door GERARD RAVEN
Eerder maakten we kennis met Hannes Traa, die woonde op een boerderij gelegen aan de Veenweg 20 te Hooglanderveen.·Zijn zoon Gerard tekende zijn verhaal op.
Voorbereiding liquidatie
Het was wel oppassen met onderduikers. Er kon namelijk altijd een verrader tussen zitten. Zo ook bij de buurman van pa.
Bij Cees van Wee was er ene meneer De Haan. Deze heulde met de Duitsers. De ondergrondse besloot daarom De Haan van kant te maken. Ze kregen toestemming van politieagent Teunis van Zijtvelt. Hij steunde stiekem het verzet. Na september 1944 werd hij zelfs commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Hoogland.
Aan pa is gevraagd om de verrader dood te schieten. Volgens hem is het niet zover gekomen. Dit kwam omdat toevallig op dat moment pastoor Hendriks langs kwam, en pa vertelde wat hij van plan was. De pastoor zei: ‘Als je het voor 100 procent zeker weet dat de verrader doden op zijn geweten heeft, dan mág je het niet, maar móet je het doen.’ Pa zei toen dat hij het voor 99 procent zeker wist. ‘Dan mag je het niet doen’, zei pastoor Hendriks.
Pa had al wel alle voorbereidingen getroffen. Zo had hij in het donker een graf gegraven. De grafplaats bevond zich in de bosjes bij de Duisterweg-Lindeboomseweg. De verrader moest dan wel in de buurt gelokt worden. Pa wilde het zoveel mogelijk alleen oplossen, dit om getuigen uit te sluiten. Toch vermoed ik dat Arie Hilhorst van de Hogesteeg hier wel van wist, want de gevaarlijke klussen gebeurden meestal in samenwerking met hem.
Door het oog van de naald
Er waren in de oorlogsjaren ook wel vrolijke momenten. Er werd zelfs hier en daar nog een bescheiden feestje gevierd. Maar het gevaar lag altijd op de loer. Nu was pa voor de duivel niet bang en hij had weinig last van zenuwen. Zo ging hij een keer naar de kerk om te biechten. Hij nam onderduiker Eef Mulder mee. Na de kerk fietsten ze rustig terug over het kerkpaadje bij smid Mulder. PIotseling werden ze beschoten. Ze wisten ieder een kant op te vluchten en weg te komen. Ik denk dat een verrader ze gezien heeft. Pa had wel een Ausweis bij zich, maar met een onderduiker bij je had je wel heel grote problemen.
Piloten redden
Bij Arie Hilhorst kwamen geallieerde piloten die waren neergeschoten en er levend vanaf waren gekomen. Zij werden met een helikopter naar de Hogesteeg gebracht. Arie kreeg van te voren bericht. Hij had een radio en had ook verbinding met de Engelsen. Arie zorgde samen met Zijtvelt dat ze ergens ondergebracht werden.
Op het onderbrengen van Joden en geallieerde piloten stond de doodstraf. Pa heeft nog geholpen om een sloot dicht te gooien en de boel vlak te maken, zodat de helikopters beter konden landen. De helikopters landden ‘s nachts en zonder licht. Ze kwamen uit de richting van de polder; daar woonden immers minder mensen. Hoe minder mensen het geluid zouden horen, hoe beter.
Overval
Ook heeft pa een zeer gevaarlijke klus uitgevoerd met Arie Hilhorst. Ze kregen van Zijtvelt de opdracht om het distributiekantoor te overvallen, in De Faam aan de Hamseweg in Hoogland. Hier lagen de distributiebonnen om voedsel te krijgen. Zonder deze bonnen kreeg je geen of minder eten. Er was meer voedsel nodig voor de onderduikers. In Hoogland en Hooglanderveen zaten er ongeveer 600.
