2021-3-1 Bart (Dop) Sandbrink

Bart (Dop) Sandbrink
Bomenrooier en wethouder
RUUD HOPSTER

Bart Dop was een bijzondere èn een opvallende man in het dorp. Geen boer, niemands knecht, maar een vroege zzp-er. Hij rooide voor eigen rekening bomen of maaide gras in de polder. Op zijn transportfiets beladen met bijlen, lieren, kabels en hiepjes kwam je hem tegen in het dorp, waar hij in een rood hemd heel wat bomen geveld heeft. En hij was raadslid, later wethouder van Hoogland, de linksbuiten van de plaatselijke rooms-katholieke kiesvereniging. Er was nog een Bart Sandbrink die, om ze uit elkaar te houden, Bart Fuut genoemd werd. Deze neef van Bart Dop was tuinman en woonde in het Geutgat (Davidshof) aan de Hamseweg.

De Glind
De grootouders van Bart (Dop) Sandbrink boerden op De Glind bij Achterveld. Vier zonen van hen vertrekken rond 1890 om niet te achterhalen redenen naar Hoogland.
Anthonius (1869) komt in 1886 naar Hoogland en werkt als knecht op Valkenhoef, Schothorst en De Hoef. Hij trouwt met Grietje van de Vlasakker en ze wonen korte tijd in De Asbak op Emiclaer en in de Rozeboom bij kruispunt Hoevelaken. Daarna verhuizen ze naar de gemeente Leusden (toen bestaande uit de dorpen Hamersveld en Leusbroek).
Gerrit (1854) trouwt in 1887 met de Hooglandse Maria Peelen en woont achtereenvolgens in Davidshof, Klein Schoonoord en opnieuw in Davidshof. Zij zijn de ouders van Bart (Fuut) Sandbrink, die daar blijft wonen.
Lambertus (1866) komt in 1888 naar Hoogland en werkt als knecht een jaar op De Loodijk. Daarna vertrekt hij naar Baarn, maar in 1890 wordt hij knecht op Valkenhoef.
Jan Sandbrink, geboren in 1859 in Barneveld, komt in 1892 naar Hoogland. Hij gaat als knecht aan de slag op boerderij De Boomen aan de Mgr. van de Weteringstraat en op 6 februari 1896 trouwt hij met Rijkje Brundel. Rijkje is de jongste dochter van kleermaker Willem Brundel en Maria van den Heuvel, die op de Hamseweg wonen (nu nummer 71).
En dan is er nog een neef van die grootouders, Johannes Sandbrink (1852) uit Stoutenburg, die in 1890 met zijn vrouw Lamberta Voskuilen en hun zes kinderen boerderij Hoeflust betrekt. Die boerderij, waar Lamberta is geboren, heeft hij een jaar eerder gekocht.
In 1904 wordt Johannes Sandbrink gekozen met 95 van de 165 uitgebrachte stemmen als lid van de Hooglandse gemeenteraad. Misschien heeft hij zijn achtjarige verre achterneefje toen op een idee gebracht.

De Dop, de Pepernoot en het bakhuis
Jan Sandbrink en Rijkje Brundel gaan wonen in een boerderijtje met drie ha. land bij De Koekoek op Calveen. Daar worden de vier kinderen Albertus (Bart 1896), Wilhelmus (1898), Joanna (1900) en Maria (1902) geboren. Wilhelmus blijft ongetrouwd en wordt inwonende knecht op Nieuw Kattenbroek. Joanna trouwt met Mattheus Johannes Tomassen, ze gaan wonen op de Veenweg. Maria trouwt met Antonius Schoonderbeek, ook zij gaan wonen op de Veenweg, in het Kiepennest. Na het overlijden van zijn vader en moeder in resp. 1917 en 1926 blijft Bart Sandbrink tot mei 1936 wonen in het boerderijtje aan de Koekoekerweg 2, dat De Dop wordt genoemd naar de bijnaam van Bart. In 1936 kopen Teunis Bokkers en Mietje Steenbeek, zojuist getrouwd, de boerderij voor fl. 4000,-. Teunis houdt daar zeven koeien, vier fokzeugen en een paar honderd kippen.

Locatie van De Dop aan de Koekoekerweg
en locatie van het bakhuis aan de Calveenseweg
bij J. van Hamersveld (Peter Kok Kzn).

