2015-3-3 Vier oude boerderijen in Hoogland-West

De Boomen en Lindenburg, en tweemaal Winsenburg
GIJS HILHORST† EN GERARD RAVEN

Vorige keer waren we al aan het begin van de Mgr. Van De Weteringstraat, de oude dijk die tot diep in de 20e eeuw Overzeldertseweg heette. Ditmaal kijken we naar de andere monumentale boerderijen, die alle aan de noordzijde in de polder Overzeldert staan. Dit is deel 3 van de boerderijen die nét geen uitgebreide beschrijving kregen in ons boek Monumenten in Hoogland en Amersfoort-Noord.

De Boomen (foto Cor van den Braber)

20-22, De Boomen
Tegenover De Nieuwe Wetering staat een boerderij uit de tweede helft van de 19e eeuw, in het land van polder Overzeldert. Deze is opgetrokken in rode baksteen op een rechthoekige plattegrond. Het zadeldak is aan de voorzijde afgewolfd (half afgeschuind) en gedekt met blauwe Hollandse pannen. De rechterdakhelft is geknikt. Tegen de rechterzijde van het bedrijfsgedeelte bevindt zich een uitbouw, eveneens onder afgewolfd zadeldak en gedekt met blauwe Hollandse pannen. Alleen de voorgevel is wit gepleisterd. Deze heeft een symmetrische indeling met centraal de voordeur en aan weerszijden respectievelijk een zesruits schuifvenster en een klein venster. Links achter op het erf staat een open wagenschuur en achter de boerderij een nieuwe stal.

Op de polderkaart van 1666 staat De Boomen al vermeld. De eerste bewoner die we kennen is Gerritje Kok, weduwe van Geurt Hendriks Kuijer. Zij kwam rond 1812 van boerderij De Pol en trouwde met Arie Klaasz van Breeland. Haar zoon Jan Kuijer en zijn vrouw Evertje Theunis Voskuilen namen de boerderij over.

In 1829 werd de hoeve geveild bij een notaris in Amersfoort. Dat lieten ze over aan Klaas Wijntjes, die destijds vaak als bemiddelaar optrad. De Boomen bestond toen uit een huis met achterhuis, bakhuis, karnhuis, schuur, wagenloods en drie hooibergen met ca 23 bunder (ha) land. De koper was Theodorus van Lilaar, grondeigenaar te Amersfoort, voor ƒ6800. Hij verpachtte de hoeve aan Jacob Schoonderbeek en zijn vrouw Antje Keijzer, beiden uit Baarn. Vier jaar na het overlijden van Jacob in 1846 hertrouwde Antje met Peter van den Hoven. Jan Schoonderbeek (zoon uit het eerste huwelijk) trouwde in 1884 met Maria van Oostrum en nam de boerderij over.

In 1907 liet de familie van Lilaar De Boomen veilen in de herberg van Gijs Schimmel aan Den Ham. Koper werd Catharina Dorrestein, weduwe van Gerardus Groen. Zij waren oorspronkelijk uit Bunnik gekomen en hadden sinds 1880 op de Nieuwe Hoef (later bekend als de Nieuwe Hooft, aan de Emiclaerseweg) gewoond. Pachter Schoonderbeek vertrok enkele jaren later naar Leusden en Catharina trok er nu zelf in met haar kinderen. Haar dochter Catharina Groen trouwde met Dorus Tolboom en zij namen het bedrijf over. De familie Tolboom woont er nu nog.

Nieuw Winsenburg (foto Gerard Raven)

36, Nieuw Winsenburg
We gaan door naar een boerderij van 1923, opgetrokken op een langgerekte plattegrond. Het rieten dak is vooraan afgewolfd, maar heeft achteraan een schilddak (volledig afgeschuind). De voorzijde is symmetrisch uitgevoerd met vier T-vensters voorzien van luiken op de begane grond en twee vensters op zolderniveau. Alle vensters hebben ronde boogtrommels waarvan de velden zijn gedecoreerd met geglazuurde tegels. Achter de boerderij staat een varkensschuur onder zadeldak (met twee vlakken) die vermoedelijk is opgetrokken rond 1960. De erfinrichting is nog deels origineel, met moestuin en een haag van bomenrijen die de erfgrens aanduiden.

