De gevolgen rondom huize Schothorst
Ruud Hopster
Vorig jaar kreeg Archief Eemland van de familie VerLoren van Themaat een fotoalbum, een reisdagboek van Gerard VerLoren van Themaat en een relaas van de gevolgen van de overstroming in 1916 rondom huize Schothorst.
Van de overstroming van 1916 in Hoogland waren ons slechts twee foto’s bekend, die met al die eenden op de Maat1. Nu blijken er foto’s gemaakt te zijn van die overstroming op Schothorst. En er is een handgeschreven verslag van de eerste dag van die overstroming van de hand van Gerard VerLoren van Themaat die in de buurt poolshoogte gaat nemen. Hieronder het letterlijke verslag in ongewijzigde spelling.
De geschiedenis van de doorbraak der Eemdijk op twee plaatsen bij de stormvloed, in den morgen van 14 Januari 1916.*
13 Jan.’16
’s Avonds hevige storm. Buiten in de maneschijn, gekeken naar het rondzwiepen der takken van de Eiken- en Sparrebomen rondom het huis. Als er eens zoo’n zware tak naar beneden viel – in ’t halfdonker – juist op ons hoofd, of zoo’n zware boom tegen het Huis aan kwakte! Weer naar binnen gegaan. Steeds loeide de storm tot diep in de nacht.
* Zie het artikel Watersnood in Hoogland, de overstromingen van 13 op 14 januari 1916,
in De Bewaarsman 22e jaargang, no 1, april 2016.
14 Jan.’16
Vanmorgen wakker geworden, vernam ik een ongewoon gebabbel en geloop onder het raam van mijn slaapkamer, buiten. Wat kan dat zijn? Ik sta op en open de luiken.
Wat ‘n sparretakken tegen ’t balcon! Heeft het vannacht zóó gestormd? Is het werkvolk bezig, al die takken daar op te stapelen, overeind te zetten? Dat was de eerste indruk bij ’t ontwaken, maar al gauw zag ik de ware toedracht der zaak: die groote spar, kort bij huis staande, is omgewaaid en hij ligt nu, met al zijn takken, terwijl het boveneinde van den stam is afgebroken, tegen hetbalcon aan. De 13 gietijzeren ornamenten van de balustrade zijn alle ingedeukt, gebarsten, of uit hun voegen ontwricht; van de openstaande, dubbele ramen op
’t balcon, zijn 6 glazen gebroken. ’t Is verwonderlijk, dat ik vannacht die boom niet heb horen neervallen, want hij is rakelings langs het raam van mijn slaapkamer neergestreken, zonder daar schade te hebben aangericht
Ik kleed me spoedig aan. Naar beneden gaande, kom ik Mina, het dienstmeisje, tegen, die me vertelt, dat de storm nog veel grooter schade heeft aangericht. De Eemdijk is op twee plaatsen doorgebroken. Ik ga naar buiten, de vestibuledeur uit, om naar den omgewaaiden spar te kijken. Het werkvolk is bezig er de takken af te kappen. Van Dijk1 is er ook. Het wordt wel erg gevonden, maar het blijkt toch, dat die doorbraak van den Eem nog veel erger is. Bij Vrouw Kuijer2, de tolvrouw, en daar tegenover aan den Amersf. straatweg, bij Hartman3, staat alles reeds onder water. Wernsen, de arbeider, is er heen geweest. Twee varkens van Vrouw Kuijer zijn verdronken. Het water kwam spoedig opzetten.
Met Van Dijk loop ik de Plaats rond. In de weide van Van ’t Klooster4 – vóór ’t Huis, aan de zijde van de Veranda – staat schrikbarend veel water. Achter die weide loopt de Male-wetering5, die uitwatert in de Eem; thans gebeurde het omgekeerde: door de Malewetering kwam het water naar Schothorst opzetten, en vulde de wei van Van ’t Klooster met water, ook de sloot langs de nieuwe boerderij van Vrouw Ruiter6. Aan het uiteinde van die sloot is een duiker, onder den zandweg door, in verbinding met onze grachten op Schothorst.