In 1969 kopen Henk en Wil Dalhuisen de boerderij, die ze afbreken voor nieuwbouw en die De Slakkendop gedoopt wordt. De nieuwbouwplannen van Vathorst heeft De Slakkendop niet overleefd. Ten noorden van de A1 bij een sportveld staan nog een paar verdwaalde bomen die ooit op het erf stonden.

 

De Dop toen de familie Bokkers er woonde,
die er later een woongedeelte aan bouwde
(collectie Job Bokkers).

 

 

 

 

 

 

 

De huidige plek van De Slakkendop aan de Olympus,
herkenbaar aan een paar bomen o.a. een pruimenboom
(collectie Ruud Hopster).

Bart Dop gaat vanaf mei 1936 twee jaar op de Calveenseweg 5 wonen in een bakhuis bij Jan van Hamersveld, waar later Gerard Horst een bedrijf heeft. In mei 1938 verkast hij naar De Pepernoot, een klein huisje dat naast Heijendaal aan de Molenweg staat. In mei 1940 worden Heijendaal, De Morgenzon en De Pepernoot door Nederlandse militairen in brand gestoken in verband met schootsveldverruiming. Naderhand is alleen Heijendaal herbouwd.

Bart Dop gaat terug naar het bakhuis aan de Calveenseweg. Hij overlijdt op 28 juli 1960 aan de Hamseweg in het Geutgat bij zijn neef Bart Fuut. Een zelfstandige zonder personeel (zzp) Zijn bijnaam krijgt Bart Sandbrink omdat hij bomen dopt (snoeit), zo wordt wel gezegd, maar dat lijkt niet zo waarschijnlijk. Bart Dop róóit vooral bomen. Dat heeft hij zichzelf eigen gemaakt en hij is er zeer bedreven in. Als een aap klimt hij naar de top van de hoogste bomen, bevestigt er touwen aan waarlangs hij vervolgens weer afdaalt. Daarna bepaalt hij achteruitlopend vanaf de boom met behulp van een neuskruis tot hoe ver de top van de boom zal vallen. En daarna begint het hakken met een van de bijlen met ijzeren steel. Daartoe worden eerst de wortels deels blootgelegd en afgehakt, werkend richting de stam. Die stam wordt aan de onderkant min of meer rond gemaakt (gedopt?), waarna met behulp van een lier de boom wordt omgetrokken. En die valt dan precies op de plek die Bart in zijn wijsheid heeft uitgemeten.

 

Neuskruis (collectie Ruud Hopster).

Gebruik het neuskruis als volgt. Houdt kruis op ooghoogte tegen de neus met het horizontale stokje goed waterpas en het verticale stokje haaks daar-op. Loop nu naar voren of naar achteren tot je langs de top van het verticale stokje de top van de te meten boom ziet en gelijktijdig de voet van de boom langs de voet van het stokje. Omdat de verhouding tussen de lengte en de hoogte van het neuskruis gelijk is aan 1:1, geldt op die plek dat de boomhoogte gelijk is aan je afstand tot de boom. (Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer, afdeling Bos en Beplantingen, Wageningen).

In de wijde omtrek rooit Bart bomen. Hij koopt ook kavels waarvan hij de bomen rooit waarna hij het hout verkoopt. Zo verkoopt hij in een publieke verkoop in de winter van 1925 tien percelen gekloofde essen en andere stammen, die in het Scheuterse bos aan de Bunschoterstraat liggen.

 

De neuskruismethode (Bomenstichting Zutphen e.o.).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bart (Dop) Sandbrink (rechts) met Leen van Essen aan het werk bij een kazerne in Amersfoort (archief Historische Kring Hoogland).

Op een verzoek van 23 september 1940 van Bart, bomenrooier en wethouder, om 221 beukebomen staande aan de Schothorsterlaan, te mogen rooien, wordt goedgunstig beslist. Het hout gaat naar de meubelfabriek van Tijsseling in Nijkerk. Het rooien van bomen vraagt om een goede conditie en die heeft Bart. Zo wint hij bij het Oranjefeest in september 1923 eerste prijzen bij touwtrekken en bij hardlopen met hindernissen en de derde prijs bij mastklimmen.

In juni 1931 haalt Bart de krant: ‘Bij zwemmen in de Eem verdween een zwemmer in de diepte. Hij werd door het kranig reddingswerk van B. Sandbrink van een wisse dood gered.

Bijl van Bart Dop (collectie Gerard Tomassen).

