45 II in Amsterdam, bij zijn stiefmoeder en halfzusje.


Gezinskaart van Samuel Blazer uit Amsterdam (Stadsarchief Amsterdam).

Amsterdam-Rotterdam-Hoogland
In 1926 verhuisde Louis naar zijn halfbroer Izaak Blazer, die toen leraar violoncel was aan Kruiskade 44 in Rotterdam. Vervolgens kwam hij in een pension aan Van Heusdenstraat 41B en op 1 juli 1930 in Hoogland. Louis ging wonen aan Hooglandseweg E 174 (nu net over het Valleikanaal, na de kruising met Ringweg Koppel). Daar werkte hij als tuindersknecht bij Jacobus Hendrikus Kuiper, die daar sinds 1928 een bloemisterij had, ‘Klein Kweeklust’. (Tien jaar later zou J.A. van Drie dat bedrijf overnemen).

Kweekerij ‘Kranenburg’
Op 31 december 1930 verhuisde Louis naar E 151 (nu Hamseweg 36), waar tuinknecht Gerrit van den Brink en Dirkje Willempje Berendse woonden. Hij ging werken op kwekerij van groenten en druiven ‘Kranenburg’ aan de Hamseweg (nu wijk De Bik). De eigenaar was Johan (Job) baron van Boetzelaer, de zoon van de vroegere burgemeester die tevens rentmeester op Schothorst was. ‘Lowietje’ had wat men nu noemt een geestelijke beperking en was een beetje labiel. Van Boetzelaer nam vaker personeel in dienst dat op de arbeidsmarkt niet goed kon meekomen. De knechten Gijs van de Grift en Hendrik van de Coterlet plaagden knechten als Louis goedmoedig.

Kwekerij Kranenburg aan de Hamseweg, 1920. De jongen met pet is niet Louis. Staand bij het paard Hendrik van de Coterlet, bijgenaamd Hendrik Koetsier. Op de bok Gijs van de Grift. (Archief Eemland).

Op 19 juni 1931 verhuisde Louis naar de overkant, naar D 135 (nu Hamseweg 33). Daar woonde het echtpaar Cornelis van Selm en Jannetje de Bruin. Van mei 1935 tot januari 1936 woonde Louis even op D 107 (nu Schothorsterlaan 94), waar Tijmen Apeldoorn en zijn vrouw Antje woonden. Daarna keerde hij terug naar Hamseweg 33. Cornelis van Selm overleed op 12 januari 1937. Weduwe Van Selm had het niet breed, ‘het was een arm mensje’, aldus Truus Verbeek-van Willigenburg. Louis was een soort pleegzoon voor haar.

Halsoverkop weg
Meer dan tien jaar wonen in een klein, rustig dorpje bij een echtpaar dat zeer op je gesteld is. Nog geen vijfhonderd meter lopen naar je werk, waar niet al te hoge eisen aan je gesteld worden. En toen, plotseling, nog geen veertien dagen na die ‘opgaaf van Joden’ aan de Sicherheitspolizei, verhuisde Louis naar Den Haag. Liesbeth Kok-van Boetzelaer, toen twaalf jaar oud: ‘Hij was plotseling verdwenen. Naderhand heb ik nooit meer iets over hem gehoord’.

Arrestatie
Op 2 januari 1943 is Louis vanuit de Vlamingstraat 30 in Den Haag naar Kamp Westerbork gebracht. Uit een Haagse psychiatrische kliniek zijn toen honderd personen naar Westerbork gestuurd (in een volgend bericht is sprake van de rusthuizen voor zenuwpatiënten Ramaerstichting en Rosenburg). Onderzoekster Agnes van Wijnen merkt op: ‘Begin januari 1943 vond de vermoedelijk eerste deportatie in Nederland plaats van totaal bijna duizend Joodse patiënten uit Den Haag en omgeving. In januari werden ook de Joodse psychiatrische patiënten uit “krankzinnigengesticht” Oud Rozenburg bij Loosduinen weggevoerd, waarschijnlijk naar Westerbork.’

Op 18 januari is Louis Blazer van Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij direct na aankomst op 21 januari is vermoord. Zijn stiefmoeder Lea Raske en halfzusje Elisabeth Blazer kwamen eveneens om in Auschwitz, op 19 februari, respectievelijk 57 en 16 jaar oud.

