door Gijs Hilhorst† en Gerard Raven
Het oorspronkelijke Krachtwijk dateert al uit de middeleeuwen. Maar de boerderij is helaas niet beschreven door Monumentenzorg. De bewoningsgeschiedenis is echter interessant genoeg. Dit is deel 5 van de boerderijen die nét geen uitgebreide beschrijving kregen in ons boek Monumenten in Hoogland en Amersfoort-Noord.
De Krachtwijkerweg loopt dood op de Eem. Daar staat Bed & Breakfast Krachtwijk (nummer 11). Het moderne huis doet helemaal niet meer denken aan de glorie van weleer; alleen is de tuin nog gedeeltelijk omzoomd door een gracht. Net als de andere boerderijen aan de Eem lag Krachtwijk oorspronkelijk op een heuveltje in het veen. Het werd in 1280 voor het eerst vermeld, maar moet al uit de 10e of 11e eeuw dateren.
In handen van regentenfamilies, een klooster en een weeshuis
In 1397 liep het land van Evert van Krachtwijk tot aan de Coelhorster meent. Vermoedelijk woonde hij toen al in Amersfoort. De familie verkocht de hoeve in 1414 en ging verder als stads regentengeslacht. Dirk van Krachtwijk was in 1536 eigenaar en gebruiker van één morgen in Leusden, maar hij zal toen zeker al meer bezit hebben gehad. Hij was in 1553 regent van Armen de Poth. Dirks zoon Dirk van Krachtwijk was zelf vijfmaal raad tussen 1557 en 1577 en schepen in 1580. Bij het onderzoek naar Ten Bosch/Bosserdijk bleek dat hij een deel van de malenrente van Klein Emiclaer kocht, (een belegging uit het onverdeelde land, dus geen eigendom van een boerderij). Hij was het belangrijkste lid van de Malen van Hoogland, met twee van de vijftien malenrenten en door zijn functie van rentmeester. Ook zijn zoon en kleinzoon heetten Dirk en waren weer rentmeester; de laatste overleed rond 1660.
Aquarel van stadsgezicht op Amersfoort, gezien vanuit het noordwesten, ca 1850. De witte boerderij is Krachtwijk; rechts daarvan Hoogerhorst. De boerderij rechts daarvan is De Kleine Melm in Soest. (Museum Flehite).
Terug naar de boerderij. In 1415 kwam Krachtwijk in handen van het Regulierenklooster te Utrecht, dat hier ook zijn tijnshof vestigde, de plek dus waar boeren uit de wijde omgeving hun pacht kwamen brengen. Destijds waren de 23 morgen (20 ha) verspreid over drie kleine engen. In 1630 werd de boerderij overgedaan aan het Weeshuis te Utrecht. Twee jaar later had Krachtwijk 20 morgen (17 ha). Enkele jaren later was de heer Schuyvenis uit Amsterdam eigenaar; hij had twaalf koeien, die wel verzorgd zullen zijn door pachter Hendrik Jansen. In 1656 waren de hoeve en herberg Het Dorstige Hert onderpand voor een lening van ƒ2000 die Cornelis Witzen en Gerard Reynst verstrekten aan Floris Soop, kapitein der infanterie, allen uit Amsterdam.
De erfgenamen van Pieter Erix en Christiana de Graef betaalden in 1680 de 20e en 40e penning over Groot-Krachtwijk en Het Dorstige Hert, voor een waarde van ƒ3000. Gezien het bedrag zullen ze mede-eigenaar geweest zijn. Het Dorstige Hert heette ook wel Klein Krachtwijk (er was in die tijd overigens nóg een boerderij van die naam, aan de Slaagseweg tussen Breevoort en Sluisdijk; die is gesloopt rond 1800).
Groot-Krachtwijk en Het Dorstige Hert kwamen vervolgens in handen van Transisulanus Adolphus van Voorst, vrijheer van Jaarsveld. Hij verkocht ze in 1700 voor liefst ƒ14.000 aan Robert van Padtbrugge, die we in een volgend nummer nog zullen tegenkomen bij Breevoort. In 1725 verlengde diens weduwe Catharina Thiens de pacht van Groot-Krachtwijk met 28 morgen (24 ha). Reyer Tijsz ging nu ƒ450 per jaar betalen. Hij moest stalling geven voor haar wagen en zij kreeg ook de helft van het fruit uit de boomgaard. Bij een boedelscheiding in 1730 ging de boerderij naar dochter Abigaël van Padtbrugge en haar man Willem van Geyn, burgemeester te Amersfoort. Daarna erfde dochter Catharina van Geyn, getrouwd met Dirk Weynberg.
