2017-1-1 Het dorp De Brand

Het dorp De Brand getekend door Jan Apeldoorn
Hoogland zoals het was of toch een vleugje fantasie?
MIEKE HEURNEMAN

Op de website van het RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis vonden we een tekening van Jan Apeldoorn (1765-1838) met als titel ‘Het dorp De Brand op het Hogeland bij Amersfoort’. Wat vertelt deze tekening ons?


De tekening
Op de tekening zien we links drie schaapskooien (waarvan één slechts gedeeltelijk), die te herkennen zijn aan hun karakteristieke vorm met afgeplatte hoeken. De wanden zijn gemaakt van houten planken en het dak is bedekt met riet. Rechts zien we op een heuvel (het lijkt wel een bergtop) twee personen: één zittend, de ander staand. De staande figuur heeft een staf in zijn hand. Is hij de schaapherder? Ze kijken uit over de vallei die zich voor hen uitstrekt. De bomen en struiken op de voorgrond zorgen voor een mooie dieptewerking. Vanaf de voorgrond loopt een slingerende zandweg naar de schaapskooien. Voorbij de schaapskooien, waar de weg door lijkt te lopen, zien we nog twee figuren: een volwassene en een kind. Waaruit de achtergrond precies bestaat is moeilijk te zien. We zien open stukken, bosschages en links op de achtergrond wat lage en begroeide heuvels.

De Brand
De buurtschap De Brand lag halverwege de Heisteeg die de dorpen Hoogland en Hooglanderveen met elkaar verbond. Bij De Brand begon een zandrug die liep tot Hooglanderveen. Aan dit soort zandruggen, die hoger waren dan de omgeving, dankt het Hogeland zijn naam. In een gebied dat veel te lijden had onder overstromingen, waren hoogtes als deze het meest geschikt voor bewoning. Op de tekening van Jan Apeldoorn is dat hoogteverschil ook duidelijk te zien; het lijkt haast een berglandschap. Gezien het perspectief van de tekening en de hoogteverschillen zou het best mogelijk zijn dat de weg de Heisteeg is.

Digitale kadasterkaart uit 1832 (bewerking Ruud Hopster en Sonja Uiterwijk)

De Brand bestond uit wat verspreid liggende boerderijen. De Klapmuts, Nieuwe Hoef, café de Brand, Margarethahoeve, De Drie Morgen en Klein Emiclaer vormden ongeveer de buitengrens van de buurtschap. Groot Emiclaer, Klein Emiclaer en Nieuwenhoef behoorden tot de malenhoeven die sinds de middeleeuwen de grond in Hoogland in eigendom hadden.
De naam Heisteeg zegt veel over de omgeving: dit was een weg door een heidegebied. Dat verklaart ook de aanwezigheid van de schaapskooien, want schapen werden vaak geweid in heidegebieden. De uitwerpselen van de schapen werd door de boeren gebruikt om de akkers te bemesten. De Heisteeg volgde van oost naar west het traject van de huidige Heideweg, Karrespoor, Dopheide, Horizon en Pastoor Pieckweg.

Bedrijvigheid
Ter hoogte van het Karrespoor kwam vanuit Amersfoort bij De Brand een weg op de Heisteeg uit: de Kockboersteeg, die later Nieuwesteeg en nog later Emiclaerseweg is gaan heten. Bij dit punt kwam in de twintigste eeuw wat meer bedrijvigheid, waaronder de Centrale Volksbank (Heideweg 6), kruidenierswinkel ‘De Bril’ van H. Brouwer (Heideweg 10, nu Karrespoor 9), café De Brand (Heideweg 12; het café bestond al langer) en de kruidenierswinkel van T. van Hamersveld (Heideweg 14). De naam De Brand komt nu nog terug als die van het bedrijventerrein waar nu onder andere meubelzaak Piet Klerkx is gevestigd, en in de benaming van het kerkgebouw van de oecumenische geloofsgemeenschap aan de Laan naar Emiclaer: Het Brandpunt.

Jan Apeldoorn in de leer bij Jordanus Hoorn
Jan Apeldoorn, de maker van de tekening, werd op 27 januari 1765 in Amersfoort geboren als zoon van Lambertus Apeldoorn en Margaretha Rookhuizen. [afb. 6] Hij ging bij Jordanus Hoorn (1753-1833) in de leer om kunstschilder te worden. Deze had een Tekenschool in Amersfoort, die was gevestigd in zijn huis De Gekroonde Bijekorf aan de Kamp. (Dit huis stond op de plek waar nu huisnummer 74a is en is dus niet het huis is dat we tegenwoordig onder dezelfde naam kennen.) Net als zijn leermeester was Jan Apeldoorn als schilder van verschillende markten thuis. Hij schilderde landschappen, stadsgezichten, portretten en genrestukken. Hij gebruikte diverse materialen en technieken. Zo maakte hij niet alleen olieverfschilderijen, maar ook miniaturen, aquarellen en vooral veel tekeningen. Jordanus Hoorn bracht Apeldoorn onder andere de kunst bij van het tekenen van verfijnde landschappen. Net als Jordanus Hoorn verwierf Jan Apeldoorn met zijn tekeningen de meeste bekendheid. In de Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst staat het volgende over Jan Apeldoorn: ‘Hij schilderde en teekende bevallige bosch- en duinachtige Landschappen, veelal naar de natuur, hetzij met O.I. [Oost-Indische] inkt, of met sapverwen. Wij zagen gezigten, in en om Amersfoort, van hem, die fraai waren.’ Een favoriete plek van Jan Apeldoorn in de buurt van Amersfoort was de Lockhorsterbeek/Luntersebeek (nu Heiligenbergerbeek), die hij op verschillende schilderijen en tekeningen vastlegde.