Zijn kleding maakt hij zelf. In een havermoutzak knipt Bart een gat voor hoofd en armen en daar loopt hij dan in, met op de voorkant de havermoutreclame. Iets meer inspanning kost het om van een tafelzeil een hemd te maken. Naast bomenrooien neemt hij ook wel boerenwerk aan, zoals grasmaaien in de polder waarbij hij zich per roei laat betalen. Hij blijft dan ’s nachts in de polder slapen, haart de zeis bij het krieken van de dag en maait dan de hele dag door.

Het bakhuis aan de Calveenseweg is zo klein dat Bart na het slapen het bed optakelt tegen de zolder om meer bewegingsruimte te hebben. En proper is het er niet bepaald. Als hij in huis weer eens last van ratten heeft, stopt hij in de gaten die die beesten maken carbid en wat water om met het zo ontstane gas de ratten te verdrijven. Wanneer hij echter met een carbidlamp gaat kijken of het werkt, ontploft dat gas met een daverende klap, waardoor het interieur van het bakhuisje bedekt wordt met een dikke laag zand en stof.

Gemeenteraadslid
Bart heeft niet meer dan lagere school, maar hij is slim, zelfverzekerd en hij heeft een brede interesse. In januari 1922 wordt Bart bibliothecaris van het plaatselijke Kruisverbond en correspondent van de Leesbibliotheek. Bart is een belezen man. Hij is geïnteresseerd in filosofie, maatschappelijke vraagstukken en het coöperatieve gedachtegoed. Zijn eigen bibliotheek gaat verloren bij het verbranden van De Pepernoot in mei 1940 door Nederlandse troepen. Helaas is dus niet meer te achterhalen welk soort boeken Bart las. In augustus 1931 wordt de gemeenteraad uitgebreid van zeven tot elf leden. Bart Sandbrink, lid van de R.K. Kiesvereniging, is een van de nieuwbenoemde leden van de raad. Was het tot dan toe min of meer de gewoonte dat er namens de rooms-katholieke fractie in de raad één lid het woord voerde, met de komst van Bart Sandbrink is dat afgelopen. Hij fungeert in zijn eentje als de linkervleugel van zijn partij in de raad en hij steekt zijn mening niet onder stoelen of banken.

Wanneer B en W in 1932 in verband met de tijdsomstandigheden (economische malaise, hoge werkloosheid) voorstellen de algehele verbetering van de Calveenseweg en de Veenweg uit te stellen en via de werkverschaffing alleen de hoogstnodige verbeteringen te doen aanbrengen, merkt Bart Sandbrink op dat de Veenweg zo slecht is dat niet gewacht kan worden op een bijdrage van de aanwonenden. ‘De bewoners van de Calveenseweg kunnen het beter missen dan die van de Veenweg.’

En als er in augustus 1933 in de pastorie wordt ingebroken en er twee koeien uit het land worden gestolen, waarna men in de gemeenteraad voorstelt een nachtveiligheidsdienst in te stellen, is Bart Sandbrink tegen. ‘De inwoners die niets bezitten en waar niets gestolen kan worden, zouden dan mee moeten betalen voor iets waarvoor zij niet behoeven te vrezen.’

Stelselmatig pleit Sandbrink voor verhoging van de werklozenuitkering en aansluiting bij de Rijkssteunregeling voor werkloze arbeiders. B en W voelen er niet voor. Men vindt het te veel rompslomp en ‘we hebben hier geen steunregeling, we geven steun naar behoefte, waar we kunnen, helpen we’.

Bart in militaire dienst (collectie Gerard Tomassen).

In februari 1934 komen er verzoeken van de R.K. Werkliedenvereniging, de Algemene Nederlandse Bouwvakarbeidersbond en de Nationaal Christelijke Landarbeidersbond tot vaststelling van een gemeentelijke steunregeling, maar B en W geven geen krimp. Burgemeester Grippeling heeft van circus Gleich en de gebr. Hommersom fl. 2100,- ontvangen voor liefdadige doeleinden en die gebruikt hij om mensen die financieel in de put zitten te helpen. ‘Wie komt om hulp wordt door mij geholpen.’