Pa had van Zijtvelt al eerder een pistool gekregen. Volgens hem hadden ze alleen dit pistool en een helm. Maar volgens mevrouw Smink-Hilhorst (dochter van Arie Hilhorst) die ik hierover heb gesproken, had haar vader in dergelijke situaties een geweer bij zich. Ze heeft tijdens de oorlog twee geweren zien liggen in het stro.
Op het distributiekantoor waren twee Duitsers aan het werk. Op een gegeven moment letten de Duitsers wat minder op en sprongen pa en Arie op hen af. Pa gaf een enorme brul: ‘Ga liggen’ en hij schreeuwde: ‘Hier’, al wijzend naar de bonnen. Arie gooide snel de bonnen in een zak. Pa hield ondertussen de Duitsers onder schot. Ik heb pa lang en heel vaak gevraagd hoe de Duitsers reageerden. Hij zei: ‘Ze deden niets’. Waarom schoten de Duitsers met twee man en geladen geweren niet terug, toen pa en Arie wegrenden? En tenslotte hadden de Duitsers hun gezichten gezien.
De bonnen werden bij Zijtvelt ingeleverd. Die heeft ervoor gezorgd dat ze op de juiste plaatsen terecht kwamen. Hem kon ik helaas niets meer vragen over de oorlog; hij is in 2006 overleden.
Onderduikers
Pa had verschillende schuilplaatsen gemaakt. De bekendste was op de kit (klein slaapvertrek voor de knecht) boven de hilt (stalzolder). Het was een houten kamertje op de deel, boven de koeien. In dit houten kamertje was een dubbele wand gemaakt van planken. De schuilplaats had een oppervlakte van ongeveer 50 bij 250 cm. Pa had de ingang zo gemaakt dat je alleen een houten wand zag als de ‘deur’ dicht was. Ook Eef Mulder heeft hier gezeten. Eef was de enige onderduiker die pa heeft gehad, ongeveer een half jaar.
Een andere keer kwam pa van Nijkerk af toen hij bij zijn vriendin was geweest, later mijn moeder. Hij zag enkele Duitsers op een afstand lopen. Bij Henk van Drie aan de Palestina weg was op dat moment een feestje aan de gang. Pa wist dat daar ook onderduikers bij waren. Hij heeft ze toen gewaarschuwd en ze zijn direct naar hun schuilplaatsen gevlucht.
Omdat de situatie af en toe zeer gespannen was en pa toch naar ma in Nijkerk wilde, besloot hij in de kleren van zijn zus Jaan te gaan. Dames werden minder snel opgepakt. Toen pa bij opa Esveld in Nijkerk aankwam, zei opa: ‘Dag mevrouw’. Daarna zag opa pas dat het pa was. Hij wist niet wat hij zag. Ze hebben er wel om gelachen.
Toen pa een andere keer langs de weg liep, zag hij een razzia van Duitsers op de Calveenseweg. Pa is dwars over het land van Van Essen gerend naar Arie Hilhorst op de Hogesteeg, om ze te waarschuwen. Pa wist dat er onderduikers waren.
Pa heeft verschillende malen voor de Duitsers moeten vluchten. Zo heeft hij in het landhok achter takkenbossen gezeten. Hij had er een ruimte achter. Er ging dan een bosje takken in het gat en weg was hij. Het werfje (sluiting) van de deur deed hij van binnenuit dicht. Het was net of er niemand aanwezig was.
NSB’er
In Hooglanderveen woonde een NSB’er, de heer Kouswijk. Hij reed op een Duitse motor met zijspan. Pa en Arie Hilhorst konden dat niet uitstaan en ook zijn daden vertrouwden ze niet. Op een gegeven moment zagen ze de motor staan op de kruising van de Van Tuyllstraat en de Kwekersweg (nu de Bombiezen). Kouswijk was verderop bezig. Ze hebben toen snel even de motor in elkaar geramd …
Oorspronkelijke uitgave
Gerard Traa, Nr. 2028, 1940-1945 (Hooglanderveen: eigen beheer 2009)
Deel 1 staat in De Bewaarsman van augustus 2014.