Een vraaggesprek met Gerard Raven
CEES VAN LOEN
Gerard Raven heeft aangegeven zijn werkzaamheden als hoofdredacteur van De Bewaarsman na twintig jaar te willen beëindigen. Op een woensdagavond in september vertelt hij over deze periode.
Je noemt jezelf een Westfries. Hoe raakte je in Hoogland verzeild?
Museum Flehite werd mijn werkgever. Wonen in Amersfoort trok mijn vrouw en mij niet zo aan. Mensen wortelen waar je woont en we wilden in een dorp wonen, niet in de stad. Het werd Hoogland, op de Bosserdijk. En al snel rees natuurlijk de vraag: Bosserdijk, waar komt die naam vandaan? Van het een kwam het ander. Ik leerde hier mensen kennen en in die dagen werd mij het oude postkantoor aan de Hamseweg door de eigenaar Arnold Schimmel te huur aangeboden om er een museumpje van te maken. Dat was te hoog gegrepen, maar het was in 1995 wel de opmaat tot de oprichting van een vereniging: de Historische Kring Hoogland.
Hoe ontstond de vereniging?
Een eerste poging in 1981 mislukte, omdat Gijs Hilhorst destijds terecht weigerde die kar te gaan trekken. Hij voorop en de rest er achteraan, zo zag hij dat voor zich, maar zo wilde hij het niet. In 1995 waren er wel voldoende mensen om iets op te zetten. Ze werden wel de 5 G’s genoemd; Geert de Groot († 1998) , Gerard Hilhorst, Gijs Hilhorst († 2011), Gerard Monkhorst en Gerard Raven [in alfabetische volgorde, CvL].
De eerste jaren maakte de vereniging een stormachtige ontwikkeling door. Maar alles moesten we wel zelf uitvinden. De Bewaarsman werd geleidelijk aan uitgebouwd. Aanvankelijk deed ik veel dingen alleen, secretaris van de club, clubblad maken, artikelen schrijven, clubblad rondbrengen. Al snel kon er gedelegeerd gaan worden. Van de 5 G’s stop ik nu als laatste.
De redactie van De Bewaarsman in 2005. v.l.n.r.
Arie van den Heuvel, Nellie van Vulpen, Gerard Raven.
(foto archief Historische Kring Hoogland)
We zouden kunnen zeggen dat dit het einde is van een tijdperk?
Nou, dat is wel wat zwaar aangezet, maar het groeiproces is voorbij, de vereniging is volwassen. Datgene wat me voor ogen stond en wat ik ambieerde is gerealiseerd. Na 20 jaar redacteurschap ben ik eerlijk gezegd zo langzamerhand ook door mijn ideeën heen aan het raken.
Nu het redactiewerk er op zit, komt er hopelijk wat meer tijd om te schrijven. Er liggen nog veel artikelen in concept op de plank. Bijvoorbeeld over de boerderijen die net buiten de selectie van het Monumentenboek zijn gevallen, maar toch wel aandacht verdienen. Het uitbrengen van de boekjes in de Historische Reeks heeft mij heel veel vrije tijd gekost en we legden zelf de lat steeds hoger. Wat wel heel leuk was, was de betrokkenheid van zoveel mensen bij zo’n project. Bijvoorbeeld het afnemen en uitwerken van interviews.
Inmiddels ben ik 60+ en wordt het hoog tijd om het rustiger aan te gaan doen. Overdag het werk voor het museum, het beheer van de collectie, het maken van tentoonstellingen en ‘s avonds het redactiewerk, het schrijven van artikelen voor o.a. De Bewaarsman en het werken aan de Historische Reeks. Het wordt teveel, er is niet voldoende ruimte meer om eens helemaal te ontspannen. Naast het museum en de HKH zijn er ook nog sociale dingen. De hersencellen malen ook na werktijd door als je niet even iets totaal anders kan doen. Dat moet worden afgebouwd. Ik moet aanvaarden dat ik ouder begin te worden en minder energie over heb dan een jonge kerel.
Dus de naam Gerard Raven verdwijnt uit De Bewaarsman?