In april 1934 wordt een verzoek van diverse organisaties om aansluiting bij de Rijkssteunregeling voor werkloze arbeiders opnieuw voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter merkt op ‘dat de uitkering van de gemeente, groot f 6 per week, met f 0,50 toeslag voor elk kind niet hoog genoemd kan worden, doch er moet een norm worden vastgesteld. De mensen zijn er tevreden mede en wanneer zij komen en voor bepaalde omstandigheden is meer steun gewenst, dan zullen wij ook meer doen. Doch B en W wensen elk geval afzonderlijk te behandelen.’
Bart Sandbrink wijst erop dat mensen soms vergeefs bij de burgemeester aankloppen voor steun, en de burgemeester reageert geprikkeld: ‘Kom met bewijzen, namen noemen. Als er klachten zijn, Sandbrink, kom dan op mijn kamer, ik wacht al zo lang op je, maar je komt niet.’ Sandbrink blijft aandringen op aansluiting bij de Rijksregeling die voordelen biedt.

Minder kans op willekeur en transparanter dan de keuzes van de burgemeester wie er wel of niet geld krijgt uit zijn particulier beheerde fl. 2100,-. In juni 1935 ten slotte wordt met algemene stemmen besloten dat de normen in lijn worden gebracht met de Rijksregeling en dat de uitvoering wordt overgelaten aan B en W. Op verzoek van Sandbrink zal bekeken worden of het wenselijk is een commissie van vertrouwensmannen te benoemen, daar velen er tegenop zien bij het gemeentebestuur aan te kloppen.

Wethouder
Na de verkiezingen van 1935 waarbij de gemeenteraad bestaat uit acht leden van de rooms-katholieke kiesvereniging en drie leden van protestantse, zet W. Brouwer, de woordvoerder van de rooms-katholieke fractie, de puntjes op de i wanneer Evert de Bruin van de protestantse fractie klaagt over het feit dat zijn medestanders niet zijn uitgenodigd op de voorbereidingsvergadering voor de wethouderkeuze in Concordia: ‘Er is geen sprake van dat andere groepen recht zouden hebben op samenwerking, welke van onze kant moet komen.’ Daarna worden tot wethouders gekozen P. Hilhorst en B. Sandbrink, beiden rooms-katholiek.

Burgemeester Grippeling hoopt op een aangename samenwerking, waarop beide nieuwe wethouders hun medewerking toezeggen. Vervolgens herinnert de burgemeester de nieuwgekozen wethouders aan het bepaalde, dat het gesprokene in de vergaderingen van B en W geheim is. En daarmee is het aparte geluid van Bart Sandbrink in de raadsvergaderingen verdwenen, want de standpunten van het college van B en W worden in de regel verwoord door de burgemeester.

Wel gebruikt wethouder Sandbrink de rondvraag vaak om steun of schuldverlichting te vragen voor werklozen die bij hem hebben aangeklopt. In 1936 vraagt hij om van gemeentewege margarine te verstrekken. Begin 1940 stelt hij voor om de Hooglandse werklozen te werk te stellen bij Defensie in het kader van de verbetering van de Grebbelinie.

Waarnemend burgemeester
Vanaf 1938 is Sandbrink steeds vaker zonder kennisgeving afwezig bij de raadsvergaderingen. Kennelijk is dat geen bezwaar om in 1939 opnieuw wethouder te worden. In 1940 ontbreekt Sandbrink bij de meeste raadsvergaderingen. Het is de tijd dat zijn huis De Pepernoot verbrandt en ook de tijd dat die 221 bomen op Schothorst gerooid moeten worden. In 1941 worden de gemeenteraden opgeheven. De burgemeester houdt wel zijn wethouders als adviseurs.

Burgemeester Grippeling wordt per 1 september 1940 ontslagen na een onderzoek waarbij vastgesteld wordt dat er rond de evacuatie in de meidagen van 1940 sprake is geweest van ernstig plichtsverzuim. Maar er is ook kritiek op de weinig transparante wijze waarop de burgemeester ‘zijn particuliere pot met f 2100’ beheerde.

Tot 18 september 1940 is de burgemeester van Eemnes, mr. P.A.L. van Ogtrop waarnemend burgemeester van Hoogland, maar hij moet in opdracht van de Commissaris der Koningin het waarnemend burgemeesterschap al weer staken op 18 september. Daarna is wethouder J.G. van den Hengel een jaar waarnemend burgemeester. In oktober 1941 wordt mr. O.F.P.H. de Waard, een NSB-functionaris uit Den Haag, burgemeester van Hoogland. Bij zijn installatie staat er voor het gemeentehuis een erewacht van WA-kameraden. Hoewel hij hooggestemde verwachtingen uitspreekt bij zijn installatie over zijn ambt waarin hij vol vreugde wil werken aan de samenbinding van ons volk en aan de verwezenlijking van zijn idealen, vertrekt De Waard al na een half jaar. Van den Hengel neemt het burgemeesterschap weer even waar, maar hij wordt al na twee maanden op 15 juni 1942 door de toenmalige Commissaris der provincie Utrecht gedwongen ontslag te nemen.