De boerderij is gebouwd voor Jannetje van den Heuvel, weduwe van Teunis Huurdeman. Zij ging er met enkelen van haar kinderen wonen. De naam Nieuw Winsenburg is terecht, want de hoeve staat op de rechterstrook van de twee die op de eerste kadasterkaart van 1832 van Winsenburg waren, de boerderij die hierna aan bod komt. In 1932 liet Jannetje de hoeve echter veilen: woonhuis, achterhuis met stalling voor achttien koeien en ruim 3 ha. Barend Veluw en zijn vrouw Petertje van Drie kochten het en woonden er tot ca 1962. De koper was toen Jan van Velsen uit Amersfoort. Zijn dochter Truus trouwde Anton Smink en zij hebben de boerderij sinds 1975.

 

Winsenburg (foto Gerard Raven)

40, Winsenburg
Deze oude boerenplaats heeft nog een oud achterhuis. Het voorhuis achter de leilinden is rond 1923 smaakvol en karakteristiek herbouwd, met beneden vier vensters met luiken en een rieten dak. De zoldervensters van ca 1989 passen eigenlijk niet bij dit klassieke ontwerp. Ook het achterhuis heeft nu een modern uiterlijk met een fraaie zij-ingang.

Winsenburg kan door de ligging op een heuvel misschien wel net zo oud zijn als Laurenburg, dus begin 12e eeuw. De boerderij was in 1600 van het Bethlehemklooster te Utrecht, ook wel Convent van den Daal genoemd. Dit was in 1423 gesticht onder invloed van de Moderne Devotie, een opwekkingsbeweging die terugging naar de christelijke basis van bidden en goede werken.

Rentmeester Anthonie van Cuylenburgh verkocht de hofstede in 1701 met erf en 27 morgen (23 ha) aan Paulus Voet van Winsen of Winsem; dit verklaart de naam. Overigens moet men voor -burg (kasteel) eigenlijk -berg lezen: de weg verbond de heuveltjes in het terrein zoals de Laurenberg, de naamgever van Laurenburg op nummer 48. Toen Paulus in 1720 overleed werd de boerderij op ƒ5000 getaxeerd voor de 20e en 40e penning die zijn erfgenamen moesten betalen. De familie Voet van Winsem deden hem toen over aan Isaac Ferdinand Godin, burgemeester van Utrecht. Hij verhuurde Winsenburg een jaar later aan Cornelis Jansz Keizer en in 1737 aan Wulfert Peters.

De Utrechtse erfgenamen Godin verkochten de boerderij in 1765 in hun eigen stad. De hofstede had toen 40 dammaten (nog steeds 23 ha weiland), plus 9 dammaten (5 ha) in Neerzeldert. Maas Wulfertsz en Jannetje Aarts (van de Coterlet) werden de nieuwe eigenaars. Maas’ zoon uit zijn eerste huwelijk Aart Maasz bleef hier wonen en noemde zich later Van Winsenburg. Hij trouwde met Steventje Kuyer, weduwe van Wulfert Schoonderbeek. De familienaam Van Winsenburg is inmiddels uitgestorven.

Aart van Winsenburg verkocht de boerderij in 1823 aan Jan Maasz van Zeldert en Maria Fleriks van den Hoven. Hun dochter Aaltje trouwde in 1844 met Cornelis van den Heuvel. Zij overleden beiden in 1892. Zoon Jan bleef er enkele jaren wonen, maar na zijn huwelijk kocht hij boerderij De Wetering en ging daar wonen. Zijn broer Willem van den Heuvel kwam met vrouw en kinderen uit Stoutenburg terug op het ouderlijk huis. Hun dochter trouwde met Geurt Voskuilen en zij werden de nieuwe boeren. Om de herbouw van de boerderij te financieren werd de oostelijke helft van het land verkocht (zie Nieuw Winsenburg).

Geurts zoon Jan Voskuilen nam Winsenburg ergens vóór 1955 over, maar verkocht het rond 1988 aan Ton van Hamersveld, die elders in het dorp een tuinderij had. Sindsdien is het een woonboerderij. Rond 2004 is het pand verkocht aan Hans en Brigitta Roelofs.


Lindenburg (foto Gerard Raven)

60, Lindenburg
We slaan Laurenburg (nr 48) en Nieuw-Laurenburg (50) over, omdat die in het Monumentenboek staan. Op de afgebeelde kaart van 1666 is te zien hoe de weg bij Laurenburg en ten noorden van de Vudijk afboog over het Spijkerdijkje. In het landschap is de dijk door afgraving alleen nog te herkennen aan de elzen ten oosten van Lindenburg, zo’n honderd meter de polder in.