Vragen
Je vraagt je af hoe Louis op Hoogland terechtkwam. Misschien kende kweker Jacobus Hendrikus Kuiper, die in 1928 vanuit Rotterdam naar Hoogland kwam, Louis Blazer uit Rotterdam. Of misschien kwam Louis op Hoogland terecht via een goede vriend van juffrouw C.S.J. Verloren van Themaat, die op Schothorst woonde. Die vriend was de Hongaarse violist Lajos Szikra, viool-hoofdleraar aan het Conservatorium te Rotterdam; hij was op zijn beurt weer bevriend met Alexander Schmuller, leraar viool aan het Conservatorium te Amsterdam en geregeld solist bij het Concertgebouworkest. En Johan van Boetzelaer was weer rentmeester op Schothorst.

Met wie had Louis contact in Hoogland, behalve op zijn werk en thuis? Kende hij bijvoorbeeld de Joodse gemeente in Amersfoort?

Op www.joodsmonument.nl is Louis Blazer te vinden met de volgende gegevens:
Louis Blazer, D 135 Hoogland; Amsterdam 11 oktober 1906; Auschwitz 21 januari 1943; tuinman. Waarom staat hij hier met zijn Hooglandse adres, terwijl hij na Hoogland nog anderhalf jaar in den Haag heeft gewoond? Hoort hij ook niet op de Hooglandse gedenknaald thuis?

Struikelstenen
In 2012 is de Stichting Struikelstenen Amersfoort opgericht. Deze stelt zich ten doel mensen in herinnering te houden die als slachtoffer van het naziregime werden verdreven, gedeporteerd en vermoord. Dat doet de stichting door een zogenaamde struikelsteen voor het huis van hun laatste zelfgekozen woning in het plaveisel te plaatsen. Dat is een betonnen steen met daarop een messing plaatje met naam, geboortedatum, datum van deportatie en moord en naam van het vernietigingskamp. De Amersfoortse stichting sluit zich daarmee aan
bij tal van soortgelijke initiatieven in Nederland. In Nijkerk bijvoorbeeld treft men ook een aantal struikelstenen aan. Wellicht zou een struikelsteen nabij de laatste verblijfplaats van Louis in Hoogland een goede manier zijn om hem niet te vergeten.

Bronnen
Archief Eemland, archief gemeente Hoogland (toegangsnummer 071) inv.nrs. 163 map 18, 596, 600, 607.
Centraal Bureau voor Genealogie, persoonskaart aangevraagd op 1-12-2009: geen gegevens.
Gemeente Den Haag, DBZ/Vestigingsregister, liet desgevraagd weten dat er geen gegevens (persoonskaart) van Louis Blazer zijn gevonden.
Kamp Westerbork: volgens zijn persoonskaart kwam Louis op 2 januari 1943 vanuit de Vlamingstraat 30 in Den Haag naar kamp Westerbork, vanwaar hij op 18 januari naar Auschwitz werd gedeporteerd, waar hij na aankomst op 21 januari werd vermoord.
Gezinskaart van Samuel Blazer, NL-SAA-2060954

Gesprekken met Liesbeth Kok-van Boetzelaer en Truus Verbeek-van Willigenburg.

Peter van Brakel, …Hoogland, beelden die voorbijgaan… [Hoogland 1993]
Abel Herzberg, Kroniek der Jodenvervolging 1940-1945 (Amsterdam 1985) 63, 65
Amersfoortsche Courant 21-7-1941
J.Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945 (2 dln, Den Haag 1985) I 317
H.H. van Royen, Historie en Kroniek van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest 1888-1988 (2 dln, Zutphen 1988-1989) I 140
Marian Vreugdenhil, ‘Stichting Struikelstenen Amersfoort opgericht’, Amersfoort Nu 1 augustus 2012
Agnes van Wijnen, Deportatie en massamoord van gehandicapten en chronisch zieken in de Tweede Wereldoorlog. Verkenning van de situatie in Nederland (z.p. 2006)
‘Interne informatie’, Joodsch Weekblad 4 januari 1943

Internet 2010, Lavino Family Tree, Stamboom Mozes Levy (Lavino), VI 251, Henriëtte Blitz.