Bart in het net (collectie Gerard Tomassen).

Daarna is Bart Sandbrink waarnemend burgemeester tot 29 augustus 1942 wanneer J. Kranenburg burgemeester wordt. En hij moet dus ook de nieuwe burgemeester de ambtsketen omhangen. Waarnemend burgemeester Sandbrink verzekert de nieuwe burgemeester dat hij in Hoogland, een der meest landelijke van het gewest, een rustige, landbouwende bevolking vindt die zich van haar taak tegenover de gemeenschap volkomen bewust is. Maar in de daaropvolgende rede benadrukt burgemeester Kranenburg dat hij de gemeente zal besturen in nationaal-socialistische zin en hij weet dat in Hoogland een groot terrein braak ligt om de bevolking van de noodzakelijkheid dezer beginselen te overtuigen. Over de periode waarin Kranenburg burgemeester was in Hoogland zijn geen stukken gearchiveerd. Raadsvergaderingen zijn er in die periode niet geweest en vergaderingen van B en W vermoedelijk ook niet.

Vanaf 16 mei 1945 tot 1 april 1946 treedt J.G. van den Hengel weer op als waarnemend burgemeester en wanneer hij ziek is, neemt Bart Sandbrink die taak op zich. Zo laat waarnemend burgemeester Sandbrink op 3 december 1945 aan Gedeputeerde Staten weten dat in de vergadering van de tijdelijke gemeenteraad van 30 november tot wethouders zijn benoemd J.G. van den Hengel en A. Sandbrink.

Per 1 april 1946 wordt G.J.M. Laumans benoemd tot burgemeester van Hoogland. In de raadsvergadering van 3 september 1946 wordt J.G. van den Hengel gekozen als eerste wethouder met 8 stemmen, Bart Sandbrink krijgt 2 stemmen, een blanco.

Als tweede wethouder wordt met 6 stemmen W. Brouwer gekozen, Bart Sandbrink krijgt er weer twee, A. Wernsen eveneens twee, een blanco. Bart Sandbrink blijft raadslid tot augustus 1949.
In de vergadering waarin afscheid wordt genomen van de scheidende raadsleden is hij niet aanwezig. Het spijt de burgemeester dat hij Sandbrink niet persoonlijk kan bedanken voor al hetgeen hij in de jaren dat hij in de raad zitting had, voor de gemeente heeft gedaan. De burgemeester memoreert de bescheiden figuur van de heer Sandbrink die tien jaar wethouder is geweest en als zodanig in bezettingstijd de plaats van de burgemeester heeft bezet. De wethouders Van den Hengel en Brouwer sluiten zich bij de woorden van de burgemeester aan.

Schriftelijke verklaring van bewilliging in candidaatstelling (Archief Eemland, BNR 0071. Archief Gemeenten Hoogland, De Haar en Zevenhuizen).

Daarna blijft hij bomen rooien. Een flink aantal eiken aan de Hamseweg wordt door hem gerooid, daarbij vol ontzag op veilige afstand bekeken door de Hooglandse jeugd. Deze bruinverbrande, pezige man met zijn mooie verhalen, zijn accordeon en mondharmonica die kan toveren met een stokje voor zijn neus, overlijdt in de zomer van 1960 in het Geutgat aan de Hamseweg.

 

 

 

 

 

Bronnen
Gerard Tomassen, Johan van Middelaar, Dirk van den Hoven, Nel van de Grootevheen, Job Bokkers, Johan de Ridder.
Archief Eemland.
Archief Gemeenten Hoogland, Duist, De Haar en Zevenhuizen (BNR 0071).
Bevolkingsregister Hoogland 1850-1939.
Nieuwe Amersfoortsche Courant, De Eembode, Dagblad voor Amersfoort.
Delpher: De Zwarte Soldaat, Het nationale dagblad voor het Nederlandsche volk, Utrechtsche Courant, Algemeen Handelsblad.
Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer, afdeling Bos en Beplantingen, Wageningen