De huidige boerderij dateert van rond 1800 en is gebouwd op een terp, net als alle oude boerderijen in dit gebied. Daarmee is het mogelijk dat Lindenburg ook al 12e-eeuws is. Bomen voor de gevel geven schaduw. Het pand staat op een rechthoekige plattegrond en heeft een afgewolfd zadeldak met pannen, met de nok haaks op de weg. De traditionele gepleisterde voorgevel met voordeur en het rietdak zijn recent vervangen en een nieuwe dakkapel in de westgevel verstoort het dakaanzicht, wat de monumentale waarde nogal vermindert. De ligging op een terp in het open landschap is juist wel bijzonder.

Vanouds behorende Lindenburg aan het Bethlehemklooster te Utrecht, net als Winsenburg. In 1670 had Philips Klaasz het recht van een bijenstede op dit erf; hij was afgaande pachter, maar wilde de bijenstede houden. Vier jaar eerder was hij buurmeester van Hoogland geworden. Daarna heeft het klooster de boerderij verkocht aan Adriaan Temminck en Sibilia van Harderwijk (die in 1692 trouwden), want hun erfgenamen betaalden in 1714 de 20e en 40e penning. Dochter Cornelia Temminck trouwde twee jaar later met Simon Schoon, die als mede-eigenaar secretaris van het gerecht Hoogland kon worden.

Na hun overlijden kocht Barend Hermsz de boerderij in 1763. Hij was al vijf jaar de pachter en woonde er dus. Nu leende hij ƒ500 en als onderpand gaf hij nog een erf met 18 dammaat (10 ha weiland) in Overzeldert. Later kocht hij nog grond in de omgeving. Zijn dochter Evertje Barends (van Kattenbroek?) trouwde in 1774 met Jan Hendriksz Kuyer; hij was de zoon van Hendrik Geurtse Kuyer, boer op De Pol en destijds een van de rijkste boeren van Hoogland. Vader Hendrik zal ongetwijfeld zijn goedkeuring gegeven hebben, want Evertje was zijn buurmeisje en bij haar trouwen enig kind. Evertje en Jan kregen op Lindenburg minstens zestien kinderen. Jan overleed in 1808 en in 1825 werd Lindenburg verkocht. Jan van de Coterlet, gemeentesecretaris, regelde dit als gemachtigde van de bejaarde Evertje en de kinderen. De boerderij had toen een karnhuis, tabaksschuur, twee hooibergen en ca 22 bunder (ha) land.
De koper was Jan Evert Casper Krümmer, fabriceur te Amersfoort, voor ƒ5890. Hij verpachtte de hoeve aan Gijsbert Dijkman uit Soest en Petronella Schoonderbeek. Gijs kon de boerderij in 1837 zelf kopen. Na hun overlijden bleven hier enkele kinderen wonen.

Detail van de polderkaart van Dirk van Groenouw uit 1666. Van links naar rechts 470 Lindenburg, 467 Laurenburg, 464 Winsenburg en in het land 458 De Boomen (Museum Flehite).

Tenslotte is de boerderij in 1900 verkocht aan Teunis Lagemaat en Geertje Donselaar uit Nijkerk. Zij lieten in 1938 op hun grond een nieuwe boerderij bouwen. Het oude Lindenburg met een gedeelte van de grond werd gekocht door Jan Boersen. De familie Boersen woont er nu nog.

Verbeteringen en aanvullingen Sluisdijk
Ruud Hopster gaf mij commentaar op deel 1 van deze serie in De Bewaarsman 20 (2014) 42-45. Hierin is de polderkaart van 1666 afgebeeld, maar ik heb niet aangegeven waar Sluisdijk precies ligt. Zo zou men kunnen denken dat het de omgrachte boerderij rechts is. Gelukkig staat daar Dronkelaar bij, dat wij kennen als Breevoort. Sluisdijk ligt links daarvan, perceel 483. Ruud merkte nog op dat de landmeter de naam Vudijk ter hoogte van de Slaagseweg niet correct heeft aangegeven. Het is het linkerdijkje en niet het rechter.

Op een dijkkaart van 1667 (Archief Eemland kaart 143) staat in het onderschrift betreffende Sluisdijk: ‘competerende de heer Cornelis van Duy… [stukje blanco] en bruycker [pachter] Jan Jansz’. Ik had gemeld dat Alida Duyvense-Vogel de boerderij geërfd had; misschien was Cornelis haar man. Een volgende eigenaar was Willem Methorst, die het in 1824 erfde. Hij verkocht het op 22 april 1825 aan Gerbrand van ‘t Klooster.