Amersfoortse tekenmeester in Utrecht
In 1788 vertrok Jan Apeldoorn naar Utrecht, waar hij als tekenmeester aan de slag ging. Hij bleef daar wonen tot kort voor zijn dood in 1838. Tot zijn leerlingen behoorden Jacob Constantijn Martens van Sevenhoven, die Eerste Kamerlid was namens de provincie Utrecht, en schilderes Cecile Dorothea Nahuys. Koning Lodewijk Napoleon Bonaparte, die in 1807-1808 zijn residentie in Utrecht had, benoemde Jan Apeldoorn tot tekenmeester bij de Koninklijke Pages (zijn persoonlijke dienaren), maar hij aanvaardde de benoeming niet.

In de tijd dat Apeldoorn in Utrecht woonde werden twee prenten van hem in 1803 opgenomen in Eemlandsch Tempe of Clio op Puntenburgh. Hierin stak Pieter Pijpers (1748-1805) in dichtvorm de loftrompet over Amersfoort en omgeving. Op de prenten waren Puntenburg en Den Treek afgebeeld. Ook over Jan Apeldoorn zelf was Pijpers lovend: ‘Apeldoorn’ ô jongeling, tot wiens roem ik dankbaar zing! Zou mijn zangster u niet looven. Daar Uw Konstpen haare hoven Kennen deed, door tekening?’

Jan Apeldoorn bleef ongehuwd en overleed op 10 februari 1838 op 73-jarige leeftijd bij zijn familie aan de Zuidsingel in Amersfoort. In zijn overlijdensakte staat vermeld dat hij ‘zonder beroep’ was. In maart 1839 werden 18 schilderijen en 48 tekeningen van zijn hand te koop aangeboden tijdens een kunstverkoop in Amsterdam.

Tot slot
Hoewel van Jan Apeldoorn wordt gezegd dat hij ‘naar het leven’ tekende, deed hij dat niet altijd. Zo bezit Museum Flehite van zijn hand twee tekeningen van de Amersfoortse stadsmuur die het spiegelbeeld van elkaar zijn; ze kunnen dus nooit alle twee de werkelijkheid weergeven. Of de voorstelling van De Brand volledig waarheidsgetrouw is, weten we niet. Mogelijk heeft Jan Apeldoorn toch ook zijn fantasie gebruikt en bijvoorbeeld het hoogteverschil wat benadrukt. Een voorliefde voor een woest landschap, ruige natuur en het boerenleven passen goed in de tijd waarin hij leefde: de Romantiek. Hoe het ook zij, deze tekening vormt een mooie aanvulling op het historische beeldmateriaal van Hoogland.

Bronnen en literatuur
Met dank aan kunsthistorica Marjan de Man voor het melden van deze vondst bij de RKD. Zij is als gastconservator bezig met de voorbereiding van een tentoonstelling over de schilder Jordanus Hoorn in Museum Flehite. En met dank aan Ruud Hopster en Cees van Loen voor aanvullende informatie.
De tekening van Jan Apeldoorn op de website van de RKD: https://rkd.nl/nl/explore/images/record filters%5Bnaam%5D=Apeldoorn%2C+Jan&query=&start=0
Enkele korte levensbeschrijvingen van Jan Apeldoorn, die elkaar grotendeels overlappen: A.J. van der Aa, voortgezet door K.J.R. van Harderwijk en G.D.J. Schotel, Biographisch woordenboek der Nederlanden (Haarlem, 1852-1878), deel 1, p. 330; J. Immerzeel, Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van het begin der vijftiende eeuw tot heden (Amsterdam 1842) p. 11; Roeland van Eynden en Adriaan van der Willigen, Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst, deel IV, p. 63-64 (1816-1840).
Peter van Brakel, Gerard Hilhorst, Ton Ros, Kees Tondeur, Hoogland, beelden die voorbijgaan (Hoogland 1993) p. 65-79.
Fea Livestro-Nieuwenhuis, Jordanus Hoorn: een Amersfoortse kunstenaar in zijn tijd (1753-1833), (Amersfoort 1983).
Toelichting op expositie over Jan Apeldoorn in Museum Flehite. Bijlage bij de convocatie voor de jaarvergadering Oudheidkundige Vereniging Flehite, 11 maart 1968 (Museum Flehite / Archief Eemland D 254).