Zeker niet, er liggen nog een aantal onderwerpen te wachten om te worden gepubliceerd. Er is altijd behoefte aan schrijvers en zeker voor artikelen waar historisch onderzoek bij nodig is. Alleen, ik bepaal niet meer wat er wel en niet in aanmerking komt.
Wat sprong er uit?
De boekjes en met name het monumentenboek, waarbij door het samenwerken van wel vijftig mensen een prachtig resultaat kon worden gepresenteerd. Hoe dit leidde tot enthousiasme om er energie in te steken. Het was altijd leuk om te zien hoe dat zich ontwikkelde.
Wat was lastig?
Om mensen zo enthousiast te krijgen, dat ze iets gingen oppakken binnen de club. Dat is bij de meeste historische verenigingen een probleem. Men gaat naar een lezing, men leest het verenigingsblad, het wordt allemaal zeer gewaardeerd. Maar om nu zelf eens naar ons documentatiecentrum te gaan, een vraaggesprek af te nemen of mee te doen met een werkgroep, dat vervolg komt er meestal niet en dat is jammer. Wat ook erg lastig was en is, is het vinden van goede foto’s bij de artikelen. Er zijn niet zo heel veel foto’s voorhanden en wat er is, is meestal van niet al te beste kwaliteit. Toch is dat belangrijk, want een goed geïllustreerd verhaal heeft ontegenzeglijk meerwaarde. Dus heb ik er altijd veel tijd ingestoken om goede foto’s op te sporen.
Vond je dat je veel zelf moest doen?
In de beginjaren was dat zo, maar je bent jong en je wilt wat. Ik heb altijd zelf het meeste werk gedaan. Wel heb ik zoveel mogelijk geprobeerd te delegeren. Je moet scherp blijven voor wat er zoal langskomt. Soms zit er achter een verhaal van iemand nog een ander verhaal dat mogelijk veel interessanter is, zonder dat de ander het zelf beseft. Dat moet je kunnen signaleren en niet voorbij laten gaan. Het blad had daarom nooit te klagen over een tekort aan kopij.
Waren er ook dieptepunten?
Helaas wel, ja. Het overlijden van Gijs Hilhorst (in 2011) was een zware slag voor mij. Ik had vanaf 1995 intensief met hem samengewerkt. Ik was import, hij kende de Hooglandse mores als geen ander en behoedde mij voor uitglijders. Dan zei hij wel eens: “Nee Gerard, zo moet je dat niet schrijven” en dan kreeg ik uitgelegd waarom niet. Soms ging dat om een pijnlijk voorval van meer dan een generatie terug. Ik vond het wrang dat hij kwam te overlijden zo kort nadat hij zijn vrouw Greet had verloren, voor wie hij vijf jaar lang had gezorgd. Eindelijk had hij weer tijd om zijn grote hobby, de Hooglandse historie, te beoefenen. Nee dus. Ik mis hem nog heel vaak.
Verder was het overlijden in 2010 van mijn mederedacteur en Hooglandse historica Nellie van Vulpen ook een hard gelag. Zij heeft mede De Bewaarsman groot gemaakt. Zoveel mooie artikelen heeft ze geschreven en zoveel had zij er nog kunnen schrijven. Beiden waren persoonlijke vrienden geworden.
De redactie van De Bewaarsman in 2015.
v.l.n.r. Gerard Raven, Mieke Heurneman, Ria Hilhorst (foto Vincent Kempen)
Wat zou je wensen voor de toekomst?
Het zou heel fijn zijn als bestuur en redactie creatief blijven in het activeren van leden en anderen en ze de kans geven om iets te doen binnen de vereniging. Een goed voorbeeld is de tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog afgelopen voorjaar. Dit is een prachtig project geworden door gezamenlijke inspanning en welwillende medewerking als er hulp werd gevraagd. Het beschikbaar stellen van voorwerpen door een aantal Hooglanders, het toezeggen van ruimte door De Neng en de Bibliotheek en zo meer.
Tot zover dit vraaggesprek.
Rest mij om Gerard namens alle leden te bedanken voor 20 jaar met hart en ziel redactiewerk en voor het spitten in de Hooglandse historie, wat een reeks wetenswaardige artikelen en bijzondere publicaties heeft opgeleverd. En zoals gezegd, zijn pen is nog niet opgedroogd.