Na Catharina’s overlijden werd Groot-Krachtwijk in 1797 opnieuw verkocht. Het werd nu omschreven als een hofstede met grond en tuinmanswoning, landerijen, bouw- en maatlanden, tuinen en plantagiën gelegen aan de Eem. Koper was Albert Steenkamer; hij ging er wonen met vrouw Teunisje van den Bremer en kinderen. De tuinen met tuinmanswoning verdwenen en het werd een boerderij zoals vele. Dochter Maria trouwde in 1814 met Aart Theunisz Kuijer en zij werden de nieuwe eigenaars. Na het overlijden van Maria in 1847 hertrouwde Aart met Petronella van de Grift. Maria’s zoon Cornelis bleef met zijn vrouw Hendrika van de Grift op Krachtwijk wonen.
Krachtwijk rond 1938. Op de voorgrond twee zussen van Antoon Hilhorst in een bootje op de Eem (collectie Antoon Hilhorst)
Krachtwijk opgedeeld
Cornelis liet het geheel in 1889 veilen. Het viel toen uiteen in elf percelen De boerderij Krachtwijk met enkel bunders grond werden gekocht door Jan Schoonderwoerd en Heiltje van Veldhuizen. Na het overlijden van Jan in 1910 werd de boerderij verkocht aan Aart Hilhorst. Zijn vader had al grond gekocht bij de veiling van 1889. De boerderij werd nu verpacht aan Toon van de Wolfshaar en zijn vrouw. Zij moesten in 1923 plaats te maken voor Toon Hilhorst, die de boerderij had overgenomen van zijn[FvdH2] vader[FvdH3] .
Vooraan de Krachtwijkerweg is na de oorlog boerderij Klein-Krachtwijk herbouwd (nummer 7). Deze heeft de bekende gevelsteen van wederopbouwboerderijen. De familie Voskuilen woonde tot 1962 in de boerderij. Daarna woonde Ben van ’t Klooster hier tot hij in 1983 naar Friesland verhuisde. Klein-Krachtwijk werd gekocht door Wim Boshuizen, wiens vader nog een tijdje in het kleine huisje (nummer 5) heeft gewoond. Ruim 20 jaar geleden kochten Tom Strangenbergen en Liesbeth Schellekens de boerderij en openden zij De Snuffelschuur, een zondags koffieterras met tweedehands artikelen. Onlangs kwam deze in het nieuws omdat zij na 22 jaar (!) bericht van de gemeente kregen dat hun activiteit niet in het bestemmingsplan past. Misschien kan een handtekeningenactie nog verschil maken. Rechts van Klein-Krachtwijk staat nog een klein huisje (nummer 5).
Krachtwijk in 1943, schilderij van Dirk Hornsveld (collectie Antoon Hilhorst)
Terug naar Groot-Krachtwijk (nummer 11). Vlak vóór Antoons huwelijk is eind 1964 de stal met rode pannen (rechts op het schilderij van Dirk Hornsveld) verbrand. Daarbij overleed ook een groot deel van het vee. Antoon en echtgenote woonden daarna een tijd in de van de schuur losstaande witte boerderij (waarvan een deel kooienstal) links op het schilderij.
Intussen werd een nieuw huis met schuren gebouwd (nummer 9). Eind 1969 trof hen een nieuwe ramp: een van de kinderen speelde met vuur, waardoor het achterste gedeelte van de nieuwe veestal verwoest werd. Het gezin Hilhorst ging daarop in het dorp wonen. Krachtwijkerweg 9 werd verkocht aan Smink. Tot twee jaar geleden werd het pand gehuurd door Gea Rossenberg. Daarna kwam een zorgboerderij in het pand. In maart 2017 opende hier De Bosanemoon, een dagopvang voor dementerenden van Maatschap Lizere Zorg.
De oude boerderij (nummer 11) werd nog gebruikt voor varkens en vee en is tenslotte midden jaren ’70 gesloopt. Daarna is er rond 1995 een nieuw pand gebouwd door architect ir. G. Pothoven. Die heeft er zo’n twintig jaar gewoond. Sinds enkele jaren hebben Paul Goudsmit en Jane Tipping hier Bed & Breakfast Krachtwijk gevestigd, waarmee de cirkel van dit artikel rond is.
De bed & breakfast, nummer 11, gezien vanaf de Soesterkant van de Eem (Foto Peter Kok)