Op de boerderij van Willem Ruiter7 stond het water reeds tot aan de hooibergen. Van Dijk wilde er een aarden dam omheen laten graven, teneinde het hooi droog te houden. Dat hielp niet veel, want het water waste reeds. Door genoemden duiker bij Vrouw Ruiter baande het water zich met geweld een weg naar onze grachten. Van Dijk liet een paar zakken, vóór den duiker in het water om den doorgang te stoppen, doch de zakken vlogen door den duiker heen en dreven in de gracht. Toen hebben we maar staan kijken naar het steeds wassende water; er was niets tegen te doen.
Er moesten boodschappen worden gedaan in Amersf.; er was o.a. geen vleesch meer in huis en de slager kon niet komen, omdat de straatweg naar Amersf. Bij de Tol geheel onder water stond. Johan8, onze knecht, wilde naar Amersf. Gaan door den zandweg9 naar Liendert en vandaar met den lokaalspoor; om 1 ure ’s middags gaat er ’n trein; maar reeds vóór 1 ure stond het water tot aan dien zandweg en het duurde niet lang meer, of de geheele zandweg stond onder water. De grachten waren nu natuurlijk even hoog vol water gelopen, zoodat
het één groote waterplas was geworden.
De boerderij van Willem Ruiter was reeds overstroomd. Zijn koeien werden bij ons in de paardenstal en in de houtloods neergezet. Hijzelf, met vrouw en kind, vond onderdak bij Van Dijk, in den tuin. Ook de nieuwe boerderij van Vrouw Ruiter liep gedeeltelijk onder water. De koeien zijn er echter in gebleven.
Nu waren wij aan twee kanten van Amersf. afgesloten en de Telefoondraad was gebroken. De tuin is droog gebleven, evenals de weî voor ’t Huis en de laan naar ’t Dorp, doch wij wisten niet tot hoever het water toen gaan zou, want het wies maar steeds aan. Ons huis zal er ook aan moeten gelooven. Gelukkig ligt de laan en de weî voor ‘t huis hooger, hoewel de gracht, voor ’t Huis geheel vol water staat en 3 x zoo breed is als anders, aangezien een deel van de weî voor ’t Huis is volgeloopen met water uit de gracht. Doch de laan, de weg naar ’t Dorp, is geheel watervrij.
Na de koffie kwam Floris Bos10 bij ons een kijkje nemen. Ik ging met hem meê het dorp in, dat hoog ligt en geheel vrij van water was. Wij fietsten tot voorbij den Koepel11 totdat we niet verder konden, omdat de straatweg overstroomd was. Op den straatweg tusschen de laan en den Koepel kon men duidelijk den doorbraak van de Eemdijk zien, achter de ijsclub, ter hoogte van de Driesluizenwetering12. De sluis aldaar heette geheel te zijn weggeslagen. In de Eemdijk was een gaping, naar schatting, van dertig meter. Een armzalig schuitje, waarin drie personen konden plaatsvinden, voer over den ondergeloopen straatweg, door het openstaande tolhek, vervolgens dwars over den schans, naar de Eemdijk. Eenmaal op dien dijk (de zoogenaamde ‘Liniedijk’) zijnde, kon men naar Amersf. komen; doch dat eene schuitje was voor het verkeer geheel onvoldoende, bovendien levensgevaarlijk, en er waren geen andere schuiten, ook den volgenden dag niet.
Het gemeentebestuur van Hoogland had alle aandacht noodig voor het Polderland, aan de tegenoverliggende zijde der gemeente. Daar was de nood het grootst. Coelhorst stond geheel onder water. Van Tuijll13, de burgemeester, moest zijn Huis uit per roeiboot. Zijn vrouw moest naar de 1e etage verhuizen en verwachtte een baby.
Met Floris Bos reed ik per fiets de Coelhorsterstraatweg op, tot aan den Zevenhuizerweg14; verder kon men niet gaan, want daar stond het water. Van Tuijll had er zijn intrek genomen, in een boerenherberg (Van Hamersveld)15. Al zijn kippen zijn verdronken.
Daar stond Van Tuijll met den Gemeenteontvanger en ’n troepje boeren – hopeloos, want er was geen hulp te bieden, althans bij lange na niet voldoende. Van Tuijll heeft in haast eenige houtvlotten laten timmeren, die heen en weer voerre naar de ondergeloopen boerderijen.
Een kwam er juist terug, toen wij er waren, met een gered paard erop. Op sommige plaatsen kon je de menschen om hulp hooren roepen, heel in de verte, doch wat te doen?
Weer terug op de fiets, de weg op naar de Zuivelfabriek, die ook geheel in ’t water staat. Vervolgens op weg naar Bunschoten. Ook daar, ’n Kilometer van ’t Gemeentehuis af, niets dan water. Weer terug, ’t Dorp in. Daar staan we allen bij elkaar: zus, Mevr. Van Boetzelaer, de dominee en vrouw, de dokter en diens vrouw, ’t jongmensch Weis16, die nota bene morgen naar Amerika moet vertrekken, via Rotterdam. In de kom van ’t dorp echter nog niets geen vrees voor water; ‘Als ’t daar onder water staat, verzuipen we allemaal’ zegt er een.
En terecht, want in ’t Dorp ligt de bodem wel 1 meter hoger dan bij ons op Schothorst.
We nemen afscheid van het groepje, en ik rijd met den dokter, die ’t daar ook eens zien wil, terug naar Schothorst.
Het water is tot staan gekomen’, zegt Van Dijk. ‘t Zakt al!’ Goddank! Als ’t maar zoo blijft. We gaan naar de koestal en naar de paardenstal, die vol staan met koeien en paarden. We slaan twee paaltjes in den grond, om de watergrens te merken.
De boerderij van Vrouw Ruiter en de zandweg daarheen staan nu ook geheel tot aan ’t water. Vrouw Ruiter is echter in huis gebleven. De koeien staan nog even droog. Wernsen is haar behulpzaam; en gelukkig is haar zoon, gisteravond juist bijtijds, thuisgekomen, als gemobiliseerde, van de grens. Inmiddels is onze telefoon weer hersteld door den smid Van de Kooij.
Tegen de avond kwam er ’n telegram van Hein Tydeman17 uit Amsterdam, dat hij morgen om 3 u bij ons zou komen. Zal hij komen? Wie weet? Misschien is de verbinding met Amersf. morgen weer hersteld. Er zijn 20 pontonniers met schuiten gekomen, in den avond. Gelukkig is het heldere maneschijn; en een prachtig gezicht, al dat water! Morgen komt er weer een dag. Wat zal die ons brengen?
Bron
* Archief Eemland BNR 0179 archiefdoos 3 Schothorst.
Noten
1. Cornelis van Dijk, de tuinbaas van Schothorst, woonde in de Orangerie.
2. Catharina Blom, de weduwe van Aart Kuijer, was tolgaardster aan de tol bij De Schans (van Hoogland naar Amersfoort aan de linkerkant van de weg).
3. Cornelis Hartman woonde tegenover Catharina Blom, in een eerder tolhuis.
4. Pachter Antonie van ’t Klooster op Klein Schothorst.
5. Bedoeld is de Kooperwetering.
6. Vrouw Ruiter: Aartje van de Bor, de weduwe van Willem Ruiter (geb. 10-09-1848), die woonde op de boerderij waar later Karel van Dijk woonde, tegenover het bos.
7. Willem Ruiter (geb. 05-12-1883) was boer op Groot Schothorst aan het Winkelpad, zoon van Aartje van de Bor.
8. Johan, de huisknecht: Hendrikus Johannes Garretsen die met zijn vrouw Johanna van Rhemen (huishoudster) op de villa woonde.
9. De tegenwoordige Schothorsterlaan.
10. Floris Bos, docent klassieke talen, ook kippendokter, woonde op Berkenhorst, Hamseweg 68.
11. De Koepel staat er nog, verbouwd, eerste huis richting Amersfoort na de Elly Takmastraat.
12. De Oude Eem, nu daar waar de Bunschoterstraat over de Eem gaat.
13. Henri Charles baron van Tuijll van Serooskerken, die op kasteel Coelhorst woonde, werd na het overlijden van baron van Boetzelaer, een half jaar eerder, burgemeester van Hoogland.
14. Bedoeld is de Oudeweg.
15. Café De Plank.
16. Zus: Cornelia S.T. VerLoren van Themaat; Mevrouw Van Boetzelaer: Hillegonda Cornelia J. Suermondt, de weduwe van de een jaar eerder overleden burgemeester Gustave Jaques van Boetzelaer; de dominee en vrouw: ds. Jan Jacob Thomson en Hendrika Wilhelmina Wrede; de dokter en diens vrouw: Pieter Fehrmann en Anna Cornelia de Boerrigter; ’t jongmensch Weis:?
17. Hein Tydeman, geboren in 1895, een neef van Gerard VerLoren van Themaat.